■n De Goeie ouwe tiid ie Neeskens -destijds achttien jaar oud- dat is een hele goeie. Jouw type. Zou dat je je plaats kosten dit seizoen?", zo probeerde ik Nico Rijnders in de zomer van 1970 tijdens zijn vakantie in Mexico steevast uit zijn tent te lokken. Op het laatst lukte dat. Hij zette op een bewust moment zijn glas bier neer, keek me eens goed aan en zei toen: "Wacht jij nou maar af, komend seizoen. Let maar goed op Nico Rijnders." Johan Neeskens slaagde niettemin op grandioze wijze voor zijn examen bij Ajax. Al in de eerste belangrijke oefenwedstrijd veroverde hij een vaste plaats op het middenveld bij Ajax. Maar Neeskens won zijn plaats nietten koste van Rijnders, integendeel, want van meet af aan speelden zij zeer eendrachtig naast elkaar, in een vrijwel identieke stijl, met dezelfde lange manen langs een wat hoekig gezicht. Nico Rijnders heeft inmiddels voor FC Brugge gekozen, omdat hij daar aanzienlijk meer kon verdienen en hij in het verleden vaker heeft bewezen behalve een goede voetballer, vooral ook een goed zakenman te zijn. Johan Neeskens mist zijn broertje naast zich. Het duo Neeskens-Rijnders was een tandem zoals Michels die zich altijd heeft gewenst. Neeskens en Rijnders brachten het element hardheid in Michels' machine; zij beschikten over de actieradius, het karakter en het incasseringsvermogen, waarover een verdedigende middenvelder moest beschikken, wil een naar de top hakend elftal niette kwetsbaar zijn. Naast elkaar waren zij sterk genoeg om ook de meest getructe tegenstanders af te stoppen. Was het seizoen daarvóór duidelijk gebleken dat Rijnders samen met Mühren numeriek tekortkwam tegen veelal met drie of zelfs vier tegenstanders op dat middenveld spelende clubs, de komst van Neeskens kwam vooral het spel van Mühren en Rijnders ten goede. En tóch, tóch was Johan Neeskens pas achttien jaar, toen hij bij Ajax in de selectie kwam. Een stevig kereltje, wiens grote-mannen-voetbal hem twee jaar daarvoor al een plaats in het eerste elftal van RCH had opgeleverd en, wat later, ook een plaats in het Nederlands jeugdelftal, dat in het Europees toernooi later pas in de finale zou worden bedwongen door Qost-Duitsland. Een jongen met mogelijkheden, dat zeker, maar toch géén jongen die zó tussen de vedetten kon worden opgesteld. Neeskens vond dat ook niet erg: Ajax was altijd zijn favoriete club geweest, hij mocht trainen bij een vakman als Michels, elke dag als een échte prof, en hij zou ongetwijfeld wat leren van superieure voetballers als Keizer, Cruijff of Vasovic. Dat hij nog veel tekort kwam bleek wel in de eerste trainingsweek, toen hij achter elkaar het veld op en neer moest sprinten en het toch fysiek zo sterk ogende ventje brakend in de sloot terechtkwam, gewend als hij was aan twee keer trainen per week, zoals dat bij RCH het geval was. En wanneer er oefeningen met een bal werden gedaan, dan ging Neeskens liever even aan de kant staan: zoals die Ajacieden een meesterlijke baltechniek hadden, daar had de in dat opzicht niet met talent verwende zwoeger niet van terug. Pagina 29 De Meersche Helden 2009

AJAX ARCHIEF

Fanzine De Meersche Helden (vanaf 2008) | 2009 | | pagina 30