P(j (pSlBOd ©tLQMj ^(al Sjaak Wolfs neutje. 'Dat was bij de materiaalman van Real Madrid. We zaten naast de bankschroef te borrelen.' Naast de zorg voor het materiaal heeft Sjaak een bijzondere taak: de begeleiding van jonge profspelers. 'Ik leer ze manieren, zeg wat verkeerd is. Schoenen moeten netjes in de kast, de duiventil. Vergeet iemand goeiemorgen te zeggen, dan krijgt hij dit te horen. Je bent geen stuk ijzer. Je hoort beleefd te groeten, want dan hoor je bij elkaar. De jongens schelden net als de massa met afschuwelijke woorden als 'kanker' of 'tering'. Dan neem ik ze apart en waarschuw: "Dat zeg je nooit meer, anders stuur ik je weg. Want daar sterven mensen aan, het is de derde wereldoorlog, die ziekte." Ik houd de maatschappij buiten de kleedkamer.' Of de voetballerij menselijk is, ligt helemaal aan jezelf, vindt Sjaak. 'De jongens vinden het fijn als je vraagt hoe het met ze gaat. Dat je zegt: lekker dat je een eigen woning hebt. Of wat zie je er keurig uit. Dat straalt er toch bij ze in. Ze kunnen met hun zorgen bij me terecht. Dan krijgen ze een waarheidverhaal. Hoe ze hun geld uitgeven, moeten ze zelf weten. Ik zeg alleen: wees wijs. Een enkeling plaagt me wel eens met de opmerking: "Jij trekt de jongens uit het buitenland voor." Dat is niet zo, maar ze zijn net achttien jaar en dan zoveel mijlen van huis. Op mijn beurt heb ik aan de jongens veel steun. Ze houden je jong en net zo scherp als zij zelf moeten zijn.' 'Oudtrainer Rinus Michels, de generaal, vroeg altijd: "Hoe is het ermee Sjaak? Zeg maar niks, ik zie het al." Ik ben de barometer van Ajax. Aan mijn gezicht kun je zien of de sfeer goed of slecht is bij de club. Vallen de resultaten tegen, krijgt een speler gemene kritiek of er verandert iets in de organisatie, dan kijk ik donker. Nee, mijn stem verheffen doe ik nooit, ik hou alles voor me.' Het zijn eigenschappen die een goede materiaalman kenmerken: netheid, veel luisteren en nooit praten, altijd klaarstaan en jezelf wegcijferen. Zijn trouw aan Ajax is onvoorwaardelijk. Toch zijn er af en toe dingen, die hij niet begrijpt. Zoals de arrogantie en hardvochtigheid van sommige mensen in de top. 'Er werd een werkman, een fijne kracht, ontslagen. Die zat bij mij te huilen. Of we raken een speler kwijt. Vertellen ze in de krant een verhaal dat niet klopt. Dan denk ik: je breekt die persoon. In plaats dat ze even langskomen en vragen: "Sjaak, wat weet jij hiervan?" Op zulke momenten krijg je een deuk. We werken toch met elkaar in een bedrijf. Kom eens een keer in de kleedkamer en geef de jongens een hand.' Hij is natuurlijk maar de materiaalman, 'de onderste', al voelt hij dat zelf absoluut niet zo. 'Voor de sfeer ben ik belangrijker dan de mensen aan de top. De jongens dwepen met me.' En niet alleen de spelers. Sjaak is ongekend populair bij hetsupporterslegioen, vooral bij de F-side, de harde kern. 'Ze beledigen soms, maar het doet me pijn dat ze in kooien worden opgesloten.' Hij glundert als hij vertelt hoe duizenden supporters zijn naam scandeerden. 'Van een materiaalman! Waar gebeurt dat in de wereld? Daar ben ik erg trots op. De aanhang weet dat ik van de mensen hou.' Rest een pijnlijke kwestie die zijn gezicht doet verkrampen: de periode na Ajax. 'Ja, de leegte, dat klinkt als een klok. Een man om van zijn pensioen te genieten ben ik niet. Ik wil geen ouwe vent worden die op de buren gaat letten.' Hij zou graag zijn interesse voor de mensen kwijt kunnen. Eén plannetje heeft hij al. 'Toen mijn broer in een bejaardentehuis zat, ging ik geregeld op visite. Dan kwamen de oudjes om zijn bed zitten en vertelde ik verhalen over het profvoetbal. Ze zaten stil als kleine kinderen te luisteren. Dat lijkt me wel wat als de tijd daar is: een praatje houden in de tehuizen.' Hans van Vinkeveen Journalist De Meersche Helden 2008 Pagina 14

AJAX ARCHIEF

Fanzine De Meersche Helden (vanaf 2008) | 2008 | | pagina 15