Od? (g]©B[l(§ ©QMMI; t^Dflts] Ajax-scout Jany van der Veen
Toen Rinus Michels bij Ajax kwam, heb ik na verloop van tijd m'n ontslag
genomen. Komt-ie hier thuis om te vragen wat daar de reden van was. Ik
zeg: 'Ik heb er genoeg van om voor jou met paaltjes en doeltjes te sjouwen
en bovendien weten twee meer dan een. Ik wil op die bank zitten, omdat
de club daar z'n voordeel mee kan doen". Zegt Michels: Verdomd, dan
heb ik toch nog wat van je geleerd.' Een materialist, deze Rinus. Ikzelf
ben in het zakendoen een drol. Maar je hebt allebei je gevoelens, geloof
me. Met de WK lag ik ziek in bed, belt Michels uit Zeist om naar me te
informeren. Pal daarop ook Cor van der Hart. Zie je wel, denk je dan.'
'Al zeg ik het zelf: ik had voor Michels een leuk elftal op poten gezet.
Verder geen punt: geweldig voor de jongens waar je aan gesleuteld hebt
en geweldig voor de club. Ik heb wel moeite gehad toen het succes daar
was en Jany thuis voor de tv zat. Durf ik voor uit te komen. Ik ben mens,
Het kan ook zijn, dat de successen Ajax hebben verblind. Ajax heeft natuurlijk altijd al een aantal middelmatige
voetballers gehad, maar in de tijd van Cruijff en Keizer werd dat naar de achtergrond gedrongen. Die trokken
een elftal naar zich toe. Zelfs een kind kon bij Cruijff en Keizer vanaf het begin voetbaltalent van de bovenste
plank waarnemen. Ik heb er voor moeten vechten om Keizer vanuit de A2 omhoog te krijgen. Men vond hem
nog geen Kwatta-reep waard. Goddelijk was-ie bij Ajax stopte, heb ik een avond lang met m'n hoofd in m'n
handen gezeten. Let wel: hij en Cruijff zouden ook zonder Van der Veen zijn doorgebroken, hoewel misschien
wat later. Maar van types als Hulshoff, Suurbier en noem maar op zou ik dat niet durven zeggen. Suurbier
heb ik uit de A4 gehaald, was linksbuiten. Dat omschakelen is een gewoonte van me geworden. Kwestie van
kijken en de persoon kennen. Je moet proberen te analyseren wat iemand goed bedoelt, baar wat niet lukken
wil. Je moet weten hoe iemand het voetballen beleeft. En dan kom je op het punt: waar dient een trainer voor?
Richt-ie zich louter op prestaties of is er oog voor het achterland? Theo van Duivenbode komt op een gegeven
moment bij me en zegt: 'Trainer, ik kom u ene hand geven, want ik kom hier toch niet aan de bak. Bedankt
voor alles.'
Toen zeg ik: 'Ho, even wachten, als je wilt concurreren met Piet Keizer dan kom je hier inderdaad nooit
van z'n leven aan de bak. Maar als je linksback wilt worden, dan blijf je en dan slaag je.' Dat is gebeurd, van
linksbinnen/linksbuiten werd Theo back. Een bewuste voetballer. Met onbewuste voetballers kan je vaak
beter werken. Ze klimmen erin. Ik zal het uitleggen. Een Kootje Prins speelde bij Ajax op het gevaar van een
blessure af. Klaas Nuninga niet. Die beleefde alles bewust. Is ook eerder gestopt. Is een heel interessant facet
van het vak. Datzelfde geldt voor intelligentie. Geert Meijer is een clevere jongen, maar de voetbalintelligentie
ontbreekt. Hij wilde leren, vond ik geen probleem. Zijn keus, maar dan ook zijn consequenties. Gerard van der
Lem was anders. Ruw, vergelijkbaar met Nico Jansen. Maar Van der Lem heeft wel die voetbalintelligentie. En
toch vind ik hem in deze fase van z'n ontwikkeling geen f90G.G00,- waard. Hij is niet serieus genoeg. Wie dat
veranderen moet, ik weet het niet. Ik heb in de afgelopen jaren ook geen nieuw talent meer zien komen. Met
koopt, met verkoopt, maar verder niks. Waarom moeten we in godsnaam buitenlanders aantrekken? Ik weet
het niet. Ik heb eens tegen Barry Hughes gezegd: 'Alles wat uit het buitenland komt is tweederangs. Wat goed
is, dat komt het land niet zomaar uit." Dat is misschien hard, maar ik zie het niet anders. En dat slaat dan niet
op Barry's persoon, want ik vind het prima. Ik heb samen met hem op cursus gezeten, dolle pret.'
"Coachen is een vak apart. Je moet er vooral in de training mee bezig zijn. Ik zou best trainers willen
begeleiden, maar ik vraag me af of de bereidheid er is om iets van een ander aan te nemen. Een man als
Jack Reynolds die was elke minuut van de dag bij de spelers. Blessures of wat dan ook, ze konden dag en
nacht bij hem komen. In die tijd was er nog nauwelijks medische begeleiding. Dat deed die man zelf. En dat gaf
vertrouwen. Tegenwoordig zeggen trainers: "Ga maar naar de masseur". En dan horen ze via de masseur
wel wanneer zo'n jongen weer kan spelen. Foute boel, een teken destijds. Als ik hoor wat een Nico Jansen
en een 'Gerard van der Lem voor taal uitslaan, dan zeg ik: Dat zijn mijn jongens niet meer, zo heb ik ze niet
afgeleverd. Dan ben ik misschien wat zwaar op de hand, maar als ik makkelijker was geweest, dan had ik dit
nooit allemaal bereikt. Ik doe geen stap terug, nee, ik blijf zoals ik ben.'
Bron: Voetbal International, februari 1977
De Meersche Helden 2008
Pagina 14