Elk weekend
hoort hij
onvervalste
teringherrie
uit Turkije
Maar wanneer hij te snel uit bad stapt en naar de keuken wil
lopen, begint het direct weer te dreunen in zijn hoofd en hij
denkt: 'Wat is er toch gebeurd? Waar ben ik geweest? Mijn
geheugen is naar de klote. Wat een dorst.'
Het blijft een donkere massa in zijn hoofd wanneer hij de
keuken in wil gaan, maar onwillekeurig dwaalt zijn blik kort
door de woonkamer en als getroffen door een splijtende
schicht van hellevuur blijft hij als versteend staan. Binnen
een fractie van een seconde wordt hem alles duidelijk.
Niets is meer hetzelfde. Een tornado van vreugde heeft een
spoor van vernieling aangericht in zijn kamer. De zwarte,
leren bekleding van de tweezitsbank is doormidden
gescheurd, stoelen staan en liggen schots en scheef door de
kamer. Op de turkoois geschilderde plankenvloer liggen lege
bierblikjes, platgetrapte peuken en lege bakjes van de
afhaalchinees. De grote stapel VI's is omgestoten. De zwarte
salontafel is bezaaid met lege bierflessen, lege wijnflessen,
lege glazen, een lege fles tequila, lege wietzakjes en
overvolle asbakken. Eén asbak ligt omgekeerd op het witte,
wollen, Chinese tapijt, de inhoud ligt ernaast. De deuren
naar het balkon staan wagenwijd open. Een vitragegordijn is
afgescheurd en hangt in een Yucca.
Een witte vlag, die is vastgeknoopt aan het balkon, met in
het midden een rode baan en het beeld van de gehelmde
Griekse held Ajax, golft zacht heen en weer in de meiwind.
De winkelstraat is uitgestorven.
De zon is net op.
Ajax-AC Milan.
In een flits dringt de werkelijkheid zijn benevelde brein
binnen en hij voelt een krachtige adrenalinestoot. Pijlsnel
loopt zijn geheugen vol. De laatste, slopende minuten, de
truc van Davids, de bal op Rijkaard, de steekpass op
Kluivert, de uitgestoken teen.
Even staat zijn hart stil en worden zijn ogen groot en
vochtig. 'Het is volbracht,' denkt hij ongelovig en vol
ontzag. 'En daarom is het vandaag Hemelvaartsdag. De
helden stijgen op naar de hemel, in een vliegtuig vanuit
Wenen. En Rotterdam en Italië zijn in rouw gedompeld.
Te gek!'
54