Let's go Tigers, let's go! Nieuwsgierigheid en zachte aandrang van enkele fanatieke ijshockey- en Ajax-fans dreef ons op een koude zaterdagavond naar de Jaap Edenhal, waar de Borretti Tigers een moeilijke thuiswedstrijd tegen koploper Tilburg stond te wachten. Het best kan over een hernieuwde kennismaking worden gesproken, want in de tachtiger jaren kon het toenmalige Amsterdamse team van De Bisschop al rekenen op steun van de fanatieke Ajax-aanhang. Af en toe leidde dit tot hilarische taferelen op de tribunes. Neem de avond waarop een supporter van Tilburg Trappers elk gescoord doelpunt van zijn team opluisterde door met een enorme koeienbel te luiden. Dit tafereel herhaalde zich tot vervelens toe, De Bisschop was die avond niet echt op dreef, en een Ajacied besloot in te grijpen. Na een korte schermutseling werd de koperen bel veroverd en even later bonkte het muziekinstrument ritmisch op het hoofd van de Tilburger. Of de keer dat de beruchte supporter Johan de Dief, tegenwoordig steward bij vak 420, zich weer eens misdroeg in de ogen van wijkagent Jan Bakker. Bakker, een boom van een vent met handen als kolenschop pen en gezegend met een paar radarogen, bedacht zich geen moment en trok Johan aan zijn oorlel tussen het publiek vandaan. Ten overstaan van duizenden gniffelende toeschou wers liep Bakker, met in zijn handen de inmiddels paars geworden oorlel waar een 28 afgescheurd oor aan bungelde, langzaam met zijn gillende prooi naar de uitgang van de hal. Anno 2001 probeert het Amsterdamse ijshockey na een lange periode van kommer en kwel, langzaam maar zeker uit het dal te klimmen. Gesteund door een groep fanatieke vrijwilligers, waaronder enkele Ajax-supporters van de oude garde, poogt men weer leven in de brouwerij te krijgen. GASTVRIJ Een kijkje nemen in de kleedkamer tien minuten voor aanvang van de wedstrijd? Geen enkel probleem. Gastheer Juri loopt even naar de coach toe, die zonder dralen toestemming geeft. Tot onze verbazing kunnen we ongestoord onze gang gaan. Wat een wereld van verschil met Ajax. Wie zich met een dergelijk verzoek op een wedstrijddag bij de poorten van de Arena meldt, loopt gerede kans in de boeien te worden geslagen met als toegift een stadionverbod. Op de matig bezette tribunes van de Jaap Edenhal treffen we een aantal bekende suppor tersgezichten aan. De gezelligheid, het ongedwongen sfeertje en niet te vergeten bier in echte glazen trekt deze Ajacieden naar het ijshockey. Minstens zo belangrijk is de redelijke kans om een goede matpartij op het ijs mee te maken. Soms valt het met één of twee opstootjes wat tegen. Want wie zijn fans tevreden wil houden, moet minimaal vier keer per wedstrijd aan de bak, het liefst nog met de handschoenen uit. Taxi Piet, die het ijshockey een wereldse sport vindt: "Veel supporters komen om een lekker rampartij op het ijs te zien. Het mooie is dat je het niet zelf hoeft te doen. Eigenlijk zouden ze de voetbalre- gels moeten veranderen, zodat het daar ook kan." PUCKWERPEN Tussen de tweede en derde periode is het tijd voor het "puckwerpen", het Australische dwerg-

AJAX ARCHIEF

Fanzine De Ajax Ster (1996-2001) | 2001 | | pagina 28