die ja, fantastisch zeg, die man van de DAS-
studio kreeg gelijk. Als zij het niet konden weten
wie in vredesnaam dan wel? Zenuwachtig en vol
verwachting stelde ik mijn prangende vraag aan
het heilige driemanschap: 'Is het heilige shirt met
rugnummer 14 behekst en mag niemand daar
mee voetballen?' De mannen keken elkaar niet
begrijpend aan en hulden zich in nevelen. Geen
woord kwam er meer uit. Slechts in gebarentaal
probeerden zij iets duidelijk te maken. Degene
rechts stak gelijk maar zijn rechterhand omhoog,
de middelste friemelde a la Van Gaal aan zijn
neus en de linker bracht met zijn beide handen
zijn meterslange snorharen in de wind. Tot geen
woord meer te bewegen. Wie het antwoord weet
op hun gebaren mag het mij vertellen op
van_eunen@deajaxster.nl. Ik werd er moedeloos
van en beende kwaad weg van het tafereel. Een
obscuur uitziende flink beboste ongewassen
sadhu hield mij echter tegen en wist mij over te
halen tot een seance waarin hij mij in contact zou
brengen met een machtige tovenaar die mij
ongetwijfeld verder zou kunnen helpen.
Radeloos geworden van alle teleurstellingen
ging ik met de man mee een duistere en
stinkende spelonk in. In de duisternis meende ik
nog meer mensen in bijna vergane oranjeshirtjes
uit de jaren zeventig te ontwaren, maar ik weet
het tot op de dag van vandaag niet zeker of dat
ook daadwerkelijk zo is geweest. De sadhu liep
nog altijd voor mij uit en zei opeens dat ik moest
gaan zitten. Vlak naast mij stond een koeien-
hoofd en de sadhu pakte hem op en begon
rondjes om mij heen te lopen. "Noember
fourteen, Noember fourteen....", zo schreeuwde
hij uit. Zijn rauwe stem weerkaatste in de spelon
ken. Opeens kwam hij voor mij zitten en keek mij
met zijn blauwgroene ogen doordringend aan.
Het koeienhoofd zette hij tussen ons in. Ik moest
van hem het vel van het koeienhoofd aftrekken,
iets wat wonderbaarlijk makkelijk ging, en het vel
om mijn schouders heen slaan. De man bleef
continu "noember fourteen" schreeuwen en ik
moest hem blijven aankijken. Opeens hief hij
vlak voor mijn gezicht een glas vol koeienbloed
dat ik moest opdrinken. Geschrokken pakte ik
het marmeren wijnglas aan en dronk het in één
slok uit. Langzaam aan voelde ik mij daarna
ontspannen en het geschreeuw raakte steeds
verder weg. Ik tolde om mijn as in de donkere
spelonk en raakte steeds verder weg van de
wereld. Toen hoorde ik daar een stem in de
verte. Het was een jongensstemmetje dat van
rechts op mij af kwam. Plotseling doemde een
klein bebrild en te wijs jongetje voor mijn neus
op. Ik stond oog in oog met Harry Potter, de
magische tovenaar. "Ha, mister Van Eunen, ik
had u al verwacht hier in Zweinstein. U komt hier
voor het antwoord op uw vraag of het shirt met
nummer 14 wellicht spiritueel behekst is, zo heeft
men mij verteld, nietwaar? Wel, in het zwerkbal
kent men geen rugnummers dus die met 14
achterop kan ook niet behekst zijn", aldus Harry
Potter. Woedend ging ik dat nare mannetje met
dat brilletje te lijf. Althans dat dacht ik te doen.
Want nog voordat ik een stap in zijn richting kon
zetten toverde Harry Potter mij terug naar
Nederland, nog steeds zonder een fatsoenlijk
antwoord op mijn vraag.
Het zal wel altijd een groot mysterie blijven
waarom op Rijkaard na geen enkele andere
nummer 14 daadwerkelijk bij Ajax is geslaagd.
Misschien wel een reden temeer om af te zien
van een twaalfde vaste nummer 14.
Ed Ad van Eunen
16