<D
KI
O
WIJ VA
Het valt mij de laatste tijd steeds vaker op dat ik
niet echt over diepgaande kennis van de
voetbalsport beschik. Als ik mijn vrienden hoor
praten over "ruimte maken" en "dicht lopen" dan
heb ik vaak het idee dat ik bij een andere
wedstrijd aanwezig ben. Het enige criterium dat
ik hanteer tijdens een wedstrijd is de spanning.
Zit ik wel of niet op het puntje van mijn stoel.
Een wedstrijd mag nog zo mooi zijn, tactisch
nog zo goed in elkaar zitten, maar als ik niet zit
te wippen van de zenuwen, dan hoeft het voor
mij niet echt. De "negen-nul" tegen Sparta was
wel aardig, maar voor mij hoeft 't niet.
Dat is ook een van de redenen dat ik mij nooit
bezig houd met de technische kant van het
voetbal. Ik heb hier absoluut niets aan toe te
voegen en alles wordt toch al ontelbare keren
herhaald. Ik richt mij liever op de "Sex, Drugs
and Rock and Roll" binnen het voetballen. Dat
principes ook de moeite waard zijn om vanaf te
wijken wil ik in deze column proberen aan te
tonen.
De patatgeneratie, wie kent ze niet. Bryan Roy,
de gebroeders Witschge en Marciano Vink. Dit
zijn er slechts vier, maar dit aantal zou moeite
loos verdubbeld kunnen worden. Jonge jongens
die zich liever bezig hielden met het naar binnen
werken van de oerdegelijke vette "Hollandse"
hap dan met trainen. Zo werden deze jonge
voetballers in het midden van de jaren tachtig
neergezet. Vaak terecht, maar soms ook
onterecht.
Ik was dan ook niet teleurgesteld toen
Richard Witschge in 1991 de overstap
maakte naar Barcelona. Eindelijk opgerot die
slappe zak, dacht ik, en met mij ongetwijfeld
velen. Hij was in onze ogen nou niet bepaald het
voorbeeld van onverzettelijkheid en zeker niet
de man waarmee er nieuwe successen behaald
zouden gaan worden.
Dat de zegswijze "eens een dief, altijd een dief",
niet altijd opgeld doet, heeft Richard de
afgelopen jaren echter wel bewezen. Toen hij
enige jaren geleden weer terugkeerde in de
"moederschoot", hield ik mijn hart vast en zag
aan de horizon al beelden van een
likkebaardende FEBO-uitbater. Dat voetballers
ook mensen zijn, werd weer eens bewezen. Er
was een geheel andere, gelouterde, voor iedere
meter knokkende Witschge teruggekeerd.
In eerste instantie vreesde ik voor een
eenmalige opleving, maar toen in het volgende
seizoen hij steeds meer de kar ging trekken,
bleek dat ook de verpersoonlijking van de
"patatgeneratie" inmiddels trek had in een
stevige portie rauwkost. Strijdend, vloekend en
strooiend met mooie ballen (het liefst over "de
hele") toonde hij in de herfst van zijn carrière
aan dat hij bereid was om voorop te gaan in de
strijd.
Triest is het dan ook om nu te moeten constate
ren dat Co Adriaanse het eigenlijk niet in hem
ziet zitten. Over de technische aspecten van het
hoe en waarom zal ik het maar niet hebben,
want daar heb ik toch niet veel kaas van
gegeten.
Waar ik wel over mee kan praten is wat ik na
afloop van de wedstrijd tegen RKC op de televi
sie zag. Geheel ten onrechte schoof Co de
schuld van de eerste tegentreffer in de
schoenen van Richard. Natuurlijk kwam
de voorzet van zijn kant, maar als
Grim de bal gewoon vast had
gehouden, in plaats van deze op
kinderlijke wijze door zijn vingers te
laten glippen, was er niets aan de
hand geweest.
Schoolmeester Co
houdt er niet van om
tegengesproken te worden.
Zeker niet door routiniers die
verbaal hun mannetje staan.
Onze trainer gaat er prat op dat
hij iedereen eerlijk en gelijk
behandeld. Ik denk dat veertig
duizend supporters reikhalzend
uitkijken naar het moment dat dit
ook van toepassing zal zijn op
Richard Witschge.
de ajax ster nr. 36
www.deajaxster.nl