OOÜO^fantasüsch; $$$^erg goect Ongoed; 00=malig ^slecht
FANSTUFF
naam en weten dat hij deel uitmaakte van een
gouden generatie: Frank Verlaat, Aron Winter,
Richard Witschge, Bryan Roy, Richard
Sneekes, Dennis Bergkamp, Frank en Ronald
de Boer. De vraag waarom hij het niet gered
heeft is verkeerd. De vraag moet zijn waarom
Ajax er niet in geslaagd is hem binnenboord te
houden. Tonnie Bruins Slot wilde koste wat het
kost een linksback maken van een voetballer
die het moet hebben van wat het moment hem
ingeeft. Zo vertrok Dave Markus op zeventienja
rige leeftijd bij Ajax om uiteindelijk leraar in het
basisonderwijs te worden. Spijt dat het anders
gelopen is heeft hij totaal niet en daarmee is ook
het ongelijk van Ajax aangetoond. Ajax heeft het
talent van Dave Markus niet weten te benutten,
aan de speler zelf heeft het nooit gelegen.
Het spanningsveld tussen vrijheid en discipline
is één van de thema's in het boek. Aan de ene
kant heeft keeper Paul ten Kortenaar groot gelijk
als hij zegt: "Sport is hard, topsport is keihard.
Het is handiger om wat minder talent te hebben
en wat meer mentaliteit." Aan de andere kant is
er ook wat te zeggen voor de uitspraak van
Foppe de Haan: "Van een schouderklopje is nog
nooit iemand geblesseerd geraakt." Wie 'Daar
hoorden zij engelen zingen' heeft gezien, weet
dat er bij Ajax geen schouderklopjes worden
uitgedeeld. Junioren worden net zo lang
afgebroken tot alleen degenen met de juiste
mentaliteit over blijven. Blijkbaar zijn dat de
spelers die braaf doen wat de trainer zegt.
Al met al is het nauwelijks overdreven om te
stellen dat dit één van de beste boeken is die
ooit over Ajax is geschreven. Juist omdat de
schrijver zich beperkt heeft tot mensen die in de
schaduw van de grote successen van de club
zijn gebleven, terwijl hun levens in hoge mate
beïnvloedt zijn door Leerschool Ajax. Een uniek
boek.
p.s. Lees vooral ook het verhaal van Rolf
Leeser. Als supporter sla je hiervan steil achter
over.
Boek: Leerschool Ajax (AAAAA) van Rik
Planting (Uitgeverij Thomas Rap,
Amsterdam, ISBN-nummer 90-6005-598-5,
171 blz., prijs ƒ39,90).
Het is woensdagavond
24 oktober 1979 en ik
lig in bed. Slapen is er
niet bij want Ajax speelt
in De Meer tegen
Omonia Nicosia en om
de zoveel minuten reikt
het gejuich tot aan mijn
slaapkamer. In
hetzelfde seizoen
maakte ik ook mijn
debuut voor de pupillen
van De Geuzen,
spelend onder de rook
van De Meer. Hoewel
mijn vader zijn best
doet het uit mijn hoofd
te praten, blijf ik
hardnekkig dromen van
een carrière als
Ajacied. Pas als ik de leeftijd bereikt heb waarop
leeftijdgenoten in het eerste van Ajax debuteren,
dringt definitief het besef door dat het nooit zal
lukken. Na het lezen van 'Leerschool Ajax' weet
ik ook dat ik daar bepaald niet rouwig om hoef te
zijn.
De kadaverdiscipline zou mij na verloop van tijd
ook wel de strot uitgekomen zijn. Op dat punt
kan men bij Ajax ook nog wel iets van dit boek
leren. De club doet zichzelf tekort, dat is wel
duidelijk. Al in het grote Ajax had het een haartje
gescheeld of Piet Keizer had moeten wijken voor
de straffe hand van Rinus Michels. Dat het nooit
zover kwam, was te danken aan Roelof Zeven,
de psychiater van het team die Michels wees op
de unieke persoonlijkheid van Keizer. De
geschiedenis heeft wel bewezen dat Zeven gelijk
had en niet Michels.
De vraag is hoeveel uniek talent Ajax sinds die
tijd verloren heeft laten gaan. Zeker is dat Dave
Markus daartoe behoort. Mensen die Ajax
toendertijd op de voet volgden, kennen zijn
de ajax ster nr. 35
www.deajaxster.nl
51