zwart voor de ogen. Het lukte mij om
bij kennis te blijven. In een soort laat
ste krachtsinspanning wist ik mijn
dienstpistool uit de handen van de
drie mannen te rukken. Omdat ik mij
ernstig bedreigd voelde besloot ik een
waarschuwingsschot te lossen. Ik
kwam overeind en ging staan. Hierop
bracht ik mijn wapen rechtstandig
omhoog en haalde twee keer de trek
ker over".
Met deze verklaring probeert de 1.88
meter lange politieman aannemelijk
te maken dat hij in een noodweersitu
atie met zijn hand omhoog gericht, de
acht centimeter kortere Bert door zijn
hand heeft kunnen schieten. Strikt
genomen zou de schutter met zijn
gestrekte arm alleen raak hebben
kunnen schieten als Bert vanaf een
keukentrapje zijn eveneens gestrekte
hand boven het pistool gehouden zou
hebben. Een ridicule voorstelling van
zaken.
"Getuigen"
De inmiddels tot verdachte gebombar
deerde Bert mag enkele malen voor de
confrontatiespiegel plaatsnemen.
Rechercheur Hermanus de V. komt tot
de briljante constatering dat verdach
te Bert qua postuur, lengte en leeftijd
de met een pistool rondlopende
Ajacied zou kunnen zijn, zij het dat de
man "eigenlijk meer haar had". In wer
kelijkheid is het tegenovergestelde het
geval. Ook duikt plotseling agente
Alexandra H. op die Bert positief her
kent als de man die "een op een vuur
wapen gelijkend voorwerp" in zijn
hand hield. Beide "getuigen" zien van
alles dat verboden is, maar hadden
kennelijk ook last van bloedende neu
zen, aangezien er tijdens het incident
totaal niet is gereageerd.
Zelfs Dirty Arthur herkent Bert nog,
maar nu als de man die hem werd
aangewezen als de man met het vuur
wapen. Ook Arthur geeft blijk van
gevoel voor detail door expliciet in zijn
verklaring op te nemen dat zijn slacht
offer bij de kapper is geweest.
Gelegenheidslid van het arrestatie
team, motoragent Ronald B., zegt over
radarogen te beschikken. Van maar
liefst tachtig meter afstand ziet hij
iemand een op een "vuistvuurwapen
lijkend voorwerp" in zijn rechterhand
houden. Kort daarop ziet hij dezelfde
persoon een grote steen over een col
lega, die naast hem staat, heen gooi
en. Gezien de enorme afstand zonder
meer een Olympische prestatie.
Ronald B. achtervolgt Bert nog enige
tijd, maar vindt dit gezien het wapen
bezit onverantwoord. Hij gaat bij
gebrek aan zinvollere taken maar
weer terug om de feyenoord-suppor-
ters bij het viaduct in toom te houden.
Na anderhalve dag dringt het zelfs bij
de rechercheurs door dat de zaken
anders zijn gelopen dan voorgesteld
door collega Arthur. Bert wordt vrijge
laten en probeert verhaal te halen. Op
provisorisch in elkaar gedraaide
pamfletten wordt op de muur van het
P-Side honk een oproep gedaan om
getuigen van het voorval. Vijf suppor
ters melden zich daarop bij de politie
en bevestigen de lezing van Bert.
Eerder hebben 'onpartijdige' omwo
nenden gelijksoortige verklaringen
afgelegd die Arthur's verhaal
weerspreken.
Een oproep van de politie in
het feyenoord-supportersblad
om getuigen, die kunnen
bevestigen dat er inderdaad
een Ajacied heeft rondgelopen
met een vuurwapen, leidt van
zelfsprekend tot niets.
Niemand kan het indianenver
haal bevestigen.
Al met al wordt het een zaak
van de Rijksrecherche.
Inspecteur Garon, later bekend
geworden van zijn televisieop
treden in de IRT-affaire, gaat
de zaak onderzoeken. Volgens
Bert heeft de Rijksrecherche
de zaak uitermate correct en
serieus opgepakt.
de ajax ster nr. 32
www.deajaxster.nl