NOSTALGIE
als
DEKMANTEL
Vlaggen, websites en zielige verhalen kunnen niet alles verbloemen:
Chaos
Nog niet zo lang geleden zagen
bestuurders het licht: voetbal is een
product en de clubs zijn bedrijven.
Terwijl Ajax de ene prijs na de ande
re binnensleepte, stonden de geld
schieters te dringen voor de hekken,
alsof het fans waren die een kaartje
voor Ajax-Torino probeerden te
bemachtigen. Niet langer heerste de
trainerstaai in het stadion. Bezoekers
van de hoofdtribune dienden de
meest uiteenlopende managerster
men machtig te zijn. Nu bestuurders
en sponsors zichzelf met deze onge
breidelde geldzucht in de eigen staart
lijken te gaan bijten, krabbelen ze
terug. Met als resultaat: een website
'Eens Ajacied, altijd Ajacied', gecon
troleerde vlaggenvreugde in een pop
tempel en kruipende KNVB-bestuur-
ders bij Frits Bolkestein. Als het niet
om te huilen was, kon je er eigenlijk
alleen maar om lachen.
Ergens eind jaren tachtig, begin jaren negentig
waren zij de schaamte voorbij. Aanvankelijk
keken de voetbalbobo's nog met een vies
gezicht naar de belachelijke bedragen die
Italiaanse clubs uitgaven aan hun spelers. Daar
zouden de nuchtere Nederlanders zich natuur
lijk nooit aan bezondigen. Het dappere Ajax
hield nobel vast aan het salarisplafond van één
miljoen gulden (en zag daardoor onder andere
Romario aan zijn neus voorbijgaan) en stond
zich voor op de verenigingscultuur, die meer
interesse wekte in het spel op de groene mat
dan dat achter de groene tafel.
Maar de verlokkingen van het Grote Geld zijn
subtieler dan een verenigingsstatuut. Plotseling
moest Ajax mee in de rat race die in Zuid-
Europa was ontketend. Opvallend is wel, dat dit
besluit viel, op het moment dat Ajax de broek
riem strakker had aangehaald dan ooit. En tege
lijkertijd meer successen haalde dan ooit. Toch
moest alles anders: 'We gaan iets nieuws doen.'
In no time werden supporters met merchandi
sing om de oren geslagen, waren stadions voor
eenderde gevuld met sponsors en dienden de
fans zich in het keurslijf te wringen dat de mar
ketingafdeling had uitgedacht.
Geld was niet langer een vies woord, het was
geworden tot het Grootste Goed. Het was stoer
om met miljoenen te smijten tijdens persconfe
renties en interviews. Spelers lachten om sup
porters en journalisten in een derdehands auto.
Zonder geld was goed voetbal onmogelijk.
Zonder nieuw stadion kwam er geen geld. Of
tenminste, niet meergeld. En alleen voetbal was
niet genoeg. Om het maximale uit zo'n bouw
werk te persen, moest het 'multifunctioneel' zijn.
Ook al zo'n woord onder de dekking waarvan de
laatste jaren de meest afgrijselijke dingen zijn
gebouwd en gedaan, met als enige argument
financieel gewin.
Geld is belangrijk, daar bestaat geen misver
stand over. Wie staat er graag bij de bakker met
een lege portemonnee? Maar in de voetbalwe
reld zijn de grenzen tussen doel (mooi spel) en
middel (financiën) vervaagd. Waar grenzen ver
vagen, daar heerst echter al snel de chaos. En
in die chaos is Ajax de laatste vier jaar wegge
zakt tot een worstelende subtopper. Niets is
meer wat het lijkt, de enige zekerheid is een
gestaag groeiende begroting. Het gebrek aan
grenzen zou zelfs wel eens de brandstof kun
nen zijn die het waakvlammetje van het vanda
lisme weer aanwakkerde tot een echt vuur. Maar
dat is misschien meer voer voor psychologen.
Nu Ajax en het Nederlandse voetbal op het diep
tepunt zijn beland (dat hopen we althans), pro
beren de bestuurders en sponsors het weer over
een andere boeg te gooien. Want geld is leuk,
zolang het goed gaat. Maar geld kweekt geen
goodwill. Integendeel: nog nooit waren de (altijd
kritische) Ajax-fans zo wreed tegen hun spelers
als in het seizoen dat de club 70 miljoen gulden
aan versterkingen uitgaf.
8
www.DEAJAXSTER.nl
de ajax ster nr. 31