den me ook niet helpen: niemand wist waar dat
bord stond. Uiteindelijk heb ik een taxi aange
houden en in het duits of Engels, niet in het
Jiddisch, vertelt over het bord. Uiteindelijk zei ik
"Rij maar rond, we zien het wel". En op een
gegeven moment zag ik het en ja hoor, die twee
stonden er ook. Vervolgens was het tijden zoe
ken naar het hotel, ik wist niet eens hoe het
heette of in welke straat het was. Maar ja, nu zit
ik hier. Ik ben dus toch weer goed terechtgeko
men.
In Genua gingen we met een ploeg een restau
rant binnen en daar zaten allemaal Italianen. Zij
riepen 'Ajax' en wezen met hun duim naar bene
den. Nou spreek ik een beetje Italiaans en zei
"Genova, tute amici, tute amici (allemaal vrien
den)". Nou, ik werd omhelst, kreeg een hoed van
hun op m'n kop, een sjaal om m'n nek en ze
hebben me helemaal gefilmd. Toen we gingen
betalen stond er een x-aantal flessen wijn voor
'die Ajax-jongens' van die Italianen. Kijk, zo kan
het ook.
Een dag na de wedstrijd tegen Fenerbahce in
Istanbul gingen we naar Galatasaray tegen
Manchester United. We kregen een staanplaats
voor nop en stonden tussen de Turken. Ik zei op
een gegeven moment tegen die Turken "Do you
speak English". "Yes" zei er één en toen zei ik
"Today I feel me just like Kennedy". Zegt hij
"Why?", waarop ik antwoordde "Today I'm a
Turk". Nou, ik heb thuis nog een sjaal, die ik toen
om mijn nek kreeg gehangen.
En dan zijn we nog op stap geweest met die
Turken. En hier maar schelden op die 'rot
Turken', nou het zijn zulke mensen.
Relikwieën
Mijn mooiste relikwie is een houten vlees- of
broodplank aan een dik stuk touw die ik in
Belgrado bij Ajax-Juventus, de met 1-0 gewon
nen EC1-finale in 1973, heb gekocht. Dat vind
ik het mooiste wat er is, Ajax-Juventus staat
erop. Ik heb 'm in mijn 'Ajax-kamer' hangen.
En wat ik mooi vind... Ik ben voor 99 gulden met
Dirk v.d. Broek voor één dag naar die regen
wedstrijd Fenerbahce-Ajax gevlogen. Destijds
heette het nog geen D-Tours. Toen werd het
afgelast en heeft Dirk v.d. Broek de totale kos
ten op zich genomen. We zijn die nacht in een
nachtclub geweest met heel Ajax. Daar was een
buikdanseres die mij een Ajax-petje opzette.
Vervolgens werd er een foto genomen. Ik wilde
die graag kopen, maar die foto was niet meer te
vinden. Een week daarna krijg ik de VI thuis. Ik
was pas abonnee. Nou allang niet meer, ik vind
het een rot blad. Staat daar die foto van die buik
danseres en ik, in het klein op de voorpagina. Ik
heb 'm nu thuis in het groot hangen.
Supportershumor
Ik was bij Arsenal-Ajax, 0-1, op Highbury.
Er zit een Engelsman naast me, er zaten meer
Engelsen, en die vraagt mij: "Who is that num
ber eight?" Ik zeg tegen hem "That's Sjeekie
Black". En die Engelsman zat de hele wedstrijd
"Come on Sjeekie Black, come on Sjeekie
Black". Ik heb het Sjakie vertelt en die heeft zich
verrot gelachen.
In de zeventigerjaren had ik me een kapsones.
Ik was vertegenwoordiger en zei tegen mijn
klanten, die wisten dat ik een oer-Ajacied ben:
"Wij zijn cup-ziek, we kunnen geen cup meer
zien, we worden er doodziek van".
Ik had een klant in rotterdam-zuid, een verdomd
nette kerel. Geen feyenoord-man maar een
Sparta-man. Ik ben bij hem voor zaken en rij om
een uur of vijf bij 'm weg. Ik denk "God, wat is
m'n licht slecht". Dus ik zet mijn wagen om de
hoek en stap uit om te kijken. Zitten er op m'n
koplampen twee feyenoord-stickers geplakt.
da s
Dé in zijn 'Ajax-kamer' (foto: Mike Verhoef)