Ik sta achter wijlen Jaap van Praag in zijn beleid om de gebroeders Van der Meijden, 'de bunker bouwers', lid van Ajax te maken. Dat was gewoon in het algemeen belang van Ajax (Freek en Wim van der Meijden hadden een aanne mingsbedrijf en bouwden in de 2e wereldoorlog bunkers voor de duitsers. Zij stonden bekend als de grote weldoeners die Ajax's successen in de jaren zeventig mogelijk hebben gemaakt. Bron: Het Parool, red). Ik praat alles goed wat Ajax doet. Als ze hetzelfde bij feyenoord hadden gedaan, had ik er heel fel over geoordeeld. Maar ik sta blind achter Ajax. Er zijn er overigens meer die zo zijn. In alles in deze wereld is trouwens het financië le verwikkeld, je komt er niet meer onderuit. In het begin van de oorlog had ik een handeltje, ik was toen eigen baas. Ik had toen duizend dozijn molton handschoenen gekocht. Nou, die kon je makkelijk verkopen. Ik trof een kennis aan in de trein en die zei "Deetje, ik heb gehoord dat jij molton handschoenen hebt". Zegt hij "Ik wil die handel van je kopen, kan dat?" Ik zeg "Ja". "Wat moet dat kosten?", zegt hij. Ik zeg "Dat en dat". Zegt hij "Nou, verkocht". Ik zeg "Maar wel con tant". Zeg ik "Wat doe je ermee?". Zegt hij "Ik verkoop het aan de wehrmacht". Zeg ik "Het spijt me voor jou, je krijgt het niet". Afijn, een maand Deetje en Boy (foto: Mike Verhoef) erna ben ik ondergedoken en hebben ze het voor niks gehad. Want ze hebben me helemaal leeg gestolen. Dus ik heb echt wel principes. Ik heb direct na de bevrijding het principe gehad dat ik de eerste de beste mof die bij mij thuis boven komt, direct van boven naar beneden de trap af zou sodemieteren. Gelukkig is er nooit één gekomen. Maar ik heb er wel eens één op een camping in Italië in elkaar geslagen. De Meer F-Side Na de oorlog ben ik direct weer naar Ajax gegaan. Mijn herinneringen aan De Meer zijn geweldig. Ik zat altijd op Vak AB, met mijn rug tegen de perstribune. Vooraf aan een wedstrijd kwam wijlen Nico Scheepmaker, een moordgo- zertje, altijd naar me toe en zei dan "Deetje, goeie wedstrijd jongen". Ik zei dan "Nico, het zelfde". Dat waren vaste gezegden. Die gezeg den gebruiken wij (Deetje en zijn Ajax-boezem- vriend Boy, red.) nu nog. Ik mis De Meer wel, de intimiteit, het kleinscha lige. Als je het veld opkwam met 'de Ajax Marsch', dan had je al gewonnen. In het Vak AB werd volop meegeleefd. Dat is nu in Vak 110 in de Arena wel anders. Ik zit altijd te schreeuwen, maar ben één van de weinigen die dat doen. Ze zeggen dan wel eens "hé opa, houd je bek". Ik zeg dan "we zitten gvd niet in Tuschinski". Het is net of er allemaal dooie vogeltjes zitten. Op dat gebied bewonder ik de F-Side. Ik heb veel op ze tegen, maar ik heb ook veel op ze voor. Ze blijven altijd gaan, al werden ze tegen Twente zwaar overstemd. Ik kan van de F-Side accep teren dat ze tegen het bestuur of Jan Wouters zijn, maar blijf dan en masse weg, dan weten ze waarom het is. Maar de ruiten ingooien bij het Concertgebouw, dat vind ik waardeloos. Dat heeft niets met het voetbal te maken. Ik was er trouwens ook doodziek van dat die van de herik er zat, want dat vind ik een miesgasser. Wat ik verder voor heb op de F-Side is dat ze normaal blind achter Ajax blijven staan. Wat ik weer op ze tegen heb is dat er blijkbaar geen sociale controle is. Als ik jou iemand een klap zie geven op de tribune of buiten het stadion aan een tegenstander en er komt rottigheid van, en ik zit naast jou en ik grijp je niet, ben ik nog een gro tere klootzak dan jij. Ik moet er we! bij vertellen dat die agressie vaak wordt uitgelokt door schandalige beslissingen van de scheidsrech ter, maar je kunt natuurlijk niet alle schuld in de schoenen van de scheidsrechter schuiven. De Meer was uiteindelijk geen houdbare zaak meer, want als er brand had geweest, was heel Betondorp afgebrand. De Arena geld De Arena vind ik wel heel mooi, niet sfeerloos. Als de supporters hun bek maar opentrekken, als ze schreeuwen is er sfeer. De gracht is 16 de ajax ster n

AJAX ARCHIEF

Fanzine De Ajax Ster (1996-2001) | 2000 | | pagina 16