presteert Ajax grillig. Na het zoveelste conflict met Pilatus doet JC iets wat in Amsterdam nie mand voor mogelijk had gehouden: Cruijff ver trekt naar rotterdam. Na deze dwaling komt De Verloren Zoon in de zomer van 1985 voor de derde keer terug bij Ajax. Ditmaal als Technisch Directeur, want voor het trainerschap ontbreken de benodigde papieren. Onder Cruijff speelt Ajax weer zeer aanvallend, geheel in overeen stemming met de 10 geboden: extreem vooruit denkend. Mede doordat onder Cruijff tal van jonge beloftevolle spelers hun debuut maken is het spel weliswaar briljant, maar blijven de pres taties wisselvallig. In het seizoen '86/'87 komt Ajax wel tot succes in de Europacup voor beker winnaars. Na ondermeer een weergaloze 3-2 overwinning tijdens het waterballet van Zaragoza wordt uiteindelijk de finale gehaald, waarin de duitsers van Lokomotive Leipzig de tegenstanders zijn. In een verre van grootse wedstrijd wint het jonge elftal van Cruijff met 1- 0, door een slimme goal van Cruijff's grootste apostel: Marco van Basten. Andere volgelingen uit dat elftal zijn Frank Rijkaard en Jan Wouters. Amper een halfjaar na dit succes barst de bom tussen Cruijff en Pilatus definitief. Het wegstu ren van De Verlosser breekt Pilatus nog behoor lijk op, als hij niet lang daarna zelf de aftocht moet blazen in verband met een geruchtmaken de FIOD-affaire. Nadat Cruijff als trainer aan de slag is gegaan bij Barcelona, komt er bij Ajax een nieuwe apos tel aan de macht: Louis van Gaal. Hoewel op vele punten verschillend van Ajax' Zoon, predikt ook hij het Evangelie van het aanvallende voet bal. Vanuit een geperfectioniseerde organisatie breekt er opnieuw een glorieuze periode aan. De posities krijgen onder apostel Louis een geheel nieuwe invulling. Zo is vanaf begin jaren '90 de centrale aanvaller niet langer meer de spits, maar de 'negen'. Ondanks de aanvanke lijke scepsis van met name de eigen achterban, leidt Van Gaal al in het eerste seizoen Ajax naar z'n volgende hoofdprijs: de UEFA-cup, welke wordt veroverd ten koste van Torino, na bijna een jaar louter Europese uitwedstrijden gespeeld te hebben. Hiermee is Ajax' Europese trilogie voltooid, een prestatie die slechts wordt geëvenaard door Barcelona en Juventus. Pas na dit succes stijgt het elftal midden jaren '90 naar grote hoogten. Vanaf de uitschakeling in de UEFA-cup door Parma in het voorjaar van 1994 groeien de Godenzonen naar het volledi ge wasdom. Het unieke van dit Ajax-elftal is dat het vrijwel geheel bestaat uit jonge zelfopgelei- de spelers zoals Patrick Kluivert, Edgar Davids, Clarence Seedorf, Michael Reiziger, de gebroe ders De Boer en natuurlijk het miskende talent Tarik Oulida. Deze jonge honden werden in het veld gecoached door de teruggekeerde apostel Frank Rijkaard en hadden met Jari Litmanen bovendien een sublieme nummer 10 in hun mid den. Twee jaar lang zou het team in de Champions League ongeslagen blijven. Slechts penalties in de tweede finale tegen Juventus verhinderen een dubbelslag. Nog helder op ons netvlies staan de drie overwinningen in één sei zoen op Milan, Milan, who the fuck is Milan! En wat te denken van de vreugdetranen in Wenen en de daaropvolgende Grachtenhuldiging in Amsterdam. Net als in de glorieperiode van de jaren '70 wordt ook nu de Wereldbeker gewon nen, ditmaal ten koste van Gremio. Ondertussen wordt ook in de competitie een ongeslagen status behaald, waarmee het record van 1972 wordt verbroken. De tot nu toe laatste profetie van de God Ajax is hiermee ver vuld. De Messias Cruijff is ondertussen gestopt met z'n actieve trainersloopbaan na vier opeenvol gende landstitels, diverse bekers en een Europacup I bij Barcelona. In het voorjaar van 1996 wordt Hij na wederom een conflict met een clubvoorzitter, de ongelovige Thomas Nunez, aan de kant gezet. Een levenswerk wordt bruut verstoord. Ook daar heeft Cruijff het Ajax-evan- gelie met een zeer Catalaans, jong en aanval lend team verspreid. Zijn ontslag wordt Cruijff's 'Hemelvaart'. Tot op de dag van vandaag is JC niet teruggekeerd in de actieve voetballerij. Zijn Heilige Geest waart echter nog overal rond, en is bij Ajax in het bijzonder voelbaar. De God Ajax beziet het allemaal van boven. Ondanks de hui dige mindere periode weet Hij dat het allemaal goed komt. Hij, Zijn Zoon, en de Heilige Geest zullen de Club die Hun Naam draagt tot in de Eeuwigheid bijstaan. Zij zullen het Licht zijn in periodes van duisternis. Bestuur, trainers en spelers hoeven slechts Hun licht te volgen. Hun wegen zullen ondoorgrondelijk zijn. Maar het zal altijd de juis te weg blijken. Amen. Ed Ad van Eunen de ajax ster nr. 29 55

AJAX ARCHIEF

Fanzine De Ajax Ster (1996-2001) | 2000 | | pagina 55