STOBl!*»®
e-
GOOD LUCK FRIEND,
IT'S ONLY A GAME"
13-14
Wm(E»F,C4F,CjyM^
een reisverslag uit het beloofde land -
KE STADIUM 211059 imx ma ii'm'Ki
irifl ÖOrnnn
Door de vele internationale successen van de
laatste tien jaar begint het aantal witte vlekken
op de Europese voetbalkaart steeds kleiner te
worden. Bijna elk land hebben we al eens met
een bezoekje vereerd. De loting tegen een niets
zeggende Israëlische club was een buitenkans
je dat we ons niet snel zouden laten ontglippen.
Het werd Hapoël Haifa, een club die bij nader
inzien wel even Besiktas en Club Brugge had
uitgeschakeld. Het besluit om mee te reizen was
dan ook snel genomen. Minder vlot verliep het
boeken van de reis. Er was haast traditiegetrouw
geen vliegtuig te regelen. Dit keer niet dankzij
de Roever-clan die de vliegtuigen wegkaapte,
maar een ordinaire herfstvakantie waardoor de
vliegtuigstoelen erg schaars waren. Kaarten zat,
maar betaalbare vluchten hö maar. Slagvaardig
optreden van de OFA voorkwam televisiekijken
en voor 1250 piek waren we drie volle dagen
onder de pannen. Alleen maatschappij El Al
maakte ons knap nerveus, maar dat probeerden
we maar even uit het hoofd te zetten.
Inmiddels was ook het "randgebeuren" van de
wedstrijd ontdekt door de media. Oeverloze dis
cussies teisterden onze zintuigen over het
gebruik van de Davidster en het vermeende
Joodse karakter van de club. Ook de in dit soort
situaties onvermijdelijke Ronny Naftaniel van het
Centrum voor Informatie en Documentatie over
Israël mocht weer eens voorstellen om suppor
ters een kijkje in een concentratiekamp te laten
nemen. Aan de Israëlische kant daarentegen
was de stemming euforisch en werd de wedstrijd
zelfs een Joodse derby genoemd. De Ajax-sup-
porters werd een warm welkom beloofd. Het
sprak ons meer aan dan het gewauwel van de
Nederlandse schriftgeleerden.
"Heeft u toevallig explosieven bij u?"
Met zo'n vijftig Ajacieden verzamelden wij ons
op de late woensdagavond van de 20e oktober
op Schiphol. Opvallend was het massale gezeul
met zware tassen dat tamelijk overdreven over
kwam gezien het korte verblijf. Al spoedig bleek
de trip meer van doen te hebben met een han
delsmissie dan met een Europese uitwedstrijd.
De bagage bestond naast de schone onder
broek en een tandenborstel voornamelijk uit
honderden samengeklonterde Ajax-petjes, sjaal
tjes en T-shirts. Alleen de Ajax-spiegeltjes en
kralen ontbraken. Voetbal is big business en de
handige jongens wisten de populariteit van Ajax
in Israël goed op waarde te schatten.
In een zwaar beveiligd deel van de vertrekhal
onderwierpen streng kijkende mysterieuze per
sonen alle passagiers één voor één staande bij
een lessenaar aan een kruisverhoor. "Nee, wij
hadden niets van vreemden aangenomen. Nee
hoor, lachten wij zenuwachtig, dit keer hadden
wij toevallig geen explosieven meegenomen".
"Oh nee, wij kenden de heer Arafat niet per
soonlijk. En wij hadden ook de bagage geen
"-"»>• °oii h"sth yjj pn^n
ff» Ftsgf
bjvwj-TOjin "t DIADORA
nnn«
0l£l» J#A
moment uit het oog verloren". Overbodige vraag
eigenlijk, want welke handelaar verliest er nu zijn
kostbare handelswaar uit het oog?.
Tenslotte konden wij met het ultieme bewijsma
teriaal de mond van de El Al ondervrager snoe
ren: het kaartje voor de wedstrijd. Tegen zoveel
argumenten kon zelfs de Mossad-agent niet op.
De man gaf zich gewonnen en wij stonden met
één voet in Israël. Nadat we nog snel even de
vrachtbrieven van het toestel controleerden, je
weet maar nooit met zoveel overgewicht, dron
ken we ons met liters frisdrank moed in voor de
riskante vlucht. Israël, here we come!