H
GAASTER LAND'S
ZOON
of:
het late gelijk van de voetbalsupporter
DE
STILLE
DOOD
VAN...
m
We schrijven 21 augustus 1996. Het is de
eerste competitiewedstrijd in de nieuwe
Arena. Als Ajax in de 81e minuut de
verlossende 1-0 scoort, flitst er over de
beeldschermen een stripfiguur voorbij. Het gaat te
snel en ik twijfel of ik het me misschien verbeeld.
Supporter S. bevestigt mijn vrees. Ook hij heeft het
ventje op het scherm waargenomen.
Voor aanvang van het eerste seizoen in de
Arena is mij ai ter ore gekomen dat er op
initiatief van Ajax en de Arena een mascotte
is ontworpen die een symbolische brug moet slaan
tussen beide bedrijven. De mascotte zal tijdens
Arena-evenementen worden ingezet ter
ondersteuning van promotionele activiteiten. Zijn
vader geeft hem de naam Champy. In al mijn
naïviteit had ik verwacht, of waarschijnlijk tegen
beter weten in gehoopt, dat het gedrocht beperkt
zou blijven tot een papieren mascotte, zodat ik hem
verder geen aandacht schonk. Maar uit de
computeranimatie op het beeldscherm begrijp ik
dat hij tot leven is gewekt. Alsof dat niet voldoende
is, betreedt Champy nog voor dë winterstop In vol
ornaat het veld. Compleet met Griekse helm, baard
en gekke dansjes. Mijn bloed kookt en ik voel mijn
hart in mijn keel kloppen. Ik begin hem uit te
schelden en sta op van mijn piek. Staan is in de
Arena nog ten strengste verboden. Als je moet
plassen moet je je vinger opsteken. Maar bij het
zien van Champy knapt er iets in me. De maat is
vol, ik wil het veld op. Met Champy zet mijn club
zichzelf te kakken en mijn oprechte
supportersschap wordt belachelijk gemaakt. Ik
verwacht eigenlijk dat meer supporters zullen
opstaan om Champy het stadion uit te jagen, maar
het publiek om mij heen reageert apathisch op zijn
verschijning. Er zitten 50.000 mensen in een
uitverkochte Arena, maar ik voel mij moederziel
alleen.
Enkele wedstrijden later blijken er zelfs
Champy-artikelen te koop. Zo is er voor
Fl. 25,- een sjaal verkrijgbaar met daarop
slechts het woord "Champy". Het verband met
Ajax of de Arena is totaal afwezig. Welk type
kopers de marketeers bij dit product in
gedachten hebben gehad wil ik niet eens weten.
Tijdens de officiële opening van het Ajax-
museum staat Champy bij de hoofdingang
gekke bekken te trekken en zie ik dat een paar
kinderen met hem op de foto gaan. De
allemansvriend poseert bereidwillig. Ik wilde
vroeger met Ajax-spelers op de foto, maar
blijkbaar is voor deze nieuwe supporters
Champy een bevredigend alternatief. Om een
uitweg te vinden voor mijn groeiende frustratie
benader ik Michael van Praag voor een gesprek.
Nadat ik met twee medesupporters een keer
voor niets ben komen opdraven is het uiteindelijk
zover. In het gesprek worden onze vooroordelen
over Van Praag, en waar hij met Ajax heen wil,
dubbel en dwars bevestigd. Illustratief voor het
gesprek is onze 'discussie' over Champy. Hij
schuift ons probleem lachend van tafel: "Als
40.000 mensen Champy wel leuk vinden, dan
laten we hem gewoon staan". Ajax is voortaan
vóór iedereen van Michael van Praag, zoveel is
duidelijk. Bij het idee dat een club met een
roemrijk verleden als Ajax zichzelf te kakken zet
door een mascotte tot leven te wekken, heeft hij
blijkbaar nooit stilgestaan. Dat wij ons als
volwassen Ajax-supporters niet serieus
genomen voelen door deze vorm van
veramerikanisering van ons geliefde spel komt
niet bij hem op. Als de massa zijn mond
dichthoudt en gewoon blijft komen dan zal
Champy wel leuk zijn, is zijn redenering.
et is nu drie jaar na de geboorte van
Champy en tijdens het Amsterdam-
toernooi blijkt plotseling dat 'de zoon van
38
de ajax ster nr. 26