Van Eunen gaat diep door mr. Ed Ad van Eunen Ajax van de Eeuw Om te beginnen wil ik u mijn excuses aanbieden. Na m'n uitstapje in de vorige Ajax Ster over het Oranje van de Eeuw wordt het nu tijd om een en ander recht te zetten. Het is echter geen gemakkelijke opgave om het Ajax van de Eeuw te componeren. Over het te spelen systeem hoef ik geen woorden te verspillen, iedereen weet hoe Ajax al sinds de oprichting op 18 maart 1900 speelt: 4-3-3. Aanvallend dus, zowel uit als thuis. Volkomen in de traditie van onze Griekse God. Nergens anders op deze aarde is een club te vinden die zijn gekregen naam zoveel eer aan doet als Ajax. Opgericht door Han Dade, Floris Stempel en Carel Reeser. Waarom horen we niets over hen? Waar is hun standbeeld? Ik bedoel Juan Gamper, oprichter van Barcelona, wordt ook op die manier vereerd. En dan is er natuurlijk ook nog het jaarlijkse Juan Gamper toernooi. Ideetje voor ons o zo nostalgisch bestuur? Het is natuurlijk een gedrocht dat wij het met een "Amsterdamned tournament" moeten doen. Maar goed, ik dwaal af. Mijn voorzitters van de eeuw zijn dus de oprichters, aan degenen die erna kwamen wordt al genoeg aandacht besteed. Voordat ik bij het daadwerkelijke elftal kom wil ik echter eerst beginnen met de Technische Staf. Een hoofdcoach hebben we eigenlijk niet nodig: Johan is immers de baas. De supervisor annex speler, met Michels onafscheidelijk op de bank. Voor de positie van assistent-trainer komt maar één man in aanmerking: Bobby Haarms. Hetzelfde geldt voor de materiaalman. Ik zou niet eens een ander dan Sjakie Wolfs kunnen noemen. Goed, het elftal dan. Bij de 'één-positie' schiet me meteen een anecdote in gedachten. Voordat Ajax voor de eerste maal de Europacup won in 1971 sloten de heren Heinz Stuy en Rinus Michels een weddenschap af dat als Stuy de nul zou houden tijdens de finale, hij de eerstvolgende wedstrijd zelf mocht bepalen waar in het veld hij wilde spelen. Aldus speelde Stuy, die uiteindelijk tijdens alle Europacupfinales de nul hield, tegen Go Ahead in de spits. Helaas zijn dergelijke praktijken nu uitgestorven. Het grootste keeperstalent dat echter ooit bij Ajax onder de lat stond en ook terecht onlangs is gehuldigd als 'Keeper van de Eeuw' is natuurlijk Edwin van der Sar. Voor de 'twee' val ik wederom terug op good old Wim Suurbier, hoewel Sonny Silooy me ook wel kan bekoren, zeker nu hij nog steeds gewoon z'n gezicht laat zien op Zuid. De 'drie' vul ik in met Frank Rijkaard, die op Danny Blind voor heeft dat hij is opgeleid door Ajax. Ook voor de 'vijf' zijn er denk ik twee voorname kanshebbers: Krol en Frank de Boer, die als nadeel heeft dat ie nog speelt. Uitgebalde voetballers worden namelijk met het jaar beter. Op de cruciale 'vier' positie moet natuurlijk een breker staan. Wouters of Neeskens dus. Een dubbeltje op z'n kant, ik hou het maar op Neeskens. Bij de twee halfposities zijn er alternatieven te over. Op 'zes' komen in aanmerking spelers als Vanenburg, Winter en Ronald de Boer, bepaald geen kleine jongens. Ik kies echter verrassend voor Henk Groot, de begaafde technicus die Johan in z'n beginjaren slimmer leerde voetballen. Op de 'acht' spelen doorgaans de Ajacieden die de tegenstanders het meeste haten. Echte boegbeelden van de Amsterdamse arrogantie dus. Zo legde Gerrie Muhren ooit het Bernabeu stil met een hooghoudkunstje die echte Madrilenen nog steeds niet verwerkt hebben. Verder poortte Edgar Davids in z'n eerste Europacupduel gewoon ijskoud Savicevic alsof het een eerstedivisiespeler betrof. De kroon wordt echter gespannen door de meester van de schijntrap: Richard Witschge. Iemand die tegen f* uit r* de bal 10 keer hooghoudt puur om deze lui te vernederen mag nooit in het Ajax van de Eeuw ontbreken. Dit betrof tevens het eerste echt memorabele voetbalmoment in de Arena. Ik schuif een linie door en kom aan bij de 'zeven'. De voorzetten van John van 't Schip (Schip-ahoy voor ex vak-M'ers) en het debuut van Bergkamp flitsen door m'n hoofd. Maar eigenlijk kan ik niet om Mister Ajax heen: Sjaak Swart (Paco), verdere toelichting overbodig. Op de 'negen' hebben bij Ajax heel wat memorabele spitsen rondgelopen. Maar ondanks spelers als Willem Kieft, Ruud Geels, Stefan Petterson en Patrick Kluivert kan alleen Marco van Basten deze positie innemen. Iedere Ajacied kan zelf wel 32 de ajax ster nr. 26

AJAX ARCHIEF

Fanzine De Ajax Ster (1996-2001) | 1999 | | pagina 32