en zit men echt niet verlegen om Ajax, psv of
feyenoord. Ook uit de mond van supporters valt
steeds vaker te horen dat een Europese
competitie om meerdere redenen niet
aantrekkelijk is. Het bezoeken van uitwedstrijden
wordt immers onbetaalbaar en waarschijnlijk
zien supporters net zo lief Ajax - RKC als Ajax -
Juventus. Een Europese competitie maakt dat
het aparte karakter van Europees voetbal
verdwijnt en de nationale competitie devalueert.
De vraag is ook wat de Nederlandse topclubs te
zoeken hebben in zo'n
competitie. De kans
is groot dat ze
een rol als
■pp7 middenmoter
moeten vervullen
waardoor hun status
als topclub ontegenzeglijk wordt
aangetast. Wie de redenering van Kales
doortrekt naar een Europese competitie, kan
bovendien niet anders dan concluderen dat
topclubs zoals Manchester United meer
aanspraak mogen maken op televisiegelden dan
Ajax omdat ze groter en populairder zijn. Zo
wordt Ajax ook in financieel opzicht een
Europese middenmoter die zich met bescheiden
ambities tevreden zal moeten stellen. Als er dan
toch internationaler gedacht moet worden, is een
samenvoeging van de Nederlandse en
Belgische competities een meer reële optie, die
bovendien ook voor supporters aantrekkelijk kan
zijn. De vraag is echter wat het onaantrekkelijke
verdedigende Belgische voetbal aan de
Nederlandse competitie toevoegt.
Sportiviteit versus financiële belangen
Déze twee leven op gespannen voet met elkaar.
Het is duidelijk dat Ajax als beursgenoteerde
club zijn aandeelhouders iets te bieden moet
hebben. Bij voorkeur een van jaar tot jaar
regelmatig stijgend dividend. Daarom moeten
clubs ook buiten het veld de concurrentie met
elkaar aangaan. Een ongezonde situatie want
de voetbalsport dreigt daarmee te verworden tot
een spelletje monopolie dat is afgelopen als
Manchester United gewonnen heeft. Man U is
dan definitief de populairste en rijkste club, maar
tegen wie moeten ze spelen? Op dit moment
hebben clubbestuurders absoluut niet in de
gaten dat voetbalclubs wederzijds van elkaar
afhankelijk zijn. De verschillen dreigen op
nationaal, maar ook op Europees niveau zo
groot te worden dat er een onverslaanbare elite
ontstaat waar de rest nooit of te nimmer meer
van kan winnen. De aantrekkelijkheid van 'het
product' voetbal ligt juist in de onzekerheid over
de uitslag. De kans op winnen moet in evenwicht
zijn met het risico van verliezen. De
krachtverschillen in een competitie mogen niet
te groot zijn, anders verliest het voetbal zijn
aantrekkingskracht. In feite is iedere competitie
een kartel (waar de Europese Commissie zo op
tegen is), maar één dat nodig is om de sportieve
concurrentie te kunnen garanderen. In dit
opzicht verschilt voetbal van iedere gewone
bedrijfstak.
Supporters en het 'merk'
Volgens financiële analisten zijn er vanwege de
'merkentrouw' van voetbalsupporters oneindig
veel mogelijkheden om geld te verdienen. In de
praktijk valt dat bitter tegen. In Engeland wordt
het schip reeds door de wal gekeerd. De
inkomsten uit merchandising lopen terug. Niet in
laatste plaats omdat supporters het gevoel
hebben dat ze door hun club worden
uitgeknepen. De prijzen van shirts variëren van
£40 tot £70 en iedere club heeft elk seizoen
minimaal twee nieuwe shirts. Uiteraard wil iedere
supporter in het nieuwste shirt lopen (bij
Newcastle draagt 70% van de stadionbezoekers
een shirt van de club), maar niet tegen elke prijs.
De verkoop van club-artikelen is in Engeland het
verst gevorderd. Op het vasteland van Europa
staat het nog in de kinderschoenen. Het
jaarverslag van Ajax laat zien dat de inkomsten
uit merchandising in de eerste helft van 1998
niet meer dan 3,7 miljoen bedroegen, in
Engeland zou Ajax met een dergelijke opbrengst
ternauwernood op een achtste plaats eindigen
achter Aston Villa en dan hebben we het alleen
over beursgenoteerde clubs.
De clubs hebben zich ook gek laten maken met
het idee dat met Pay Per View heel veel geld te
38
de ajax ster nr. 25