tafel gelopen om een handtekening te vragen en
met alle geduld krijgen ze die ook, red.)
Zie je voetbal als werk?
"Ik zie het als werk, maar wel werk met heel veel
plezier. Er zijn mensen die het slechter hebben
dan ik. Daar denk ik altijd aan. Het is wel zo dat
ik de laatste vijf jaar meer van het leven ben
gaan genieten naast de voetballerij. De presta
ties lijden daar niet onder. Vliegen is nog steeds
een hobby van me. Als ze mij jaren geleden als
piloot hadden gevraagd dan had ik het wel
geweten, ik zou het meteen doen. Nu ben ik te
oud, de studie duurt gewoon te lang om dat nog
te doen".
Je ziet er beter uit dan enkele jaren geleden,
zelfs fitter. Voel je dat ook zo?
"Ik ben op dit moment niet eens fit. Ik heb last
van mijn knie, ook door de zware voorbereiding.
Dat heb ik te danken aan Frank Rijkaard die tij
dens de wedstrijd van Johan Cruyff (Johan
Memorial, red.) ongelukkig tegen mij opbotste.
De botsing stelde niks voor, hij had het zelf vol
gens mij niet eens in de gaten. Een paar dagen
daarna ben ik er al aan geopereerd".
Dus het is Rijkaard zijn schuld dat je niet in
Oranje staat?
Wie weet, wie weet".
En wat betreft je basisplaats?
"Ik wist wel dat Fred Grim een voorsprong op mij
had toen ik hier kwam, dat is mij van tevoren ver
teld. Anders had ik natuurlijk niet getekend".
Wanneer heeft Ajax jou benaderd om terug te
komen?
"Ongeveer een maand na de wedstrijd van
Johan Cruyff. Het kwam als een verrassing, ik
had eigenlijk al mijn plannen gericht op België
toen Ajax belde".
Wat vind je van het afscheid dat genomen
wordt door de F-Side van vertrekkende spe
lers en zou het wat voor jou zijn?
"Het geeft je kippenvel. Het is ook vrij uniek dat
dat zo gedaan wordt. Ik denk alleen al aan
Pettersson en de rillingen komen vanzelf. Aan
afscheid nemen denk ik nog niet, ik heb tenslot
te een contract getekend voor twee jaar. Het
spreekt in ieder geval waardering uit voor wat je
voor de club en de supporters hebt betekend.
Een paar jaar geleden ging het er anders aan toe
toen ik vertrok. Het bestuur nam toen niet eens
de moeite om mij een hand te geven toen ik op
de laatste dag in De Meer mijn spullen op ging
halen. Dat is mij erg tegengevallen. Ik was zelfs
op vakantie toen ik hoorde dat ik naar psv zou
gaan. Van Praag heeft mij niet eens bedankt en
gelukgewenst. Alleen Van Gaal heeft nog met mij
gesproken en gezegd dat ik van hem niet weg
hoefde en dat hij het jammer vond dat ik ging.
Pas maanden later heeft Van Praag het gepro
beerd goed te maken door mij uit te nodigen op
een Ajax-supportersfeest in de omgeving van
eindhoven. Ik was daar uitgenodigd. Zodoende
heb ik eigenlijk nooit afscheid kunnen nemen van
mijn supporters. Er vertrekken wel meer spelers
op die manier, denk bijvoorbeeld aan Sonny
Silooy, die krijgt ook een paar jaar later de eer die
hij verdiend, al is het wat laat. Je kunt ook niets
plannen in de voetballerij. Helaas is zo'n mooi
afscheid door deze onzekerheid niet voor ieder
een weggelegd, al weet ik zeker dat iedereen dat
wel zou willen. In de spelersgroep hebben we het
er wel eens over".
Even heel iets anders: wat vind je van de toe
standen rond waterreus bij psvHij moet weg
maar gaat niet.
"Het verbaast me niets. Bij Roda JC voelde hij
zich al verheven boven de rest alleen al omdat hij
een Havo-diploma had. Het is een goede keeper,
maar als mens had ik problemen met hem. Je
zegt toch niet in het openbaar dat er maar drie
goede spelers bij psv in het veld lopen? Dan val
je je collega's af. Wat dat betreft heeft hij aan Eric
Gerets een goede, die heeft een hekel aan men
sen die zich anders voordoen dan de rest. Gerets
is trouwens een fantastisch sociaal mens, ik heb
tenslotte met hem gewerkt in België. Als ze mij
zouden zeggen dat ik weg zou moeten, dan had
ik al lang weggeweest. Dat is toch een teken dat
ze je niet waarderen ondanks dat de supporters
je juist wèl waarderen. Maar ja, dat typeert een
beetje waterreus".
Tot slot: heb je de supporters nog wat te mel
den?
Ik wil ze bedanken voor alle steun die ik in al die
jaren heb mogen ontvangen, ook toen ik bij de
rivaal speelde. Dat mag ook niets uitmaken vind
ik, het gaat toch om de persoon, om mijn per
soon. Daarom zijn het ook mijn supporters".
Toen we Stanley verzochten om even te poseren
voor een foto bleek dat hij geen Umbro-shirt aan
had maar een shirt van zijn sponsor van keeper
handschoenen. Hij moest aan Ajax denken zei hij
(en aan zijn portemonnee, want het zou hem op
een boete komen te staan), zodoende werd er
even een shirt 'geleend' die hij na gebruik gelijk
mocht houden. Nadat hij ons had bedankt voor
dat wij hem konden bedanken namen we
afscheid van elkaar.
"Sir" Stanley, een heer van stand. Een titel die
ook bij hèm past en bij niemand anders.
nr. 24 de ajax ster
11