Hoofdsteward Martin: vriend of vijand?
Over hoofdsteward Martin doen vele verhalen de ronde. Zo heeft supporter R. louter slechte
ervaringen met hem, terwijl supporter M niets anders dan goede berichten over hem weet te
vermelden. Omdat het voor supporters belangrijk is met wie ze te maken hebben, hebben we
zowel de lange monoloog van R. (in gewone letters) als de korte mededelingen van M. (schuin
afgedrukt en tussen haakjes geplaatst) in dit artikel opgenomen.
Tot slot hebben we Martin's reactie op een aantal van deze aantijgingen vermeld.
Voor alle duidelijkheid: alle hierna opgeschreven feiten zijn nagetrokken en berusten op
waarheid!
Voordat we echt partij kiezen in deze toch wel delicate kwestie, willen we eerst eens vernemen
hoe de ervaringen van andere supporters(groepen) met deze Martin zijn. Stuur ons s. v.p. een
mailtje of brief als je iets over hem te melden hebt, dan kunnen we in de volgende DAS hierop
doorgaan.
Stewarding. Een ruim vier jaar geleden begonnen fenomeen. In het begin werden deze
nieuwkomers door niemand serieus genomen en zeker niet door mij. Wat wilden ze nu eigenlijk
doen tegen ons, de F-Side en (toendertijd) 's lands machtigste supporters. Je zag ze niet staan.
Tot die uitwedstrijd tegen Willem II in januari 1996.
Gesloopte stoelen in Tilburg
De wedstrijd was niet om aan te zien geweest en Ajax had jammerlijk verloren. Direct na de
wedstrijd stroomde het Ajax-vak leeg. Slechts een klein deel van de supporters bleef nog even
wachten totdat de massa was vertrokken. Een paar van hen schopten teleurgesteld tegen wat
stoeltjes, die zonder enige weerstand te bieden direct afbraken. De boosdoeners zagen hierin
een stimulans om door te gaan. Secondelang hoorde je niets anders dan het geluid van
afbrekende zitplaatsen. Totdat er opeens vanuit het niets een aantal in afzichtelijke rode jasjes
gestoken mannetjes verschenen die de schoppende tribuneverbouwers besprongen. Door hun
meerderheid slaagden ze erin de supporters in bedwang te krijgen en langzaam maar zeker
tegen de grond te werken. Alhoewel ik in principe nooit voorstander ben geweest van
slooppraktijken en ik de aangevallen supporters niet kende, vond ik het onacceptabel dat ze
door anderen dan politieagenten werden aangepakt. Ik riep om me heen "kom op jongens, dat pikken we niet" en
probeerde direct hierop zonder bruut geweld te gebruiken één van de supporters te ontzetten. Vrijwel direct werd ik
echter zelf in mijn nekvel gegrepen en hoorde een stem sissen "als je je er niet buiten houdt, pakken wij jou ook op". Ik
draaide mij om en keek in het wat louche gezicht van een kaalhoofdige besnorde steward. Tegelijk keek ik om mij heen
en zag dat het pleit inmiddels beslecht was. De stoeltjesslopers lagen in een houdgreep, de door mij om bijstand
opgeroepen supporters waren rustig doorgelopen en aan het andere kant van het vak stroomde politie binnen om de
stewards een handje te komen helpen. Ik besloot eieren voor mijn geld te kiezen, mompelde dat ik helemaal niet van
plan was geweest om mij ermee te bemoeien, rukte mij zachtjes los en liep in ganzenpas het vak uit. Buiten gekomen
zag ik een kennis die ik het verhaal vertelde. Ik was juist bij de kaalhoofdige steward beland toen deze ons rakelings
passeerde. Mijn kennis zei zonder te aarzelen "oh, dat is Martin, daar moet je voor oppassen". Omdat ik het vage
vermoeden had dat Martin wel eens naar mij op zoek zou kunnen zijn, nam ik afscheid van de kennis en verdween in
de duisternis. Kennelijk een man om op te letten, die Martin.
Vóór aanvang van bij de kampioenswedstrijd in Groningen in april 1998 bleken er meer dan honderd Ajax-supporters
zonder kaartje het uitvak te zijn binnengekomen. Vlak voordat de supportersbussen arriveerden, werd Martin erop
attent gemaakt dat het buffervak maar beter kon worden geopend omdat het anders wel heel erg benauwd in het
uitvak zou worden; dit werd keurig door Martin geregeld)
De onderlinge knokpartij op het Kasteel
Een maand later gingen we naar Sparta-Ajax. Omdat we veel feyenoorders verwachtten, gingen we met een grote
groep. Rondom het Kasteel werden er wat loslopende feyenoorders verjaagd en wat attributen ingepikt. Eén Ajacied
liep trots met een feyenoord-petje op het Ajax-vak in en bleef met een paar vrienden net binnen de ingang staan
praten. Drie meter van hem af stond Martin met een paar mensen te praten. Wat verwacht kon worden, gebeurde. Er
kwam een Ajax-supporter binnen die het feyenoord-petje zag, de drager van dit petje niet kende en al roepende "hé,
een feyenoorder"ten aanval trok. Helaas voor hem was hij op dat moment alleen en de petdrager met diverse vrienden,
zodat de aanvallende Ajacied het onderspit dreigde te delven. Reden voor mij om Martin erop te attenderen dat hij zijn
werk moest doen en als een soort boksscheidsrechter tussenbeide moest komen. Martin koos echter voor een andere
tactiek. Hij wachtte het einde van het gevecht af en liep daarna slijmerig lachend op'de winnende partij (de partij van
de man met de pet) af en vertrouwde hen toe dat hij de verliezer wel een heel erg grote sukkel vond. Een mannetje met
een wel erg beangstigende mentaliteit dus, die Martin. En die moet ons tot een goed voorbeeld zijn?
(Nadat in het begin van het seizoen 1998-1999 door stewards zelfs het meenemen van alcoholvrije dranken in de
combibussen was verboden, heeft Martin -na overleg met supporters- er uiteindelijk voor gezorgd dat dit verbod weer
werd ingetrokken)
Het Davidsster-verbod in Utrecht
Op 31 augustus 1997 had de Utrechtse politie een verbod uitgevaardigd op het meenemen van Davidssterren. Ze
werden als te provocerend voor de Utrechtse aanhang beschouwd (waarom mag Joost weten). Uiteraard trokken de
Ajax-fans zich hier niets van aan en tijdens de wedstrijd vielen er vele Jodenvlaggen op de beide vakken te
bewonderen. De politieagenten onderin ons vak vonden het allang best. Zolang er niet gevochten of gesloopt werd,
zouden die vlaggen hun een zorg zijn. Dat gold echter niet voor Martin. Die vlaggen moesten en zouden in beslag
worden genomen. Na een aantal vergeefse pogingen te hebben gedaan om de agenten op de vlaggenzwaaiers af te
sturen, probeerde hij zelf een poging te wagen om een vlag in beslag te nemen, nadat hij eerst geprobeerd had het
zwaaien met deze vlag te beletten. Uiteraard mislukte deze poging jammerlijk. Wie dacht dat mannetje wel dat hij was.
20