Van boskakkerlakken en luchtverfrissers
Volgende week is het weer zover, dan gaan we in de kuip ons jaarlijkse portie "zekere"punten halen. Omdat het al
jarenlang stil is rond de derde club van rotterdam, hebben we maar weer eens contact gezocht met onze "Mol uit
rotterdam" en hem gevraagd om wat wetenswaardigheden over dat duppie en zijn aanhang te verzamelen.
Hieronder volgt zijn verslag.
Het valt niet mee om iets over dit onderwerp te weten te komen. Als ik hier iets vraag, wordt ik vanwege mijn
Amsterdamse accent in het meest gunstige geval wantrouwig bekeken; in ieder geval krijg ik nooit een antwoord
waar ik iets aan heb. Bibliotheken bestaan helaas nog steeds niet in dit deel van zuid-holland, zodat ik ook daar
geen informatie vandaan kan halen. Gelukkig is er sinds kort wel een gemeentehuis met hierin zelfs een heus
archiefje (ja, echt waar!). Na drie minuten speuren in één van de twee vergeelde schriften ontwaarde ik een
historisch verslag over de bevolking van het beneden de maas gelegen deel. Omdat me dit voor de DAS-lezers wel
interessant leek, scheurde ik dit blad eruit en plakte het hieronder. Voor alle duidelijkheid, het bovenste mormel is
het vrouwtje.
Niemand weet precies hoe lang de gewone kakkerlak
Blatta orientalsal in gezelschap van de mens heeft
geleefd, maar geschreven vermeldingen gaan terug tot de
17e eeuw. Zijn aantallen zijn de laatste tijd afgenomen en
op veel plaatsen is hij. dankzij betere hygiene, helemaal
verdwenen. Hier en daar is hij echter nog steeds een alge
mene en op grote schaal voorkomende synantropische
soort Hij houdt van warmteen is daarom vooral overvloe
dig aanwezig in bakkerijen, plattelandsziekenhuizen,
hotels, huizen, pensions en dergelijke. In Zuid
leeft hij ook in de open lucht.
Het mannetje is van het vrouwtje te onderscheiden
door zijn lange vleugels en twee extra uitsteeksels aan het
uiteinde van zijn achterlijf. Het vrouwtje heeft heel korte,
stompachtige vleugels. De gewone kakkerlak is omnivoor
en niet bepaald geliefd omdat hij zijn uitwerpselen overal
laat liggen. Het is een niet-vliegende soort en dankzij zijn
platte lichaam kan hij overdag in allerlei spleetjes cn dus
uit het zicht kruipen. Zijn ontwikkeling duurt erg lang.
Sommige kakkerlakken houden niet zo van menselijk
gezelschap en geven de voorkeur aan de open lucht Een
hiervan is de veel voorkomende boskakkerlak (Ectobius
lapponiciis). De mannetjes en vrouwtjes van deze typische
bossoort zijn verschillend van kleur en hun vleugels
verschillen in lengte. Het iets grotere mannetje heeft een
donker, licht omrand scutum en donkere poten, terwijl het
scutum en de poten van liet vrouwtje licht van kleur zijn.
De mannetjes kunnen vliegen en bezoeken meestal strui
ken en grassen. Als ze gestoord worden, duiken zc meteen
ergens onder of achter.
Tot zover de bevolking uit dit achtergestelde deel van de Europese Gemeenschap.
26