Glipkunstenaars
Velen kunnen je sappige verhalen vertellen over de typische "Jodenstreek", weinigen hebben hem echter in praktijk
gebracht. We doelen hier op een Amsterdams verschijnsel: glippen. Oftewel het bezoeken van een voetbalwedstrijd
zonder (geldig) kaartje. Twee recente voorbeelden hiervan zijn de zogenaamde stormloopjes bij AZ-Ajax en FC
Groningen-Ajax. Deze stormloopjes zijn de wat agressievere variant van het meer kwajongensachtige glippen.
Glippen is onschuldiger, maar hoort wel degelijk bij de opvoeding van "de harde kern". Zonder glipervaring in je
bagage tel je niet mee, al trek je drie T-shirts met een buldog aan.
Een voorbeeld van een sappig verhaal is dat van Ajax-persvoorlichter David Endt. Die schreef in het Parool dat hij
vroeger achter het Olympisch Stadion met een bootje het water overging en zo enkele wedstrijden bezocht zonder
te betalen. Spannend om te lezen, maar wij vermoeden dat zijn eigen columns door niemand gecontroleerd of
gescreend worden. Het waarheidsgehalte trekken wij dan ook in twijfel. Een aantal glipkoningen met een
indrukwekkend curriculum vitae, doet in DAS een boekje open over haar praktijken en belevenissen.
Zwemmen
Onze glipcarrière gaat terug tot 1981. De eerste
ervaringen werden niet opgedaan bij het voetballen,
maar bij het zwemmen. In de zomer werd er vanuit
school naar het Flevoparkbad in Amsterdam-Oost
gefietst. Via verschillende bomen werd er over het
hek gesprongen en werd er genoten van een gratis
bad. Hier leerde wij al op jonge leeftijd dat iets veel
leuker is wanneer het gratis is. Het is nog leuker
wanneer er mensen kwaad op je worden
(bijvoorbeeld families die wel netjes betaald hadden
en die plotseling schooljongens uit de bosjes zagen
komen). Na een jaar oefenen in het zwembad werd
de overstap naar het voetbal gemaakt.
De Meer
In de jaren tachtig bestond de glipgroep uit ongeveer
30 jongens (meisjes hielden toen gelukkig nog niet
van voetbal). Een groot deel van de groep was
afkomstig uit de buurt (Watergraafsmeer en
Betondorp). Elke wedstrijd werd er een nieuwe list
verzonnen om het stadion binnen te komen. De
mede-glipper werd herkend aan zijn oplettende blik
en aan het verdachte feit dat je hem voor aanvang
van de wedstrijd meerdere malen tegenkwam. Je zag
hem op verschillende plekken rond het stadion,
loerend op een geschikte glipmogelijkheid.
In die jaren kregen de controleurs bij Ajax slechts een
schamele onkostenvergoeding en wat
consumptiebonnen voor de Voorland-kantine. Dat ze
ook nog een gedeelte van de wedstrijd konden
volgen was voor hen voldoende. Het is dan ook niet
zo verwonderlijk dat bij Ajax de controle voornamelijk
bestond uit oude sjofel geklede mannetjes die op
zondag vooral uit clubliefde de kaartcontrole deden.
Het typeerde Ajax en het had zijn charme. Voor deze
mannen was een extra zakcentje altijd meegenomen
en voor een gulden was je dan ook verzekerd van
een goedkope wedstrijd.
Veel glippers vonden schijnbaar zelfs een gulden
teveel (de echte Joden haalde je er toen al uit) want
de goedkoopste en meest gebruikte gliptruc was het
doorgeven van seizoenkaarten en losse kaartjes.
Vaak gebeurde dit bij de pisbakken achter vak F. De
kaart werd in een pakje sigaretten gestopt en over
het hek en de sloot gegooid en zo door meerdere
jongens gebruikt. Was je door de eerste controle
heen dan was je "binnen". In de periode vóór het
staafincident was er nauwelijks controle bij vak F
(denk aan de legendarische tekst "vrij entree" die
boven de ingang gespoten stond). Stond er tot Ieders
verrassing toch controle, dan werd deze even kwaad
aangekeken en verder genegeerd.
Op een dag stond er een grote groep glippers voor
de ingang terwijl de wedstrijd al 15 minuten bezig
was. De dreiging voor de slechts 3 controleurs
werd ogenschijnlijk te groot want onder het oog van
de politie werd het hek opengezet. Op vak F vroegen
velen zich af waar al deze kleine rotjochies een
kwartier na aanvang van de wedstrijd toch allemaal
vandaan kwamen.
Een andere mogelijkheid bracht de gezinstribune
(Vak J). Ajax bood amateurclubs de gelegenheid om
met groepskorting de wedstrijd te bezoeken. Tot
grote vreugde van het glipvolk werd daar gretig
gebruik van gemaakt. Veel clubs kwamen een dagje
naar Ajax. Het toespreken van enkele willekeurige
kinderen alsof je ze al jaren kende en het aan de
controleurs vertellen dat je hun "begeleider" was
leverde een vrije doorgang op.
Een riskantere manier was het volgooien van de sloot
met rotzooi zodat je naar de overkant kon springen.
Lukte dat, dan moest er nog over het hek geklommen
worden. Zo gebeurde het dat er aan de Stadszijde
tientallen supporters de sloot over waren, maar nog
niet het hek waren overgeklommen. Aan de andere
kant van het hek was de ME inmiddels gearriveerd,
die rustig stond te wachten tot iedereen weer
teruggesprongen was. Er was slechts één meter
ruimte tussen de sloot en het hek dus een aanloop
nemen was onmogelijk. Het leverde veel glippers een
natte broek op.
Voor diegenen die zich afvroegen wat die agent met
die hond toch altijd deed op het trainingsveld voor de
Meer het volgende relaas. Tijdens een Ajax-FC
Utrecht klommen zo'n 30 glippers met succes over
het hoge hek langs het trainingsveld. Vanaf dat
6