t cj 0 Geachte heer van den herik, Ik word nu toch wel een beetje licht geïrriteerd door al uw domme uitspraken over ons aller Ajax. Vandaar een kort maar krachtig gedichtje over u. Ik blijf nog netjês maar als u zich de volgende keer weer zo negatief opstelt over onze club en daarbij mij ook nog vals beschuldigd over mijn functie bij de voetbalbond, zal ik u geen tulpen uit Amsterdam sturen maar iets anders die u het allerbeste wensen, en zolang ik de allergrootste ben bij de KNVB heeft uw kleine clubje feyenoord niets maar dan ook niets te vertellen."Dan weer dit en dan weer dat, ik flip er van, ik ben je zat. Ik zou alles anders doen, ik zou zwichten voor de poen. Maar jouw mening interesseert me niet, want ikke ben een Ajacied. Je lult van alles door elkaar, zo raak je wel mijn egosnaar. Je roept van alles over ons, en gaf nicole zo de bons. Je schreeuwt zo over onze club, je blaft net als een jonge pup. Je blèrt van alles bij elkaar, waarom, waarom, doe jij zo naar. Je hebt een hele grote mond. en gooit naar ons met emmers stront. Je kotst, je kwijlt, je hijgt, je ijlt, waarom het toch bij ons zo zeilt. Je kweekt zo haat naar mijn persoon, je zegt dit met een hoge toon. Wanneer wanneer hou jij eens op, en hou je eens die schele kop. Bezinnen, bezinnen mijn beste vriend, die bril maakt jou niet helderziend. Roep toch over feyenoord, die dub die maakte jou gestoord. Die maakte jou een domme vent, zo lelijk, zo scheel en zo dement, zo eng zo gek en zo verwend. Zo kan ik nog wat uren door, maar vraag me af waarom, waarvoor. Vriendelijke groet, M.v.Praag. Wat kan M.v.Praag mooi dichten. Wat hij kan kan ik ook, alleen doe ik dat over de goede oude tijd. Die mooie herinneringen, de wedstrijden, al die spelers die we hebben gekend. Even niet in de toekomst kijken, maar terug die beelden, lekker roepen wat je wou. Ja ook de uit de hand gelopen wedstrijden, de sensatie in die prachtige goede oude tijd. Zonder al die meelopers, zonder die commerciële ellende. "Hoge hakken, kouwe kak, de Arena met een dak. Op de tribune zoveel bobo's, zonder das zijn het net jojo's. ledereen wil steeds meer geld, een contract wat niks voorstelt. Vijftigduizend elke week, lege stoelen waar ik naar keek. De sfeer is zomaar niet spontaan, zelfs Champie heeft een baan. Het wij-gevoel, ik heb het niet, en toch ben ik een Ajacied. Seizoenkaart werd een paspoortje, je schreeuwt het uit, niemand hoort je! Gedachteloos tuur ik wat rond, en wou dat dit hier niet bestond. Waar is de sfeer, die trotse ik, ik wil wat zeggen, maar ik slik. Zoveel vrienden nu kwijtgeraakt, één voor één hier afgehaakt. Ik loop een ronde eerste ring, Arenakaart, geen geld, maar ding. Elk vak drie gastheren, die ons manieren aanleren. Ik wil hier weg, dit is geen thuis, dit is geen stadion, ik wil naar huis. Nog een keer al die trappen af, dit is de hel, dit is een graf. Dan denk ik even jaren terug, het kippenvel weer op me rug. Geen nummer acht of nummer tien, maar elf kanjers die we zien. De back, de keeper, de scheids, de mid, iedereen staat, de bal die zit. Oude hekken, geur van gras, de Kick Off, die ik toen nog las. De pauze, pissen bij de muur, een worst, een haring met wat zuur. Niemand heeft elkaar gestoord, een voetbalmiddag zoals hij hoort. Die kriebels, die warmte zo uit je hart, die maakte het voetbal meer als apart. Even nog een pilsie doen, de laatste tram pakten we toen. Mijn droom spat stuk, weg fantasie, een donker gat, wat ik nog zie P.S. Geachte bobo's, jullie hebben allemaal een Rolex. Hoe is het dan mogelijk dat u altijd te laat binnen bent? Gloeiende glimmende glanzende gloeilampen 16

AJAX ARCHIEF

Fanzine De Ajax Ster (1996-2001) | 1998 | | pagina 16