De goeie oude tijd Halverwege de 70'er jaren behoorden de Utrechtse fans tot de meest gevreesde tegenstanders in supportersland. Onder de naam Bunnikzijde hadden zij een kwalijke reputatie opgebouwd. Zo kwalijk dat de burgemeester van het nabij gelegen Bunnik op een gegeven moment zelfs een verzoek indiende bij de club om de naam van de tribune te veranderen. Veel inwoners van zijn dorp werden met de nek aangekeken, omdat menigeen voetstoots aannam dat zij verantwoordelijk waren voor de rellen. Natuurlijk droeg het vaak sinistere sfeertje in de oude Galgenwaard ook bij tot een onoverwinnelijke reputatie. Dicht opeengepakt stond een enorme massa supporters vlak achter het doel als een man achter de ploeg, daarbij een orkaan van geluid producerend. Ruim twintig jaar na dato moeten we toegeven dat bij de bekerwedstrijd van 21 november 1976, waarvan de uitslag ons helaas even ontschoten is, slechts een handvol Ajacieden incognito naar Utrecht durfde af te reizen. Een iets grotere groep F-Siders die bij de competitiewedstrijd in april 1977 een poging deed deze schande recht te zetten, moest na een korte maar heftige strijd tegen een enorme overmacht het onderspit drijven. En ook het daarop volgende seizoen in augustus 1977 liep het slecht af, het leek erop dat er in Utrecht weinig eer viel te halen. Het werd dus de hoogste tijd voor een Amsterdamse tegenzet. Pas het daarop volgende seizoen, we schrijven september 1978, diende zich een nieuwe gelegenheid aan. Drie supporters besloten om met een stencilactie, de eerste uit de geschiedenis van de F-Side, supporters op te roepen om de reis naar Utrecht te maken. Maar liefst 500 exemplaren werden op 10 september 1978 voor de wedstrijd tegen psv op de Middenweg uitgedeeld. Supporters werden opgeroepen, nee beter, kregen het bevel om zich de daarop volgende week te melden voor de uitwedstrijd. Er was geen ontkomen aan, wie niet mee ging hoorde er niet meer bij. Het bleek het laatste zetje te zijn dat de supporters nodig hadden. Op de bewuste zondag druppelden de supporters het Centraal Station binnen. De meesten hadden hun voorzorgsmaatregelen genomen getuige het onophoudelijke gerinkel van fietskettingen. Uiteindelijk hadden er ruim driehonderd strijdlustige supporters gehoor gegeven aan de oproep, voor die tijd een record aantal. Rond half een vond de groep zich groot genoeg en zette luidruchtig gang naar het perron om met de extra supporterstrein de riskante reis te maken. Opeens werd groot alarm geslagen. Een kleine groep FC Den Haag supporters had geprobeerd om ongezien het CS uit te komen op weg naar de bus die hen naar Volendam zou brengen. Tot verbazing van de spoorwegpolitie stroomde de hele trein binnen enkele seconden leeg richting busstation. De bus waarin de angstige Hagenezen zich hadden verschanst werd bestormd, de voorhoede van de F- Side had zich reeds via de nooddeur naar binnen gevochten. Dan uit het niets, kwam de politie aanzetten, die de Hagenezen ontzette en de Ajacieden verjoeg richting station. Enkele minuten later was de supporterstrein weer gevuld; de stemming zat er inmiddels goed in. In tegenstelling tot de voorgaande jaren stond er op het station van Utrecht een grote politiemacht klaar om ons op te vangen. Met zeven uitpuilende stadsbussen, een deel van de supporters zat zelfs op de daken, werd onder escorte naar de Galgenwaard gereden. Reikhalzend werd uitgekeken naar de confrontatie met de Utrechters, het moment van de revanche was nabij. Door de verkeersdrukte was de colonne opgesplitst in twee delen. De achterste vijf bussen hadden het contact verloren met de colonne, zodat het in eerste instantie erop leek alsof slechts twee bussen met supporters waren komen opdagen. Honderden Utrechters stonden bij het flatgebouw aan de stadszijde van het stadion reeds te wachten. De eerste bussen werden direct omsingeld en bekogeld door de massa, die onwetend was van het restant van de F-Siders. Een halve minuut later stopten deze vijf bussen op zo'n vijftig meter achter de eerste bussen. Alle deuren openden zich op hetzelfde moment, zodat de strijd direct kon beginnen. Tot hun verassing werden de Utrechters opeens omsingeld door wraakzuchtige Amsterdammers, die meteen ten aanval trokken. Na korte gevechten kozen de Utrechters het hazenpad. In triomf werd de korte tocht naar het stadion gemaakt, voor het eerst kon zonder gevaar het "Ajax 1 zal zegevieren, Diemenzijde Diemenzijde" buiten het stadion worden gezongen. Na afloop van de wedstrijd verzamelden de F-Siders zich op de dijk achter de tribune. Al ver voor tijd had de Bunnikzijde het stadion verlaten (Ajax won weer eens gemakkelijk met 4-1) en de stellingen waren al betrokken. Het zag letterlijk zwart van de mensen die de Ajacieden stonden op te wachten. Als één grote groep werd de terugtocht gemaakt richting de bussen, de schuimbekkende tegenstanders werden hierbij op afstand gehouden door ijlings opgetrommelde politie. Dat een groot deel van de ruiten van buitenaf door gefrustreerde Utrechters werd ingegooid, kon niemand deren. De eerste klap was in dit geval een daalder waard geweest. 38

AJAX ARCHIEF

Fanzine De Ajax Ster (1996-2001) | 1998 | | pagina 38