Een bezoek aan het Ajax Museum
17. Wat zou je het eerst doen als je één dag voorzitter van Ajax bent?
Er voor zorgen dat niet alleen de bobo's kunnen drinken wat ze willen, maar dat iedereen
dat zou kunnen.
En dan nu de ware Henkie
Henkie, al jaren supporter van Ajax, is een zeer aansprekend gezicht bij zowel thuis- als uitwedstrij
den. Bijnamen heeft hij genoeg, al is Henkie de Homofiel wel de allerbekendste. Al jarenlang
zweert Henk bij lang haar. Volgens hem omdat dat altijd in de mode blijft, zexer in Amsterdam.
Gewend als dat hij is om iedereen in de zeik te nemen, accepteert hij zelden een andere mening
van zijn gesprekspartner. Wanneer hij tegen iemand aanlult, en dat doet hij nog wel eens, en hij
krijgt te veel tegenspraak (of hij weet niet wat hij terug moet zeggen), dan steekt hij prompt vijf
vingers in de lucht als teken dat zijn gesprekspartner vijf minuten zijn bek maar eens moet houden.
Misschien kunnen we vandaag op Zuid allemaal 10 vingers in de lucht steken als teken dat hij 10
jaar zijn bek moet houden.
Henkie heeft een echt WC-trauma, als kind van 4 werd hij al eens opgesloten in een WC.
Sindsdien pist hij het liefst buiten. Moet hij dan toch een WC in, dan heeft hij zoiets van: ik sluit
mezelf wel op. Zo heeft hij al eens in de bus naar Sittard een minuut of 40 in het toilet opgesloten
gezeten: in het vliegtuig naar Moskou maakte hij het nog bonter: reeds na 20 minuten kwam hij er
achter dat de WC-deur niet naar buiten maar naar binnen openging. En Henk maar draaien aan het
schuifje terwijl iedereen zat te genieten van de lichtshow in het vliegtuig, veroorzaakt door het
bezet/vrij lampje.
In de winterstop hadden we eindelijk eens tijd om het nieuwe Ajax Museum op ons gemak te
bezoeken. Ondanks dat we niet in het bezit waren van een 65+pas (hoewel de DAS-redactie op
leeftijd begint te geraken zijn we nou ook weer niet zo oud) konden we bij een bevriende kaartjes-
verkoper toch een 65+kaartje van 10,- kopen. Dat scheelde in ieder geval weer een knaak! Na
van een vnendelijke vrouwelijke controleur een soort programmaboek te hebben gekregen, mogen
we voor een elektronische ingang gaan staan. Bij deze ingang is een digitaal aftelsysteem
geplaatst, zoiets als je bij een tijdbom ziet. Op de "nul" aangekomen worden we echter niet de lucht
ingeblazen maar gaat er een schuifdeur open, met hier
achter een donkere niet erg uitnodigende ruimte. Na onze
angst en schroom te hebben overwonnen, betreden we
deze "ruimte" voetje voor voetje, elkaar rugdekking gevend.
Wat zal ons wachten? Plotseling klinkt er een oorverdovend
lawaai om ons heen en begint er een breed 3-dimensionaal
scherm op te lichten. Na wat vage lichteffecten verschijnt er
een soort buste wat langzaam in het hoofd van Johan
Cruyff transformeert, die ons, nadat het rumoer is verstomd,
welkom heet. Hierna gaat er weer een andere schuifdeur
open, waarachter zich het eigenlijke museum bevindt. Op
de benedenverdieping van het museum bevinden zich acht
"hokken" van een kleine 4 bij 4 meter met hierin vitrines,
ingedeeld naar onderwerpen. In het eerste "hok" staan wat
thuis-tenues door de jaren heen tentoongesteld, altijd leuk
om te zien. Tegelijk zie je hoe je een shirt kunt verknallen.
Helaas ontbreken er uit-tenues; hoe zag dit er bijv. in 1967
uit? Een leuk detail is dat Ajax in 1911 zijn tenue moest
wijzigen, omdat het toenmalige tenue hetzelfde was als dat
van Sparta en beide in dezelfde klasse kwamen te spelen.
Vanaf dat moment speelde en speelt Ajax in het inmiddels wereldberoemde witte shirt met de
De muur ter herinnering aan
de omgeving van de Meer
25