De FDL vindt zijn oorsprong in 1968 en is de grootste gang van de roden. Zij staan te boek als
de fanatiekste en meest creatieve aanhangers die net zo hard schreeuwen als de brullende
leeuwenkop die op hun spandoek staat afgebeeld.
De BRN is in diezelfde periode opgericht en vormt vandaag de dag de wat hardere kern. Zij
hebben een tamelijk fascistisch karakter met als symbool het doodshoofd. Beiden hebben hun
eigen bestuur en vertegenwoordigers. De leiders, of Don's, van deze groeperingen werken
nauw samen en bepalen wanneer wat hoe gebeurt. De Don der Donnen (de president van de
club) beseft dit en heeft met de leiders en hun handlangers afgesproken dat zij gratis naar alle
wedstrijden mogen reizen in ruil voor een goede sfeer en het uitdragen van de rode kracht. Hen
schitterende sfeer is namelijk goed voor de spelers op het veld, het imago van de club en het
blijven bezoeken van het San Siro.
Anders gezegd, in de kerk zorgt het koor met de orgelspeler voor de heilige sfeer terwijl de
aanhangers van de FDL en BRN dit in hun voetbaltempel bepalen. Maar net zo min als het in de
kerk allemaal vanzelf gaat, komt het in hun San Siro ook niet uit de "lucht" vallen.
De leiders van de grote twee bepalen het supportersthema van de middag. De sfeer in het
stadion wordt geheel in het teken van het supportersthema geplaatst.
Als het thema bekend is krijgen de leden informatiebrieven waarop precies staat wat er van hun
wordt verwacht. Het supportersvak wordt gemarkeerd door linten, alle supporters die zich hierin
bevinden zullen na een signaal bijvoorbeeld de gekleurde banners tegelijk omhoog houden. De
voorzanger geeft met geschreeuw aan wat de supporters op welk moment moeten doen.
De Milan-aanhang wil de supporters van de bezoekende club imponeren met een perfect
georganiseerde sfeer. Fouten in de organisatie kan men zich niet veroorloven.
Zo wordt het vuurwerk aan de rand van de tweede nng, tussen immens grote vlaggen en
evenwijdig van elkaar afgestoken. De banners worden netjes doorgegeven, zonder ze als
vliegtuigje weg te gooien. Sterker nog, ze worden opgerold en als een soort lange wijsvinger
gebruikt om de vijandige kleur aan de overkant duidelijk te kunnen maken dat ze niet erg op
prijs worden gesteld, zeg maar het Italiaanse "you're shit and you know you are".
Als de strijders het veld betreden worden alle banners omhoog gehouden. Het hele stadion
klapt voor de hoofdgangs als de Curva Sud een rood vlak vormt met daarin witte letters die het
woord "MILAN" vormen. Verder worden rode en zwarte slierten verticaal over het vak uitgerold
zonder dat er één sliert doormidden wordt gebroken. Toiletrollen worden niet in brand gestoken
en snippers worden op het juiste moment naar beneden gegooid Op deze manier verandert het
San Siro, al is het maar voor één minuut, in een ware zee van kleuren die nog lang op de
netvliezen van de aanwezigen zullen voortdromen.
Naast de twee hoofdbendes hebben de roden nog een grote subbende die zich een etage lager
heeft genesteld. Zij noemen zichzelf de Commandos Tigre (het Tijgercommando), al is deze
bende niet zo schrikbarend als de naam doet vermoeden. Ze kunnen in Arena-termen worden
vergeleken met de Ajax-supporters aan de Noord-zijde, Ultra's Noord (op zich een schitterende
naam); je hoort ze één keer per helft als het grote broertje weer eens te weinig van zich laat
horen.
In het San Siro kennen we nog één noemenswaardige aanhang en wel de Torcida Rossonero
de grootste bende van de "overkant", die met grote vlaggen de boel aldaar een mooi aanzien
geeft Minstens één keer per jaar mag de TRN hun vaste plaatsen niet innemen en dat is
wanneer de blauwen op "bezoek" komen. Dan zijn de vakken voorbestemd voor de
hoofdbendes van de blauwen, omdat de Curva Nord normaliter het territonum van de Internisti
is als de voetbaltempel de naam Guiseppe Meazza draagt.
(lees verder in DAS 14)
16