De geschiedenis van de Davidster
Van de Ajacieden die tegenwoordig met een Davidster zijn getooid, weet waarschijnlijk 99% de
oorsprong en de geschiedenis van deze ster niet. Omdat ook wij, tot onze schaamte, hier eigenlijk
niet ai te veel van wisten, zijn we eens wat historische literatuur ingedoken. Hierbij zijn we op
nogal wat schokkende zaken gestuit. Omdat de geschiedenis zich altijd zal blijven herhalen, zal
hij of zij die de geschiedenis kent, niet door de toekomst verrast worden. Voor Ajacieden die een
band voelen met de Davidster, is het dan ook goed om op de hoogte te zijn van de verschijnselen
die zich in het verleden hebben voorgedaan rond deze ster en ook rond de Joden in het alge
meen, vandaar dit artikel.
De naam Davidster, ontleend aan het Hebreeuwse "Magen David" (letterlijk "Schild van David"),
doet vermoeden dat er een direct verband tussen de ster en (Koning) David zou zijn. Een legende
beweert dat David een Davidster op zijn schild zou hebben gevoerd, wanneer hij ten strijde trok.
Hier is echter nooit een direct bewijs voor gevonden.
De Davidster is een zeshoekige ster, ook wel hexagram genoemd. Dit hexagram is in de verre
oudheid onder andere als magisch teken gebruikt door de Grieken, Romeinen en Babyloniërs, en
later overgenomen door onder meer de Joden. In de Middeleeuwen hanteerden de Joden het
hexagram met name voor de volgende drie doeleinden:
- als versiering, en wel als een grafische voorstelling van een roos met zes halfronde blaadjes;
- als een magisch symbool. Zo gebruikten zwangere vrouwen de afbeelding van een hexagram
ais bescherming voor het ongeboren kind; anderen gebruikten het als afschrikmiddel tegen
demonen;
- als een astrologisch symbool, en wel als een grafische voorstelling van de zon of een grote
ster.
Ondanks dat het hexagram in het verre verleden dus al voor diverse doeleinden in de Joodse
samenleving werd gebruikt, had het destijds nog lang niet de betekenis die de Davidster heden
ten dage heeft.
Even een zijsprong. In de negende eeuw na Christus waren de tegenwoordige landen Egypte,
Syrië, Israël en Iran één grote Islamitische staat, geregeerd door ene kalief Al Mutawakkil. Deze
kalief verplichtte de niet-islamitische bevolking, te weten christenen, Joden en magiërs, tot het op
kleding dragen van bepaalde kentekenen. Voor de Joden werd dit een gele vlek. Hiermee wilde
de kalief (sexuele) contacten tussen de aanhangers van verschillende godsdiensten voorkomen.
Dit is voor zover bekend de eerste keer in de geschiedenis dat de Joden zich moesten "merken".
In de 13e tot en met de 18e eeuw herhaalde dit zich: op last van de kerk en overheid moesten
Joden (alsmede Arabieren) in vele Europese landen een merkteken (in enkele landen,
waaronder de Nederlanden, wederom een gele vlek) op de kleding dragen. Ook nu weer om
vermenging met anders gelovigen, in dit geval de christenen, te voorkomen. Eerst onder invloed
van de ideeën van de Verlichting, de Mensenrechten en de Franse revolutie (18e eeuw) kwam
men tot de slotsom, dat de Joden ook als gelijkwaardige burgers behandeld konden worden, en
werden de merktekens afgeschaft. De Nederlanden waren hierin overigens de Europese voorlo
pers; reeds in 1619 verdween in ons land de verplichting tot het dragen van een uiterlijk kenteken.
Gelijktijdig met de gele vlek waarmee de Joden in de Middeleeuwen gekenmerkt werden,
ontwikkelde het hexagram, dat steeds bekender werd onder de naam "Davidster", zich tot specifiek
Joods symbool. Steeds meer gingen Joden dit gebruiken, bijv. in synagogen, op tekeningen en
op stempels. In 1354 of 1357 (het exacte jaar is niet bekend) verleende Keizer Karei IV de Joodse
gemeente in Praag het recht om een eigen vlag te voeren. Op deze in rood en goud uitgevoerde
vlag is de Davidster afgebeeld, met in het midden van deze ster een Jodenhoed.
Rond deze tijd begon de Davidster ook te dienen als "versiering" op Joodse grafstenen. Markant
is dat de Davidster in 1656 tezamen met een kruis is afgebeeld op een grenssteen in Wenen, die
de Joodse en christelijke delen van de stad afbakende. Later kon je de Davidster in diverse in
Midden-Europa gelegen Joodse gemeenten aantreffen.
Inde 19e eeuw was de Davidster het meest voorkomende en algemeen erkende Joodse symbool
geworden. Ook niet-Joden begonnen toen de Davidster als Joods symbool te erkennen. Opvallend
is dat de Davidster zich met name in die landen waarin een grote tolerantie tegenover Joden
bestond, als Joods symbool ontwikkelde.
26