Tribuneliederen (3 en slot)
Het ontstaan van de tribuneliederen (3 en slot)
In het begin van de jaren zestig zongen de trotse "Kopites" niet alleen de laatste Beatles-songs, maar ze
begonnen ze, als dat zo uitkwam, aan te passen. Ze bedachten er nieuwe woorden bij die hun commentaar op
hun eigen spelers, hun rivalen en bijzondere wedstrijdincidenten weergaven.
De tot een
(standaard)
zittribune
omgebouwde
"Kop"
Als de fans van bezoekende elftallen aan het andere eind dit hoorden, begonnen ze de liederen van "de Kop" al
gauw na te bootsen. Zij veranderden de woorden opnieuw om ze op hun eigen velden en spelers van toepassing
te maken, Op die manier verspreidde de gewoonte van liederen maken en aanpassen zich als een kettingbrief van
club naar club tot het hele land het had overgenomen, waarna de rest van (met name West-) Europa (en hierna
weer andere delen van de wereld) volgde. Velen van de tegenwoordige zingende fans hebben geen idee van
waar en hoe hun lievelingsliederen zijn ontstaan. Maar dat hindert niet. Een belangrijk ritueel was ingevoerd en
al gauw bleef het niet beperkt tot de warming-up-periode voor de wedstrijd, maar breidde het zich ook uit over
de hele negentig minuten speeltijd.
Misschien is wel het meest beroemde van alle liederen You'll never walk alone, dat in Engeland gewoonlijk op
momenten van triomf wordt gezongen (bij Ajax echter zowel in goede als slechte tijden!), met alle gekleurde
dassen van de zangers horizontaal uitgespannen om zo één groot veld van de clubkleuren te maken. Dit was,
zoals vele van de rituele liederen, het eerst in het begin van de jaren zestig te horen bij de Kop en dankt zijn
ontstaan aan het feit dat een plaatselijke popster, Gerry Marsden, er toondertijd een plaat van had in de top tien.
Zijn groep, Gerry and the Pacemakers, is sindsdien al lang van het toneel verdwenen, maar blijft onsterfelijk, zij
het anoniem, doordat de voetbalsupporters die ene song heeft overgenomen.
Een ander lied, When the saints go marching in, dat gebaseerd is op een oude jazzmelodie, werd door "de Kop"
geïntroduceerd om één van hun sterspelers, Ian St John, te eren. Het wordt nu met diverse teksten (bijv. "En
Ajax één, wordt kampioen") over de gehele (voetbal)wereld gezongen, maar ook hiervan is bij haast iedereen die
het zingt de bron onbekend.
-20-