Ajax heeft in Vurnon Anita
Vurnon Anita is, wellicht een beetje oneerbiedig uitgedrukt, net onkruid. Hij was dit najaar één
van de revelaties van het Ajax onder Martin Jol en dwong niet voor niets een verbetering en
verlenging (tot en met medio 2012) van zijn contract af. De jongste en kleinste van het stel werd
na Roda uit als linksback in de basis gecatapulteerd en was daar sindsdien niet weg te slaan.
Hij liet en laat letterlijk niet over zich heen lopen en dat is opmerkelijk. Anita hikte al ruim drie
jaar tegen het eerste elftal aan en is niet bepaald groot uitgevallen. Wat maakt hem zo sterk?
Waarom zit er zoveel muziek in dit blije jochie?
Vurnon Anita moet even nadenken.
Tja, zie je hem in zijn gedachten
graven, welke teksten heb ik zoal
over mezelf ooit geschreven? Teksten? Ja,
de Ajacied is behalve topvoetballer ook
muzikant. Hij trekt zich geregeld terug in
een heuse studio om daar ...rapnummers
te componeren en te spelen. Maar waar
over gaan die liedjes, dat willen we graag
weten. Na een paar seconden komt hij los
en stoot hij al rappend tussen zijn blin
kend witte tanden de volgende tekst uit
zijn mond: "Klein van stuk, toch doe ik dit
beter, jullie zijn twee keer zo lang, maar
flowen voor geen meter."
Zo, die zit. Weinig mensen kennen deze
kant van Vurnon Anita. Zelfs in de buurt in
Maarssen waar hij woont, is lang niet ieder
een hiervan op de hoogte. Vurnon: "Ze
horen er niks van en volgens mij weten de
meesten het ook niet wat ik in de schuur
aan het doen ben." Die schuur staat achter
zijn ouderlijke woning en hier oefent hij in
alle stilte, in een tot studio omgebouwde
ruimte." Wat wil je, hij oefent dan ook in alle
stilte, in een tot studio omgebouwde
schuur achter zijn ouderlijke woning. Com
pleet met microfoons, koptelefoons en
mengpanelen. Geluiddempende wanden
voorkomen dat de omgeving er last van
zou kunnen krijgen. En geven Anita de kans
zich uit te leven. In zijn vrije tijd, op zijn
schaarse vrije dagen, wil hij ook nog wel
eens uitslapen, een filmpje kijken of - onge
stoord - de stad ingaan, maar zijn grootste
hobby is muziek.
Babel
"Dan zit ik in mijn studio muziek te luisteren
of te maken, lekker relaxt dus. Vooral rap,
daar hou ik van. Ik zit er de ene keer alleen,
een andere keer met vrienden. Uit de
omgeving waar ik ben opgegroeid of jon
gens die ik al langer ken en uit de muziek
wereld afkomstig zijn. Maar ook uit de
voetballerij. Zoals Mitchell Burgzorg van
NEC, die dan naar me toekomt, Leroy Fer
van Feyenoord of Ryan Babel (die bij Liver
pool onder contract staat, red.). Met Ryan
gebeurt het meestal op afstand. Via de
computer praten we dan met elkaar en dan
zeggen we tegen elkaar wat we gaan doen.
Waar ergens welke beat er onder gezet
moet worden. Dat doen we in gezamenlijk
heid: teksten schrijven, maar ook de
muziek samenstellen. De teksten gaan
over van alles, maar vooral over hoe goed
je bent in het rappen. Een beetje bluffen
eigenlijk. Ik vind dat wel leuk. Soms komt
zo'n tekst vanzelf, een andere keer moet je
er echt voor gaan zitten. In Nederland is
Kempi één van mijn voorbeelden. Hij is net
als ik van Antilliaanse afkomst. Mensen
hebben altijd gezegd dat hij zo slecht bezig
was. Ik waardeer vooral in hem dat hij zich
zelf zo heeft weten te evolueren in een heel
goed persoon, waardoor mensen anders
naar hem zijn gaan kijken. Echt top! Ik heb
overigens nog nooit contact met hem
gehad, maar zou dat best willen. Zou het
geweldig vinden om met hem te gaan zitten
en samen over muziek te gaan praten."
"Het bezig zijn met muziek geeft me een
goed gevoel. Ik doe het voor mijn ontspan
ning en door muziek te maken kom ik tot
rust. Muziek zit gewoon in mijn genen. Van
mijn ouders heb ik gehoord dat ik vroeger
(toen hij nóg kleiner was, red.) vaak danste
op verjaardagsfeestjes. Ik hield wel van die
gelegenheden, vooral omdat er steeds
muziek klonk. Toen was het vooral salsa en
merengue, wat de klok sloeg. Muziek hoort
gewoon bij de cultuur op de Antillen."
Moederskind
Vurnon woont nog thuis, als enig kind bij
zijn ouders. "Zij zijn altijd bij me, zorgen
goed voor me. Zo staat het ontbijt altijd op
me te wachten en kookt mijn moeder ook
voor me. Meestal maakt ze wat klaar uit de
Antilliaanse keuken. Zelf kan ik nog niet
koken, al zou ik dat gezien mijn leeftijd
(Vurnon is dit jaar twintig geworden, red.)
toch een keer moeten gaan leren. Ja, ik ben
best wel een moederskind."
Vurnon zal ook niet gauw een vlieg kwaad
doen. "Op de basisschool was ik al een
rustige jongen, net als nu. Ik hield niet zo
NIET VAN ZUN STUK
26 De Ajacied