Foto: Hans Janssen Gaetona Scirea hetzelfde complete palmares op tafel leggen. Zij zijn Juventus-spelers uit de vroege jaren tachtig en niet toevallig ook allemaal verdediger, op doelman Tacconi na. Blind zelf wint als captain van Ajax meerdere landskampioen schappen, KNVB-bekers, de Supercup, de Champions League, de UEFA-cup, de Europese Supercup en een Wereld beker. Bij de laatstgenoemde prijs schiet hij in Tokio zelf de beslissende penalty binnen. Slechts één trofee mag hij niet omhoog tillen, al wint Ajax die wel in zijn periode en hoort deze dus ook op zijn cv. De Euro pacup II, het opgeheven toernooi voor bekerwinnaars, ziet hij door een kwetsuur (kort voor de gewonnen finale in 1987) en een snelle rode kaart (in de verloren finale in 1988) tweemaal aan zich voorbij gaan. Ook is hij dan nog geen aanvoerder. Maar het is geen verkeerde lijst voor een rechtsachter uit Oost- Souburg die er hard voor moet werken, weliswaar goed kan voetballen maar toch zeker niet vermoedt dat hij zijn carrière als ruim 37-jarige besluit met het predicaat meest succesrijke aan voerder aller tijden. Blind is een laatbloeier, die als verlengstuk van trainer Louis van Gaal volledig tot zijn recht komt in het Ajax-systeem dat halverwege de jaren negentig Europa vero vert. In zijn hoogtijdagen is hij de libero die het elftal tactisch kan neerzetten, veelvuldig inschuift, aanjaagt, het spel snel doorziet en bovendien verbaal is, zowel in het veld als erbuiten. Het klassieke verlengstuk van zijn trainer qua coaching en inzicht. Vader/trainer Danny Blind (links) en zoon/speler Daley Blind verlaten een Ajax-training. Tussen hen in Mitchell Donald. seerde. Zorgen dat diezelfde mensen aan het einde van het jaar een bloemetje kregen, dat je een dankwoordje sprak. Een cadeau voor Sjakie Wolfs na het seizoen. Dat soort dingen, de verplichtingen waar je wel aan moet denken als captain." Veranderingen als aanvoerder Danny Blind weet, als hij er even over mag nadenken, niet pre cies meer wanneer hij voor het eerst de aanvoerdersband van Ajax heeft omgedaan. Mogelijk een incidentele keer, maar pas structureel vanaf seizoen 1991 -1992. Vanaf dat jaar, tot aan zijn laatste duel in 1999, is hij onomstreden als eerste man van Ajax. "Jan Wouters ging naar Bayern München in 1991. Vanaf dat moment werd ik captain. Ik zat vijf jaar bij de club, was negenentwintig jaar. Normaliter is dat een leeftijd die erbij hoort. Op zich was het niet onlogisch, als je het afzet tegen de ande re opties binnen het team. Ik was één van de meest ervaren spelers uit die groep." Voor zijn gevoel verandert er niet veel: hij is al een coachende speler en gedraagt zich ook buiten het veld als leider. "De enige concrete verandering was dat je dingen buiten het voetbal moest regelen. Nog veel meer dan spelers nu hoeven te doen, maar het is ook wel bijna twintig jaar gele den toen ik aanvoerder werd. We hadden bijvoorbeeld destijds in onze Europese wedstrijden geen vaste premies, dat was elke keer weer een onderhandeling op zich. Voor elke kwartfinale of halve finale werd het een ander verhaal. Verder waren natuurlijk zaken om zo'n groep heen, die op het bordje van de aanvoer der terecht komen. Het leiden van de spelersraad, aandacht geven aan medespelers die er even niet goed bijlopen. Tegen woordig heb je teammanagers en mensen binnen een club die voor alles zorgen, alle praktische dingen die met de ploeg te maken hebben. Ik deed ook alle kleinigheden erbij." Hij maakt een opsomming. "Denk aan sinterklaasfeesten voor de kinde ren die ik samen met vrijwilligers van het spelershome organi- Als speler in het veld verandert Blind, bij Ajax getransformeerd van back tot een libero die graag en vaak voor zijn defensie speelt, niet zo veel. "Het zou ook heel erg slecht zijn als je door die band ineens andersoortig zou worden. Dan ben je geen aanvoerder op een natuurlijke manier, maar ga je reageren op het feit dat je een band om je arm hebt. Het zit hem eerder in de kleine zaken. Iets tegen de scheidsrechter kunnen of mogen zeggen. Ingrijpen als er opgetreden moet worden. Dat doen veel oudere, ervaren spelers ook al. Het heeft ermee te maken hoe je als persoon in elkaar zit. Ik ben een redelijk bescheiden Zeeuw, maar ik geloof wel dat ik inzicht heb in hoe je met men sen om moet gaan. Je moet feeling hebben voor de aandacht die anderen verdienen - een speler die buiten de groep valt, een jong talent, een vrijwilliger die afscheid neemt. Bij mij is dat trouwens pas gegroeid met de jaren, ik kwam ook eerst nog heel schuchter binnen bij Sparta toen ik zeventien jaar was. Pas langzaam, maar bijna als vanzelf, ben ik daarna op dat vlak gegroeid." Hij debuteert in het betaald voetbal in augustus 1979, waarna hij na 188 wedstrijden bij de Kasteelclub voor Ajax kiest. "Johan zag blijkbaar iets in me", zegt hij daar eens over. Als Ajacied speelt hij 372 eredivisiewedstrijden, plus 38 duels in het toernooi om de KNVB-beker en 74 Europese wed strijden. Hij neemt pas in mei 1999 afscheid als prof, na een emotioneel laatste optreden voor Ajax waarbij tevens clubheid en zijn goede vriend Jari Litmanen afscheid neemt. Als Blind wordt gewisseld, krijgt Litmanen die zondagmiddag in Amsterdam de aanvoerdersband om. ff De Ajacied 11

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 2009 | | pagina 13