steven Pienaar Drempelvrees was de debutant in tJjjM Breda kennelijk vreemd, want als nieuwe 'nummer 10' ging hij direct en onverschrokken de strijd aan Ik speel het liefst op de nummer tien-positie, als middenvelder dus met de punt naar voren dan honderd procent mijn best doen. En het is niet erg als je dan fouten maakt. Dat mag best. De trainers schieten me er niet om af. Gelukkig maar. Bovendien, zolang ik fouten maak, leer ik nog steeds. En ik moet nog veel leren, dat lijkt me logisch", vertelt Pienaar, die niet alleen zelfbewust is, maar ook gelovig en daar doet hij niet geheimzinnig over. "Elke morgen als ik wakker word, ga ik op mijn knieën zitten en bid ik tot God. Ook vóór elke trai ning en wedstrijd trek ik me even terug om te bidden, om God om hulp te vragen. Hoe de andere spelers hier tegenaan kijken? Ze laten me in mijn waarde en waarom niet? Ik heb het nodig, put er moed uit. En waar ik uiteindelijk terecht kom, wat de toekomst brengen zal? Dat weet ik niet. Only God knows! Maar natuurlijk hoop ik eerst bij Ajax te slagen", vertelt Pienaar, die in Portugal de sfeer mocht proeven en inmiddels heeft kunnen vaststel len dat het naar meer smaakt. "Ik speel het liefst op de nummer-tien-positie, als midden velder dus met de punt naar voren. Maar ook rechts of links op het middenveld kan ik me goed redden". Dat was direct te zien in de slijtageslag tegen NAC waar Pienaar enigszins verrassend zijn officiële debuut mocht maken in Ajax-één, ten koste van bijvoorbeeld Richard Tobber eh Knopper. Drempelvrees was de debutant in Breda kennelijk vreemd, want als nieuwe 'nummer 10' ging hij direct en onverschrokken de strijd aan. En hij was overal op het veld te vinden. In de daaropvolgende wedstrijd tegen Fortuna Sittard was het opvallend dat hij vrijwel alle vrije trappen en corners voor zijn rekening nam. "Dat mocht van de trainer, al Ajacied - april 2002 29

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 2002 | | pagina 31