ZE WAREN ER BIJNA ALLEMAAL We schrijven 24 mei 1995, Wenen, het Praterstadion. Ajax staat voor de vijfde keer in zijn historie en voor het eerst in ruim twintig jaar in de finale van het toernooi om de Europacup voor landskampioenen. Trainer van het elftal dat die avond geschiedenis zal gaan schrijven, is Louis van Gaal. En de opstelling? Edwin van der Sar; Michael Reiziger, Danny Blind, Frank Rijkaard en Frank de Boer; Clarence Seedorf (die in de 53e minuut zou worden ver vangen door Nwankwo Kanu), Jari Litmanen (Patrick Kluivert) en Edgar Davids; Finidi George, Ronald de Boer en Mare Overmars. HEIMWEE NAAR Door Hans Janssen Qen elftal met weinig echt grote vedetten, geen topspelers van het kaliber Rivaldo of Figo, maar wel een team dat er staat. Dankzij een professionele begeleiding en een gewel dige teambuilding. Invaller Kluivert beslist het duel met het puntje van zijn schoen, op aange ven van 'grote broer' Rijkaard. Ajax heeft de voornaamste Europese beker weer in zijn bezit. Een jaar later mag de Van Gaal-equipe op herhaling, maar een andere Italiaanse tegenstander steekt een stok je voor een tweede, achtereenvolgende greep naar de macht. Juventus wint na strafschoppen en neemt wraak voor het verlies in 1973, toen de 'Oude Dame' in Belgrado met 1-0 verloor van Ajax. TOPPERS In 1996 stond Ajax voorlopig voor het laatst in de schijnwerpers van het internationale topvoetbal. In de ploeg die een jaar daarvoor nog alles won wat er maar te winnen viel, waren al de nodige scheuren ontstaan. Inmiddels is de succesformatie totaal uiteen geval len en zijn de toppers van toen gestopt of toppers van nu, maar dan wel bij andere clubs.

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 2000 | | pagina 35