I\/| jfilf^lQ waarschuwt voor te grote ll/llvlO af aan aan gesleuteld. Vooral de teamdiscipline aantrekken buiten veld heeft veel moeite gekost, omdat, tja, een deel van de spelers zich een levenswijze had aangewend die niet in mijn optiek paste. Je hebt als semi-prof, ook al verdiende je in die tijd nog niet zoveel, een bepaalde verantwoordelijkheid naar je medespeler en je publiek. En dit soort waarheden bleef ik maar herhalen. Desondanks moest ik vaak optreden, omdat men het toch op een andere manier meende te kunnen én moeten doen. Maar ja, dan krijg je confrontaties waar ik eigenlijk niet op zat te wachten. Ik ging die niet uit de weg, want in mijn optiek was er geen andere weg om de nodige teamdiscipline te krijgen. En als dat beter wordt, dan kun je gaan dokteren aan je speelstijl. En daar had ik ook een bepaalde opvatting over. Speelstijl is een com plex gebeuren, datje al trainende en pratende op je team moet overbrengen. Het ontwikke len van de teamdiscipline en teamrijpheid leverde al vrij snel resultaat op, want in mijn eerste hele jaar bij Ajax werden we kampioen. Nationaal heb je dan als team een ontwikke ling doorgemaakt. Europees presteren is je vol gende doel, maar Nederland en Ajax dus ook stelde internationaal niet veel voor. Dus moes ten we overstappen op het full-professionalis- me. De vedetten, Cruijff en Keizer, deden dat als eersten. Daarna volgden de anderen, maar ook de club zelf moest mee. Zestig jaar werd bij Ajax als amateurs gedacht en gewerkt, dus die manier van denken moest ook anders. Dat is goed gelukt, mede omdat we in die tijd een goede voorzitter hadden (Jaap van Praag, HJ). Successievelijk zet je dus allerlei stappen en die leverden ook resultaat op: we werden een paar keer kampioen, wonnen een paar keer de beker, maar inter nationaal groeiden we langzaam. Met vallen en opstaan. Kijk, op internationaal niveau is goed voetbal of een individuele kwaliteit niet altijd genoeg. Aan de wedstrijdmentaliteit mankeerde het wel eens. Men wilde zo graag voetballen, te graag zelfs. Maar in het top voetbal moet je een gevecht kunnen aangaan, moet je je kunnen instellen op je tegenstander, je tegenstander kunnen uitschakelen. Er zijn wel honderden dingen die nodig zijn om aan te top te komen. Dat is een proces". En dat proces kostte tijd en mensen. "Je selecteert mensen van wie je zegt dat die het niet redden, die brengen het niet meer op, die lopen te lang mee in een ander systeem. Zij vallen af, anderen nemen hun plaats in. En op deze manier hebben we behalve in Nederland ook internationale erkenning gekregen. Die twee wed strijden tegen Liverpool (1966, HJ) en die drie tegen Benfica (in '69, HJ) waren in die eerste jaar vijf voor mij internationaal gezien de hoogtepunten. Uiteindelijk mondde de stijgende lijn uit in een eer ste finaleplaats, tegen AC Milan. In die wedstrijd bleek dat we team- tactisch te naïef waren. Ook dat hebben we weer moeten leren: we speelden veel te aanvallend tegen een topploeg die het counteren tot in de uiterste perfectie beheerste. Uiteindelijk is het ons in 1971 wel gelukt de Europacup te winnen. Daarna heeft Ajax internatio naal gezien een enorme ontwikkeling doorgemaakt". "En daar heb ik dus mijn bijdrage aan geleverd. Toen ik begon was alles nieuw en ben ik vanaf nul kunnen beginnen. Dat was mijn geluk. Ik heb veel zelf kunnen ontwikkelen. Vervolgens is het snel gegaan, ook omdat er nogal wat goed materiaal aanwezig was. In eerste instantie waren dat spelers als Cruijff, Keizer en Swart, later kwamen daar onder anderen Neeskens en Krol bij. Onder mijn lei ding, onder mijn regime, zijn ze zodanig geboetseerd dat indivi dueel alles er uitgehaald werd wat er uitgehaald moest worden. Voor de spelers zelf, maar ze moesten ook teamefficiënt zijn. En die kwaliteiten op elkaar afstemmen, dat is het moeilijkste. Kost veel tijd en je kunt er ook nooit mee ophouden. Toch, op een bepaald moment kan de klad er in komen als je bijvoorbeeld je materiaal kwijt raakt, je beste materiaal. Dan komt er vaak ook een andere trainer met een andere, eigen zienswijze en dan kan het van kwaad tot erger worden. In die fase komt elke club en daar is Ajax destijds ook in gekomen en daar hebben ze dit seizoen ook mee te maken gekregen. Dat is inherent aan topvoetbal. Je kunt wel elke wedstrijd iets extra's geven, jezelf en je medespelers blijven stimuleren, maar dat houdt een keer op. De accu raakt een keer op. Daar is niets aan te doen". "Kijk, in mijn periode kon het bij Ajax alleen maar vooruit gaan. Slechter kon niet. Toen een maal de nationale top was bereikt, wilde ik die ook internationaal met de club bereiken. Gevolg is dan dat je op de markt een interessante coach wordt. Je krijgt dan aanbiedingen en omdat ik bij Ajax de cyclus in mijn ogen voltooid had, was het tijd voor mij, maar ook voor veel spelers (want dat kan dus ook) dat ik wegging. Ik ging dus naar Barcelona, omdat ik gezocht werd, omdat ik een aanbieding kreeg, maar ook voor Ajax was het beter". VEELEISEND Van sommige spelers was het bekend dat die niet bepaald goed overweg konden met Michels. Piet Keizer bijvoorbeeld. "Tja, zijn natuur en zijn karakter. Hij was opgegroeid in een sfeer, privé, maar ook als voetballer die het hem laat ik zeggen moeilijk maak te om zich te laten vormen. Ik heb er veel tijd aan gespendeerd, veel narigheid beleefd, hij ook, maar hij was ook zo'n goede voetballer dat de moeite van het investeren waard was. Dat heb ik ook wel eens tegen hem gezegd; ik heb hem dus nooit links laten liggen. En uiteindelijk hebben we er allemaal veel profijt van gehad. Hij, ik en Ajax". Was het wel leuk om zo serieus, zo veeleisend met je vak bezig te zijn? "D'r bestaan geen criteria voor, die moet je zelf zoeken. Bij elke club zijn die ook anders, elke club heeft haar eigen maatsta ven, haar eigen achtergrond. Ik ben gewoon meegegroeid met de club, ben Amsterdammer en dat was in die tijd heel handig - nu niet meer - en sprak dezelfde taal. Bovendien, als je maar duidelijk bent, eerlijk en recht door zee, dan hoef je geen moeilijkheden te hebben. Iedereen moet wel weten waar hij aan toe is. Alleen op die manier ontwikkel je een brok krediet. Geloofwaardigheid is de belangrijkste kwaliteit die een trainer moet hebben". Is het niet pijnlijk dat hij vooral als De Bul, De Generaal of De Sfinx zal worden herinnerd? Dat hij vooral meedogenloos en onverbid delijk was? "Ik lees liever wat anders, maar heb er niet zo veel moei te mee, omdat het juist is. Maar dan wel in zijn context. Ik was en handelde zo, niet omdat ik graag zo wilde zijn. Integendeel, het zit niet echt in mijn aard. Maar ik had een opdracht, een taak en ik

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 2000 | | pagina 27