iSSCD
Bij het samenstellen van het vorige nummer van De Ajacied had de vormgever de bladzijde waarop deze column stond
afgedrukt, zwart gekleurd. Het grafische effect van deze keuze was fraai, zoals de vormgever ook de rest van De Ajacied
zeer fraai aankleedt, maar de tekst beschreef geen zwarte bladzijde in de Ajax-geschiedenis.
A W jax kende in 1999 onder trainer Jan Wouters een moeiza-
me tijd. Wouters werd bij zijn aantreden niet bepaald in
een ideale positie gebracht, omdat hij moest werken met
een uitgeblust elftal. De beste spelers vertrokken of stonden op het
punt dit te doen en wat er overbleef was volgens Wouters onvol
doende voor een topelftal. Velen waren dit met hem eens en Aad de
Mos zei terecht dat Wouters veel risico nam met zijn aanstelling.
Iets winnen zou moeilijk zijn en ieder verlies zou toch op het conto
van de trainer Wouters worden geschreven.
In de zomer van 1999 kon Wouters dan eindelijk bouwen.
Maar wat heet bouwen als de gebroeders De Boer weg zijn,
Litmanen is vertrokken, Van der Sar uiteindelijk ook afhaakt en
aanvoerder Blind de schoenen aan de wilgen moet hangen. In
plaats van het team te versterken moest Jan Wouters de opengeval
len plekken in de as van het elftal opvullen. Dat viel uiteraard niet
mee en pas aan het einde van de gebruikelijke transferperiode kon
Wouters nog wat doen aan de benodigde versterking van het elftal.
Een nieuw topelftal leek op de korte termijn dan ook prak
tisch onmogelijk, maar dat leek ook niet de doelstelling te zijn van
de Ajax-leiding. Met het aanstellen van Jan Wouters koos Ajax
immers voor een beginnend trainer. Weliswaar had Wouters al
gewerkt als assistent-trainer bij Fc Utrecht en als jeugdtrainer bij
Ajax, maar ervaring als hoofdtrainerschap had hij nog niet. Dat is
ook niet erg, zolang de doelstelling maar helder blijft. Met Jan
Wouters gaf Ajax aan het einde van 1998 aan bereid te zijn de tijd
te nemen voor het opbouwen van een nieuw topteam. Wouters zou
Ajax terugbrengen naar de Ajax-cultuur en zou de band herstellen
tussen de Ajax-jeugd en Ajax-een. De Ajax-jeugd was inmiddels
alleen nog beroemd vanwege de videobanden.
Voor de keuze voor Jan Wouters als trainer viel in eind
1998 veel te zeggen. Zijn voetbalachtergrond is indrukwekkend. In
het veld was Wouters altijd een verlengstuk van zijn trainers
geweest en zijn affiniteit met de Ajax-cultuur was uitermate wel
kom. Uiteraard moest worden ingecalculeerd dat Wouters in zijn
eerste maanden als trainer fouten zou maken die te wijten zouden
zijn aan onervarenheid als hoofdtrainer. Ook wist men dat
Wouters met een verloop in zijn selectie te maken had die het elf
tal zou verzwakken. Toch koos men voor Jan Wouters, omdat hij
binnen Ajax vertrouwen had opgebouwd en de Ajax-leiding einde
lijk geduld leek te kunnen opbrengen om Ajax weer in een rustige
opbouwfase te zetten.
Des te opmerkelijker klonken de berichten in November
vorig jaar en rond de kerst dat binnen Ajax de druk op de leiding
toenam om Jan Wouters de laan uit te sturen. Co Adriaanse zou
zijn opvolger moeten zijn. Je weet nooit wat er waar is van dat soort
geruchten, maar je vraagt je wel af wat voor mensen er bij Ajax
over voetbalzaken denken te kunnen beslissen. Als men Co
Adriaanse drie jaar geleden niet goed genoeg vond, waarom nu
dan ineens wel? Als Ajax eind 1998 aangeeft het risico te durven
nemen met Jan Wouters een beginnend hoofdtrainer aan te stel
len, ga hem dan vervolgens in zijn eerste jaar geen beginnersfouten
verwijten. Veel van de zaken die mis zijn gegaan bij Ajax in 1999
waren vooraf voorspelbaar en lagen buiten het bereik van de trai
ner.
Jan Wouters heeft gedurende het vorige jaar tegen alle
stromen in moeten roeien. De spelers zijn hem blijven steunen,
omdat zij in hem de vakman erkennen. Het is te hopen dat de Ajax-
leiding zich verder bekwaamt in het opzetten van buitenlandse
Ajax-clubs en het binnenhalen van meer tv-gelden, zolang ze de
voetbalzaken maar overlaten aan de echte voetbalmensen. Voetbal
International berichtte eind vorig jaar dat de ledenraad van Ajax
druk op de leiding had uitgeoefend om met Jan Wouters te breken.
De ledenraad mag dan een traditioneel orgaan zijn binnen de club,
maar waren deze heren ook niet degenen die tot tweemaal toe het
vertrek van Johan Cruyff steunden?