tijd op de plaats van Ronald gestaan en dat betekende voor mij, maar ook voor Dani en de rest van de ploeg een om schakeling. Het is nog allemaal zoeken, ook voor Ronald. De automatismen van de laatste jaren, omdat je met veel de zelfde spelers speelde als Danny, de Boer tjes en Witschge, waren er even uit. En dat merkje natuurlijk, want de Boertjes zijn gewoon belangrijke factoren, van wie je weet dat ze goed handelen in bepaalde si tuaties". Vanwaar die warmte? Hij is een trouwe speler, hij geeft om zijn club en hij geeft aan zijn club. Hij is trouw aan hen, zij zijn trouw aan hem. Ze kennen zijn hart. Hij is zeldzaam'. Jari Litmanen was al belangrijk voor Ajax; nu hij reserve-aanvoerder is - na Danny Blind - lijkt hij alleen maar aan status te winnen. "Och, dat zie ik niet zo. Er moet toch iemand die band dragen en voor mij maakt het niet veel uit. Of het moet zijn dat ik nu als eerste het veld opkom en voor heen eigenlij k altij d als laatste het veld op kwam. Ook toen ik nog aan ijshockey deed. Maar ja, dat is geen probleem. In het veld zelf betekent het aanvoerder-zijn iets meer verantwoordelijkheid, maar ik ga er echt niet anders door voetballen. Ik ben toch altijd met het hele team bezig ge weest. Bovendien ben ik al een paar jaar aanvoerder van het Finse elftal". Type rend voor Litmanens houding ten op zichte van de aanvoerdersband was wel het feit dat hij geen stampei maakte toen Frank de Boer de band overnam van Blind, toen deze in de wedstrijd tegen De Graaf schap uitviel. Een foutj e in de regie, bleek, want in het volgende duel, met Fortuna Sittard, was het Litmanen die mocht gaan tossen. "Echt, ik had het helemaal niet in de gaten dat Frank de band had overge nomen. Vóór het seizoen was afgesproken dat ik Danny zou vervangen als aanvoer der, maar toen de Boertjes terug kwamen, is daar helemaal niet meer over gespro ken en Frank dacht natuurlijk dat er niets veranderd was. Wat mij betreft geen pro bleem hoor". Een laatste onderwerpblij ft Jari? Zij n con tract loopt medio volgend j aar af. "Ik houd van Nederland, ik houd van de stad, van Amsterdam en dat is één van de redenen waarom ik nog steeds bij Ajax speel. Ik voel me hier erg thuis, ik kan door de stad lopen zonder dat ik lastig word gevallen. Maar of ik blijf of vertrek, daar kan ik nog niets over vertellen. Ik weet het niet, ik heb bepaalde afspraken gemaakt met de club. Het ligt allemaal nog open". De citaten zijn uit 'Doelwit' van David Endt, perschef van Ajax en bevriend met Litmanen. omdat hij met een treffer - het zou zijn 24e worden - dan Johan Cruyff als Euro pacup-topscorer van Ajax zou onttronen. Nee, die mijlpaal is een leuke bijkomstig heid. Maar Litmanen besefte dat één treffer wellicht al voldoende kon zij n voor de winst op de Portugezen. Opnieuw zat het hem niet mee, want de paal voorkwam dat een mooi schot tot doelpunt werd ge promoveerd. Gelukkig kreeg hij zijn re vanche, vanaf de strafschopstip: 2-1. En wat was hij blij. Litmanen: "Kijk, voor mij persoonlijk vind ik het niet zo erg dat ik niet scoor. Zeker wanneer je al met drie nul voor staat. Maar voor het team was elk doelpunt in de eerste fase van de compe titie heel belangrijk. Maar ja, meer dan mijn best kan ik ook niet doen", zei Lit manen onlangs. Zes jaar geleden was het bij ons eerstegespreknietanders. "Mijn best doen", er alles aan doen om te slagen, om de trainer en het pu bliek te behagen. Litmanen is, zijn kwaliteiten ten spijt, altijd een dienende speler geweest. Immer aan spreekbaar of aanspeel baar. Een speler die altijd klaar staat voor iedereen. Voor de trainer, voor zij n me despelers, voor de supporters. En die dan pas aan zichzelf denkt. Eén van de weinige echte Ajacieden, verzucht Haarms, en die kan het weten. 'De trainer is al binnen wanneer de voetballer met de ballenzak over zijn schouder van het veld stapt. Een vreemde emotie trilt als electriciteit door het wijde, lege stadion'. Hij wil zo graag. Daarom deed het ook hem - en mis schien hem nog wel het meest - pijn dat het bij Ajax dit seizoen aanvankelijk niet bepaald marcheerde. Litmanen heeft er wel een plausibele verklaring s. voor: "We hebben wat pro- blemen gehad. In principe hebben we dezelfde selectie als vorig seizoen minus Laudrup. Daar voor in de plaats is Kinkladze gekomen en nog een paar spelers. Maar, Frank en Ro nald de Boer waren er lange tijd niet bij. Na een paar wedstrijden in de competitie keren ze dan terug, maar dat wil niet zeg gen dat het ook meteen goed loopt. Zij moeten weer in hun ritme komen en wij moeten weer aan hun aanwezigheid wen nen. Daarbij komt dat we er een aantal nieuwe spelers hebben bijgekregen. Wam- berto, aan de rechterkant, en Kinkladze, aan de linkerkant. Op zich prima voet ballers, maar ook zij moeten hun draai nog vinden, hun plaats nog vinden in het systeem. Voeg daarbij dat Arveladze en kele weken geblesseerd is geweest en dan is het voor iedereen zoeken. Kijk, vorig sei zoen hebben we in de beginfase ook niet echt goed gespeeld, maar dat is iedereen al weer lang vergeten, omdat we toen wel, net als Feyenoord nu, de punten hebben gepakt. Nu spelen we gelijk of verliezen we zelfs van Fortuna en dat is het verschil met vorig seizoen. Natuurlijk, daarbij speelt ook de factor geluk mee. Dat hoort bij voetbal. Dat ene beetje meer fortuin kan op de lange termijn doorslaggevend zijn. Alles kost tijd, maar paniek is er nooit geweest. Er was ook helemaal geen reden om je zorgen te maken". Twee dagen later zit het stadion vol want er wordt ge voetbald. De tegen- standerisalkansloos wanneer een bankzit ter opstaat. De man wordt herkend, zijn loop en zijn houding zijnbekend en geliefd. Er leeft iets tussen de man en de mensen die van het stadion in één adem een sterk klop pend hart maken'. Litmanen had al helemaal geen reden om zich zorgen te ma ken. Eindelijk was hij fit ("ik hoop dat het zo blijft"), de vaak door blessures ge plaagde Fin speel de zowat de gehe le voorberei ding zonder een centje pijn. En ein delijk kon hij weer eens wedstrijd in wed strijd uit zijn stempel op het spel druk ken. Het lijkt ook alsof de Fin meer na drukkelijk aanwezig is, hoewel hij dat zelf ontkent. "Kijk, dat is afhankelijk van de tegenstander hoe ik speel, het kan bo vendien altijd beter. Daarnaast heb ik ook met aanpassingsproblemen te kampen ge had. Kijk, vorig seizoen heb ik vaak ge speeld met Arveladze in de buurt; in de eerste wedstrijden van dit seizoen speel de Benni vóór mij in de spits. En Laudrup is weer een hele andere voetballer dan Kin kladze of Babangida. En Dani heeft een

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 1998 | | pagina 11