Door Wytze van der Gaast
Toen Michael van Praag c.s. in 1989 het Ajax-be-
stuur overnamen troffen ze naar eigen zeggen een
chaos aan. Financieel en organisatorisch was Ajax
sterk afgegleden en ook sportief was een diepe
kloof ontstaan met PSV dat toentertijd grossierde
in landstitels. Het nieuwe bestuur trof het echter
dat de Ajax-jeugdopleiding door weer en wind
door blijft draaien en omstreeks die tijd een veel
belovende nieuwe lichting talenten afleverde. Om
de nieuwe jongens - o.a. Richard Witschge, Bry
an Roy, Marciano Vink, Frank en Ronald de Boer
- klaar te stomen voor het grote werk haalde Ajax
de internationaal gelouterde Leo Beenhakker als
trainer, waardoor het bestuur zich kon concentre
ren op haar belangrijkste taak om de club organi
satorisch weer op orde te brengen.
Nu, vijf jaar later, kan gezegd worden dat Ajax in
die doelstelling is geslaagd. In twee jaar tijd dich
te Leo Beenhakker de kloof met PSV, waarna Don
Leo zich liet opvolgen door zijn assistent Louis van
Gaal. Na een moeizaam begin waarin supporters
en trainer nog aan elkaar moesten wennen, zette
Louis van Gaal de opmars van Ajax voortvarend
voort: in 1992 won Ajax de UEFA Cup ten koste
van Torino; in 1993 werd de KNVB-beker binnen
gehaald ten koste van Heerenveen; in 1994 werd
Ajax landskampioen; en dit seizoen won Ajax naast
het landskampioenschap ook nog eens op impo
nerende wijze de Europa Cup 1Kortom, het ogen
schijnlijk zo stuurloze Ajax van 1989 werkte zich
zelf in krap zes jaar naar de Europese top.
Voorwaar een topprestatie.
Kan Ajax de nu verworven status handhaven? Veel
zal daarbij uiteraard afhangen van de wijze waar
op Ajax zal worden geleid. Ajax heeft altijd het ka
rakter gehad van een club die een beetje werd ge
leid vanuit de losse pols. Bestuursleden die
overdag in hun bedrijf beslissingen moesten ne
men over enkele duizenden guldens, gingen 's
avonds in hun vrije tijd even naar het Stadion en
namen dan beslissingen waarmee ineens miljoe
nen waren gemoeid. Men opereerde daarbij vaak
met een typisch Amsterdamse flair, waardoor men
veel durfde en niet bang was onderuitte gaan. Het
maakte dat Ajax vaak anderen een stapje voor
was, maar het maakte Ajax ook kwetsbaar, omdat
er in tijden van tegenspoed vaak geen organisa
torische basis was om op terug te vallen.
Het huidige Ajax lijkt die basis wel te hebben ge
creëerd. Precies overeenkomstig de doelstelling
die Leo Beenhakker vijf jaar terug verwoordde
heeft Ajax nu de organisatorische en financiële
mogelijkheden om een selectie op de been te
brengen die jaarlijks meedoet om het kampioen
schap en minimaal overwintert in een Europees
toernooi. Vanuit die basis kan dan eens in de zo
veel jaren getracht worden door te stoten naar een
finale. In 1992 deed Ajax dat dankzij de super-tan
dem Jonk-Bergkamp en dit jaar dankzij de voor
treffelijke Frank Rijkaard, die meer nog dan Patrick
Kluivert zijn ploeg langs AC Milan sleepte.
Het minimaal halen van de kwartfinale van de
Champions League, moet, het succes van nu ten
spijt, voor Ajax gedurende de komende jaren dan
ook de hoofddoelstelling blijven. Het huidige Ajax
mist nog de organisatorische en financiële basis
om jaarlijks voor de Europa Cup-finale te gaan. La
ten we maar al te blij zijn dat de huidige profes
sionals bij Ajax erin zijn geslaagd om het losse
pols-besturen van vroeger in een degelijk organi
satorisch raamwerk te gieten.
Hoezo, geen gevaarlijk spel
Foto Stanley Gontha
Een oude voetbalmet zegt dat het bereiken van de top ge
makkelijker is dan het blijven aan de top. Onder leiding van
het bestuur- Van Praag en de trainers Leo Beenhakker en
Louis van Gaal stoomde Ajax in recordtijd naar het hoogste
Europese podium. Is Ajax een blijvertje aan de top of valt
de club terug zoals dat zovele clubs al overkwam
13