AJACIED - AUGUSTUS 1991 29 veel indruk, maartoen-ie er Ajax aan toe voegde, ja, toen wisten die Engelsen wel met wie ze in de lift stonden. Amsterdam is toch Ajax en zo is Ajax over de gehele wereld bekend. En dat moeten we zien vast te houdenWe moeten er naar stre ven om net als vroeger daar te staan waar we horen: aan de Europese top. Met deze groep, met deze staf moet dat mogelijk zijn. Of ik er dan als assistent ook bij ben? Zeker, ik blijf nog zekertwee jaar". Hé, dat is een nieuwtje. "Nou, mijn contract is stilzwijgend verlengd". Ty pisch voor Bobby Haarms, hij is er wel, maar het valt niet op als er wat rond zijn persoontje (nou ja) gebeurt. Maar vraag maar eens aan spelers als Krol, Suurbieren recentelijk Wouters, Si- looy en Pettersson hoe belangrijk Haarms voor Ajax is. Haarms is gespe cialiseerd geworden in het terugbren gen van geblesseerde spelers naar de top. "Het is begonnen met Suurbier, toen die een meniscusoperatie had on dergaan. Ik was toen al zo gek dat mijn zomervakantie erbij inschoot, omdat ik Suurbier zo snel mogelijk hersteld wilde hebben. Daarna zijn tientallen hem ge volgd. Behalve degenen die al genoemd zijn, waren dat Cruyff, Gerrie Mühren, Verkuijl, Arnesen, noem maar op". Haarms als een soort medicijnman dus. Hoe gaat zo'n revalidatie in zijn werk? "De speler wordt meestal in het Sint Lu- casziekenhuis in Amsterdam geope reerd door dokter De Groot. Vervolgens wordt in overleg met onze fysiotherapeut Pirn van Dord (die zelf te vroeg met topvoetbal moest stoppen, wegens...een blessure, red.) een revali- datieprogramma opgesteld. Ook de looptrainer wordt er tegenwoordig bij betrokken. En als de gekwetste speler medisch gezien in staat is om door mij onder handen genomen te kunnen wor den, dan gaan we met een gerichte trai- ningsopbouw van start. Zonder daarbij de zaak te forceren. Elke dag wordt de aanpak iets zwaarder, ik laat de jongens dan harder én meer trai nen. Totdat ze behalve de conditie en de kracht ook het balgevoel terugheb ben. Maar ik kan je verzekeren: soms is het echt mensonterend hoe we met el kaar omgaan. Over de schreef gaan we echter nooit en je kunt het navragen, de spelers vinden mijn benadering fantas tisch. En ik voel zelf ook ontzettend veel waardering, wanneer de jongens weer terug in de groep zijn. Want dat is toch je doel". Als je Bobby Haarms zo over zijn club hoort praten, dan zou je bijna denken dat hij met Ajax getrouwd is. Hij is er kind aan huis, dat is een feit. Heeft-ie ooit wel eens iets gemist, behalve dan die perio de, waaraan hij niet graag herinnerd wil worden in de begin jaren tachtig, toen zijn activiteiten niet meer op prijs werden gesteld. "Nou, ik ben één keer naar huis gestuurd. Dat was door dokter Rolink. Ik was te ziek, maar ik wilde eigenlijk he lemaal niet naar huis. 'Ik moet vanavond trainen', wierp ik tegen. Maar toen Mi- chels zich er mee ging bemoeien, ben ik toch maar gegaan. Ik word er weer kwaad om, ik kan gewoon niet wegblij ven". Ajax, je kunt niet zonder. Maar komt het gezinsleven dan niet in de knel? "Het gaat gewoon prima, ik heb genoeg contact met mijn vrouw. Ze heeft ook zo haar bezigheden, want ze runt een res taurant, La Peche d'Or, dat ze ooit heeft overgenomen toen het failliet was ge gaan. Samen hebben we nog een tijd in een café aan de Utrechtsestraat ge staan, maar dat heb ik in 1982 verkocht. Mijn naam is er nog wel aan verbonden geweest, maar het is niet meer van mij. Mijn vrouw weet dat ik stapelgek ben op Ajax en heeft er begrip voor. Zelf vind ze voetballen leuk, maar ze vindt het ook betrekkelijk. Aan de andere kant heeft ze met mij ook een stuk van de wereld gezien". Of hij nog wel eens contact heeft met de jongens uit de goede oude tijd? "Nou en of, met Keizer, Krol, Suurbier, Ling, Ler- by, Arnessen en Mühren. Ze nemen altijd contact met me op, als ze in de buurt zijn. En weet je wat het gekke is: ze zijn allen Ajacied gebleven. Dat is toch fan tastisch. Waarom ik Keizer als eerste heb genoemd? Nou, ik zie hem nog re gelmatig". Nu we het toch over vroeger hebben, de aanstaande verhuizing van De Meer naar Amsterdam Zuidoost zal Bobby Haarms niet licht vallen. Ziet hij er als ras-Ajacied tegen op? "Het bestuur heeft uitgelegd hoe de vork in de steel zit, tsja en dan moet het maar. Ik ben er pal tegenover geboren en ik krijg nog steeds dat aparte gevoel als ik de poort kom binnenrijden. Die bedrijvigheid, het leeft er altijd, het is bij Ajax net een fa briek. Maar als je onze accommodatie vergelijkt met andere clubs, dan hebben wij inderdaad weinig velden tot onze be schikking. Zelfs amateurclubs of een club als PSV heeft op een bepaald punt betere voorzieningen. Is dit nu de kweekvijver waar jullie zo prat op gaan, zo is me al eens gevraagd. Maar ja, het is wel een club van traditie, he. En het is altijd een club gebleven en dat heeft ook haar charme. Juist dat paraplu-idee, zoals Beenhakker dat ooit heeft gezegd (alles onder één kap), dat is ook het unieke van Ajax". Toch is er in jaren zeventig even sprake geweest van een mogelijk vertrek van Bobby Haarms. "Kovacs vertrok naarde Franse voetbalbond en vroeg of ik inte resse had om bij Racing Club de Strass- bourg of bij Olympique Marseille te gaan werken. Zo'n kans krijg je natuurlijk niet gauw, maar ik heb echt zitten te twij felen. Wat moest ik doen? ledereen ver klaarde me voor gek dat ik uiteindelijk toch voor Ajax koos. Maar niemand be grijpt ook,wat Ajax voor mij betekent". EER En dus zit Haarms nog steeds bij de rood-witten. Die vooral qua publieke be langstelling een opleving beleven als nooit tevoren. "Die opmerkelijke toeloop is eigenlijk anderhalf jaar geleden be gonnen. Maar dat wij zoveel mensen zouden trekken, ongelooflijk. Eind vorig seizoen moesten we bijvoorbeeld tegen Sparta voetballen, op een doordeweek se avond. Ik had er niet veel van ver wacht, maar het was gewoon onvoor stelbaar. Krijg nou helemaal het heen en weer, het zat zo goed als vol. Het publiek gelooft er weer helemaal in. Ik denk dat vooral een verdienste van Leo is. Na tuurlijk gebeurt er bij ons ook wel een wat, maar we slagen er in die voortaan binnenskamers te houden. Je mag el kaar best de waarheid zeggen, maar we blijven eerlijk tegenover elkaar, we zijn toch collega's. En ik ervaar het ook als fantastisch dat die nieuwe jongens het als een eer vonden als dat ze bij ons mó gen voetballen. Jongens als Alflen en Groenendijk waren aanvankelijk best zenuwachtig, maar ze komen d'r, let maar op". Want hoe is het ook alweer: eens een Ajacied altijd een Ajacied. Hans Janssen

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 1991 | | pagina 31