een leven in het
teken van Ajax
'Ik moet trainen, anders ga ik kapot'.
Dat was een kop die jaren geleden boven
een interview met Bobby Haarms in het
weekblad Voetbal International stond.
Geconfronteerd met dit citaat, komt de
praatgrage Amsterdammer direct los.
"Het trainersvak is toch fantastisch. Het
begon voor mij allemaal toen ik na twee
knie-operaties met voetballen moest
stoppen. Vic Buckingham, de toenma
lige Ajax-trainer, adviseerde me toen om
trainer te worden. Ik ben begonnen bij
een kleine club, ODA in Duivendrecht,
want juist daar leer je het vak. Want je
was niet alleen als oefenmeester en
coach betrokken bij het eerste elftal, je
was er ook voorzitter, penningmeester
en terreinknecht tegelijk. Je moest er
overal de lijnen uitzetten, daar kwam het
op neer. En je moet je nooit te groot voe
len voor zo'n club. Daarna heb ik drie
jaar bij een derde klasser, Nautilus, ge
zeten en vervolgens ben ik overgestapt
naar Aalsmeer, waar ik twee jaar heb
gewerkt. Totdat Rinus Michels me in
1967 vroeg of ik de amateurs wilde trai
nen".
Fantastisch nou, dat liet Bobby Haarms
zich geen twee keer zeggen. "Wat denk
je, het is toch fantastisch dat je bij de
club waar je je als twaalfjarige hebt ge
meld (eerder kon toen nog niet) en waar
je het vak geleerd hebt, waar je jaren
hebt gevoetbald, dat je daar ook mag
trainen. Ik zag en zie dat als een voor
recht. Het plezier in de voetballerij is
daarna alleen maargroter geworden. En
ik ben eigenlijk ook nooit meer wegge
weest. Ik ben al die jaren lid gebleven
van de club, ook toen ik eerst Aalsmeer
en later onder Leo Beenhakker en Barry
Hughes bij Volendam actief was. Ik heb
me altijd voorgehouden dat je moet gaan
trainen, als je van de voetballerij, van dit
vak houdt".
Ook als hij een op papier onderge
schikte functie als assistent-trainer
van technisch directeur Beenhakker
heeft?
"Ja, want ik heb toch een ontzettend
mooie functie. Ik probeer hem, net als
Louis van Gaal, zo goed mogelijk met
raad en daad bij te staanEn daarbij gaat
het om een omvangrijk takenpakket. Ik
moet bijvoorbeeld het overzicht over de
amateurs hebben, maar me eveneens
bezighouden met de revalidatie, het te
rugbrengen van geblesseerde spelers.
Dat vind ik een heel dankbaar onderdeel
van mijn werk. In de laatste drie weken
van zo'n herstelperiode ben je twee keer
per dag, alleen met zijn tweeën, bezig
om alles om de bewuste speler zo snel
mogelijk weer op het veld terug te krij
gen. En als-ie dan weer rond huppelt,
dan geeft dat me een fantastisch gevoel.
Ik ben eigenlijk een soort haarlemmer
olie".
"En verder houd ik me bezig met het uit
zoeken, het controleren en het op peil
houden van kleding, de materialen. Dat
én het inkopen doe ik samen met Leo
en dan moeten er dus opdrachten wor
den gemaakt voor alle elftallen: van het
eerste team tot de kleintjes. De kleding
voor dit seizoen betekent echt een om
mezwaai. We zijn TDK als sponsor kwijt
geraakten dat betekent dat we voorzo'n
drie en een half a vier ton aan kleding
moesten aanschaffen. En daarbij ga je
natuurlijk niet over één nacht ijs. Daar
voor zijn we in oktober vorig jaar begon
nen, in nauwe samenwerking met Um
bra, de kleding sponsor, en de
ABN-AMRO-bank natuurlijk, dieeen be
langrijke stem in het kapittel had. En
daarbij mag je geen enkel detail over het
hoofd zien. De kleding mag niet te dik
zijn, de naam van de sponsor moet dui
delijk overkomen. En moet dus geheel
zichtbaar zijn. Daarom is een bepaald
ontwerp ook afgewezen. Daarop waren
de letters zo groot afgedrukt en stonden
ze zo ver uit elkaar, dat een gedeelte van
de tekst in de broek verdween. En dit
seizoen zullen we ook voor het eerst in
uitwedstrijden in het groen en geel spe
len. Dat zijn immers de kleuren van de
bank, die ons sponsort. We hebben ge
kozen voor een groene achtergrond,
met subtiele gele lijntjes gekozen en het
Pas nadat de eerste
trainingsweek van het trai
nings- en wedstrijdenseizoen
1991-1992 er op zat, was bij
Bobby Haarms de kater van
het seizoen daarvóór ver
werkt. Wat was zijn club toch
dicht bij prolongatie van het
landskampioenschap ge
weest, maar wat sneed ze
zich toch lelijk in de vingers.
Haarms, die toch al niet
tegen verliezen kan ("daar
heb ik altijd moeite mee"),
had er duidelijk de pé in dat
PSV met de nationale titel
ging strijken. Vreselijk
balend ging Haarms op
vakantie, maar inmiddels is
die stemming duidelijk
omgeslagen. De inzet van de
selectie, maar ook en vooral
de nieuwe samenstelling
ervan (inclusief de vijf aanko
pen - een bijna ongekende
hoeveelheid overigens) doen
hem weer lachen. Bobby
Haarms, 57, maar nog lang
niet versleten, heeft er weer
zin in. En dat is maar goed
ook, want - zo blijkt uit bij
gaand verhaal van Hans
Janssen - Bobby Haarms en
trainen zijn gewoon één.
24 AJACIED - AUGUSTUS 1991