zichzelf. Sjaak Swart, die op uitnodiging van Ajax mee mocht en voor één keer zijn vliegangst meester was, en Rob de Wit leven zich uit in een partijtje voetbal. Maarten Spanjer komt, wanneer hij een duik in het zwembad heeft genomen, tot de ontdekking dat er nog wat drachmes in zijn zwembroek zaten. Swart vertrekt vervolgens, omdat hem twee afspraken wachten. Hij mag dan in 1973 afscheid hebben genomen van het profvoetbal (althans als speler); vergeten is men hem nog lang niet. Een paar honderd meterverderop worden weer eens vier bussen uitgeladen: Ajax' fans die er een dagtripje van hebben gemaakt. Zij weten de weg naar het Syntagma-plein zonder kompas vlot te vinden. Voor wie dan nog mocht twijfelen aan de uitslag van vanavond: een Griekse bondsofficial rekent op een 2-0 zege, voor Ajax; het zou een teleurstelling voor 80 procent van het Griekse volk zijn (zo zei hij tenminste), wanneer Leipzig met de trofee aan de haal gaat. Hij constateert tot zijn spijt dat nog geen 40.000 toeschouwers het finale duel zullen bijwonen: voor de meeste Grieken zijn de prijzen voor de kaartjes te hoog. De laagste bedraagt 1600 drachmes (ongeveer 25 gulden). In geweldig contrast met de nu al heersende oceaanvreugde in hartje Athene, bereidt het Ajax-gezelschap zich in serene rust voor op het hoogtepunt van de laatste jaren. De dag wordt tot de finale gevuld met een bespreking, wandelen, rusten en eten. Tijdens de bekend making van het elftal krabt John van 't Schip zich, zoals hij later zou verklaren achter de oren wanneer hij verneemt dat Frank Verlaat de plaats van Spelbos inneemt. Hoe kun je zo'n jongen, die pas komt kijken en nog geen minuut Europacupvoetbal heeft gespeeld, opstellen? De keuze op Verlaat past in Cruijffs houding van 'laat de jeugd zich maar bewijzen'. Zoals gebruikelijk nuttigt het Amsterdamse contingent in het Astir-Palace-hotel enkele uren voor de wedstrijd een sportmaaltijd, die per traditie is samengesteld door hofkok Ricus Walter. De geboren Amsterdammer, die sinds enkele jaren in Purmerend woont, gaat al vanaf 1966 (zij het met enige onderbrekingen) met Ajax op reis als smaakmaker. Hij kan putten uit een schat aan ervaringen én recepten en weet maar al te goed wat voor vlees hij in de kuip heeft. 'Ik ben in Ivoorkust, Zuid-Amerika en verschil lende Europese landen geweest en dit is de vierde keer dat ik in Griekenland verblijf. Iedere keuken is anders en het liefst werk ik in Oost-Duitsland. Klinkt misschien wel raar, maar die mensen daar zijn 'tuchtig', ik hoef maar te kikken en alles staat klaar. Bovendien kan ik goed Duits en praat er graag over hoe de mensen er leven, wat ze doen en hoe ze over het regime denken. In Bulgarije en Albanië werk ik met het minste plezier: daarzijn ze beledigd wanneer ik wat ik meebreng vanuit Nederland. En dat is nogal wat, enkel het vlees wordt in het betref fende land besteld. Wat ikzoal bij me heb? Nou, pindakaas, hagelslag, een reep chocolade, een rolletje drop en een pakje kauwgom voor bij het ontbijt. Voor het dinergebruikikaltijd appelmoes uit blik van de Hero en als dessert instant pudding van Bourbon of muesli. De sportmaal tijd', vertelt de in 1983 vervroegde uitgetreden Walter, 'kent steevast dezelfde gangen: kippesoep, tournedos, voor Menzo kip, want die lust geen rundvlees, een salade van verse sla, appels, komkommers en tomaten gelardeerd met een speciaal sausje en als toetje komt er ijs op tafel'. Smakelijk eten dus! Terwijl de Ajax-fans per bus of taxi koers zeten naar de arena waar het allemaal gaat gebeuren maakt ook de pers zich op voor een lang en druk avondje. Op weg naar het Olympisch stadion wordtergepouled:eenenkelinglaatLokomotive Leipzig winnen, de meeste zien Ajax als dé favoriet. Ben de Graaf, de nestor van het gezelschap, die voor De Volkskrant schrijft, doet niet mee aan de polonaise. 'We zijn toch geen supportersclub'zegt hij wanneer hem naar zijn prognose en 500 drachmes wordt gevraagdDe hilariteit is groot. 17

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 1987 | | pagina 19