Met de score van 100 treffers was Ajax weer eens de meest schotvaardige
ploeg, gevolgd door Feyenoord (96) en PSV (88). Het aantal tegendoelpunten
was echter schrikbarend hoog. De drie keepers Hans Galjé, Sjaak Storm en
Stanley Menzo kregen in totaal 46 ballen om de oren. Drie jaar geleden was dat
54 en in '64-'65 51.
Sinds de invoering van de eredivisie in 1956 kwam Ajax tot 2431 doelpunten en
kreeg er 1045 tegen (doelsaldo 1386). De 2350e treffer werd op 4 september
gemaakt door Dick Schoenaker, in de 48e minuut van Ajax - Helmond Sport
(7-2). Het 2400e doelpunt kwam op naam van Van Basten en wel in de 68e mi
nuut van Ajax - Fortuna Sittard (19 februari, 5-1). De 1000e tegentreffer werd in
de eerste competitiewedstrijd verzorgd door Frans Adelaar, tijdens FC Utrecht -
Ajax (1-1).
John Bosman was het snelst succesvol; hij vond al na 47 seconden van de thuis-
beurt tegen Volendam het net. Verdelen we alle wedstrijden in periodes van 15
minuten, dan blijkt dat de meeste treffers in de eerste twee en het voorlaatste
kwartier vielen...
DOELPUNTENMAKERS
Voor het eerst in zijn carrière werd Marco van Basten topscorer van Ajax en
werd daarmee een waardig opvolger van Willem Kieft, die drie achtereenvolgen
de seizoenen die eer voor zich opeiste. Van Basten kwam tot 28 doelpunten,
hetgeen hem in Europees verband bovendien de zilveren schoen opleverde
(achter winnaar Ian Rush die in veel meer duels tot 32 doelpunten kwam). Was
de midvoor het hele seizoen actief door de Ziekte van Pfeiffer moest Van
Basten 8 duels laten 'schieten' dan had hij waarschijnlijk dat aantal van de
spits van Liverpool overtroffen. Maar ja.
De overige 72 treffers mochten op het conto bijgeschreven worden van: Felix
Gasselich en Schoenaker (11), Frank Rijkaard (9), Gerald Vanenburg en Ronald
Koeman (7), Jan Mölby en Johnny van 't Schip (5), Jesper Olsen en John
Bosman (4), Peter Boeve en Edo Ophof (3), Keje Molenaar (2) en Koos van
Tamelen (FC Utrecht), die in eigen doel schoot.
SCHADUWSCHUTTERS
Ook in het afgelopen seizoen werd er weer een schaduwschutterslijst bijge
houden. John Frederikstad, Neerlands best gedocumenteerde voetbalstatisti
cus, kwam na een optelsom van alle beslissende voorzetten tot de conclusie dat
Gerald Vanenburg Ajax' schaduwschutter is geworden. 'Vaantje' gaf liefst 17
assists. Olsen kwam tot 9, Van 't Schip tot 8. Daarna volgen Gasselich, Mole
naar en Mölby Boeve (5), Rijkaard (4), Koeman, Ophof en Schoenaker (3),
Van Basten (2), Van Buuren en Silooy (1).
SPELERS
Ajax begon het seizoen '83-'84 met een op papier erg kleine selectie. Uiteindelijk
had De Mos 21 spelers nodig, althans in competitieverband. De jeugdinternatio-
naal Bert de Meijer was de jongste en hoefde evenals Sjaak Storm slechts één
maal op te draven. Niet meer dan twee spelers maakte alle 34 du.els mee, waar-
13