DêXMdffltömmk maisqn bentvelzen
Banketbakkerij - Chocolaterie Leverancier van de Amsterdamsche paaltjes,
ook in luxe dozen,
kerstkransen, taarten, kerststollen,
puddingen en vele kerstgeschenken.
Bewonder onze etalage.
Scheldestraat 55, Amsterdam - Telefoon 020-794764 bij de R A L)
gaan en komen: Rinus Michels, Tomislav Ivic, Cor Brom, Bobby Haarms en Leo
Beenhakker. Bij het Deense elftal Kurt Nielsen en Sepp Piontek. Bij Valencia
Pasegito en nu bij Anderlecht Paul van Himst.
"Ik heb het meeste geleerd van Ivic. Zonder meer, misschien ook wel omdat hij
in mijn eerste jaren bij Ajax (de belangrijkste voor een voetballer) trainer was.
Onder Michels had ik misschien net zo veel opgestoken. Door Ivic ben ik veel
meer all-rounder geworden, vooral in verdedigend opzicht. Ook qua discipline
op het veld heeft hij me veel bijgebracht en hij kon ons optimaal laten presteren
op de training én in de wedstrijd. Elke dag weer. Hij kon iemand ontzettend
goed enthousiast maken. Daarna kwam Cor Brom. Hij was zijn tegenpool, liet
ons vrij voetballen en liet de spelers meer meedenken. En dat is heel moeilijk en
vooral voor een jonge ploeg, ledereen heeft begeleiding nodig. De trainer moet
hoe dan ook de lijnen uitzetten en de spelers dienen zich ondergeschikt te
maken aan het geheel. Spelers belangrijk maken en trainen, trainen, trainen met
de jeugd: dat vind ik het belangrijkste voor een trainer. Leo Beenhakker kwam in
feite uit het niets, ging op de bluftoer, maar heeft het goed gedaan vooral in
zijn eerste seizoen. Dat was niet alleen de verdienste van de trainer. Een ploeg
die hoe goed ze ook speelt, valt terug als ze een slechte trainer heeft. Aan de
andere kant; als een team beperkte kwaliteiten heeft, houdt alles op".
Voor Frank Arnesen hield het hoofdstuk Ajax in de zomer van 1981 ook op.
Maar nog steeds heeft hij zijn hart verpand aan de rood-witte vereniging. De
Scandinaviër had het nog best naar zijn zin in Mokum, Amsterdam, maar wilde
wel eens wat anders; een andere taal andere mensen. Nog steeds bewaart hij
goede herinneringen aan die Amsterdamse periode. "Ik was op dat moment 24
en kon kiezen. De transfersom was ook geen probleem. Toch vind ik het niet
jammer dat ik nu bij Anderlecht zit. Ajax wou me ook wel hebben, maar Ander
lecht was enthousiaster. Dat zij het risico met mij durfden te nemen, was voor
mij reden genoeg om hier te tekenen. Overigens kan ik de houding van Ajax best
begrijpen. Ze hebben nu Gasselich en het is moeilijk om hem te beoordelen.
Oostenrijkers hebben een speciaal karakter. Ik ken Kurt Welzl (tegelijk met Ar
nesen naar Valencia gegaan, red.); het is een echte levensgenieter. Of Gasselich
het zal redden bij Ajax weet ik niet. Ik weet niet hoe hij opgevangen wordt. In
Spanje gingen we met zijn allen uit en werd er niet alleen over voetballen ge
praat. De school bij Ajax is echter anders: keihard. Met een beetje meer begelei
ding bloeien nog meer spelers op, misschien Gasselich ook. Ik heb in het begin
ook alles op mijn eigen houtje moeten doen, ik had alleen contact met Barry
Hulshoff, die toen zijn jukbeen had gebroken en Lerby en mij hielp".
16