met spelers als Ruud Krol, Piet Schrijvers en Wim Suurbier. "Alles watje doet,
is een ervaring waarvan je later in allerlei omstandigheden kunt profiteren.
Fouten die ik maakte toen ik nog jong was, moet ik nu niet meer maken. Het
heeft ook met ervaring te maken dat ik bepaalde dingen in het begin bij Ajax niet
wilde of kon, maar een jaar of drie later bleek dat ik het toch 20 deed. Welke
dingen? Dat is moeilijk te zeggen (Arnesen lacht als Tjeerd zegt: "Niet meer bij
Ajax weg gaan..."). Toen ik begon, was ik ook tegenover mijn medespelers
meedogenloos. Ik eiste veel van ze, zonder dat ik er eigenlijk bij na dacht wat
daarvan de gevolgen konden zijn. Nu ga ik meer beoordelen hoe ik die speler het
best kan benaderen om hem goed te laten presteren. Dus niet meer schelden, al
heb ik dat nooit veel gedaan in tegenstelling tot Sören Lerby. Het gaat er ge
woon om de andere spelers te helpen, dat ik dus niet alleen voor mezelf, maar
ook voor die ander werk. Zowel binnen als buiten het veld. Dat geldt echter niet
alleen voor mij, want Anderlecht eist dat ook van spelers als Vercauteren en
Olsen. Je moet een stuk begeleiding geven. Bij Ajax was het zo dat twee spelers
wel het topniveau haalden en een derde afviel. Maar als die laatste iets anders
benaderd was geworden, dan was het hem ook gelukt, zij het misschien een
jaar later".
"Ik heb dan ook veel geleerd van spelers als Krol, Schrijvers of Suurbier. Zij ga
ven me op mijn donder als ik iets verkeerds deed. Pas later kwam je tot de ont
dekking dat dat alleen was om jou te helpen, maar ieder doet dat op zijn eigen
manier. Het is dan zaak die aanmerkingen niet persoonlijk op te nemen en dat is
het moeilijkste voor die jonge gastenDaarom is topsport zo hard en moet je zelf
ook hard zijn. En dat was ik ook. Ik wist dat ze gelijk hadden en ging door. Net
als Sören".
Discipline
Een zelfde ontwikkeling maakte ook het Deense nationale elftal door. leder
vroeg zich af hoe het in hemelsnaam mogelijk was dat een land met zo veel ta
lent niet in staat was één goede ploeg op de mat te zetten. Pas dit jaar heeft
Denemarken zich bewezen in de wedstrijden in de voorronden van het Europees
kampioenschap, dat volgend jaar juni in Frankrijk wordt gehouden. De Denen
schakelden onder meer Engeland uit. "Een aantal jaren geleden kwamen wij met
Denemarken nauwelijks tot goede resultaten, omdat de selectie voor de helft uit
professionals en voor de andere helft uit amateurs bestond. Dit ging niet samen.
Toen ik mijn tweede interland speelde, ging ik al op dezelfde manier te werk als
bij Ajax: zeer gedisciplineerd. Dat gold ook voor die andere spelers, die voor
clubs als Borussia Mönchengladbach of Feyenoord uitkwamen. Wij hadden de
ambitie om ver te willen reiken en daarvoor was een ijzeren discipline nodig. Wij
hebben daar voor gevochten. Maar om die discipline en de teamgeest die bij
onze eigen clubs heersten over te brengen in het nationale team, heb je natuur
lijk tijd nodig. Dat is langzaam gegaan. Het is begonnen met Lerby en mij,
Simonsen en een Morten Olsen natuurlijk niet te vergeten (de belangrijkste mis
schien). En nu zit het gebakken, is er nog maar één amateur in de selectie van
bondscoach Sepp Piontek. Dat is de keeper".
Het was voor Arnesen dan ook geen raadsel waarom Denemarken zo goed
draaide. Hij had echter niet kunnen bevroeden dat het erin zou slagen om onder
meer ten koste van Engeland de eindronden van het EK te bereiken. "Wij had
den nog nooit van Engeland gewonnen, of deelgenomen aan een EK of WK. Ik
11