RUUD KROL Een collage van veertien jaar voetbal „Een schriel ventje werd topvoetbalier" DEEL 5: Ruud Krol mist door beenbreuk Europa-Cupfinale In deze Ajacied het vervolg van het vierde, derde, tweede en eerste deel over de loop baan en het leven van Ruud Krol. Ditmaal een terugblik op zijn beenbreuk, hetgeen in de vorige aflevering door een technische storing is weggevallen. De beginjaren van Ruud Krol bij Ajax verliepen voorspoedig. De verdediger hoefde eigenlijk met geen tegenslag af te rekenen. Zijn plaats in het elftal van Rinus Michels kwam niet in gevaar. En welke 20-jarige kan al terug zien op drie interlands? Altijd hield Krol zich voor, dat ook hij met pech te kampen zou kunnen krijgen, tegen een ernstige blessure op zou kunnen lopen. In het voorjaar van 1971 sloeg voor Ruud Krol het noodlot toe. „Het is allemaal be gonnen op woensdagavond 21 april, tijdens de halve finale voor de KNVB-beker tegen NEC in Den Haag. Het was in de tweede helft. We draaiden op dat moment goed, ook in de verdediging. Tot Cas Janssens van NEC doorbrak. Ik ging er met Nico Rijnders (helaas al overleden, HJ) achteraan. Nico kreeg hem niet te pakken, maar ik haalde hem nog voor het strafschopgebied in. Net op het moment dat ik de sliding zou maken, verstapte ik me. Heinz Stuy blokkeerde het schot van Janssens en ik speelde de teruggesprongen bal nog terug op Stuy. Maar daarna kon ik niet meer en ben ik eruit gegaan. De pijn werd steeds erger. Aan de kant kon ik het niet meer uithouden en ik ben daarop door de dokter in de kleedkamer onderzocht. Ik had voor mezelf al het gevoel dat het been gebroken was en de dokter zei me ook al dat hij niet veel hoop voor me had". Foto's in het ziekenhuis wezen uit dat het kuitbeen gebroken was, net boven het gewricht' Diezelfde avond nog mocht Krol naar huis. „Ik heb daar eerst vier weken op bed gelegen en daarna nog eens tien dagen. Vijf dagen voor de Europa-Cupfinale heb ik loopgips gekregen, zodat ik mee kon naar Londen' Daar, op de „heilige" grond van het Wembieystadion speelde Ajax zijn tweede Europa-Cupfinale. Zonder Ruud Krol. De ongelukkige verdediger moest dus lijd zaam toezien, al was hij tegelijkertijd de cheerleader van het Nederlandse legioen, dat Ajax naar zijn eerste Europese beker toeschreeuwde. „Natuurlijk was het allemaal, hoewel ik dat voor de buitenwereld - bijvoorbeeld op tv en op Wembley - niet zo heb laten merken, niet zo makkelijk voor me. Ik moest het eind van een belangrijk seizoen missen én de finale om de Europa Cup. Dat heb ik allemaal innerlijk verwerkt. Je weet dat je als sportman te incasseren krijgt en dat heb ik dan ook genomen. Ik gun geen sportman om mee te maken wat ik heb meege maakt. Maar anderzijds weet ik nu voor mezelf dat ik terug kan komen, dat ik de goede mentaliteit heb. Terugkijkend op de vier maanden die de blessure me heeft gekost, heeft het toch ook wel iets goeds voor me gedaan. Ik dacht eraan dat ik er goed aan gedaan had maatschappelijk iets (een zaak in papieren plastic) begonnen te zijn. Want nu was het het kuitbeen, maar de volgende keer kan het wel iets anders zijn. Bovendien heb ik in die tijd gemerkt dat ik veel vrienden heb en dat is erg belang- 24

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 1981 | | pagina 26