ben ik naar Stormvogels gegaan samen met mijn broer Henk. Daar hebben we 3 sei zoenen gevoetbald. Erge fijne seizoenen waren dat. Toen zijn we samen naar AJAX gegaan. Henk werd door AJAX gekocht en ik werd geruild voor Jan Snoek. Dat was toen het seizoen '58-'59. AJAX zat toen in het slop, zonder trainer enz. Toen werd Vic Buckingham als trainer aangetrokken. Gelijk met mij werden ook Co Prins en Donald Feldman aangetrokken. Verder kwamen Sjaak Swart en Bennie Mulder er bij uit het 2e elftal. Je kan dus zeggen dat er een Vi elftal nieuw werd aangetrokken. Ik heb er toen 5 seizoenen gespeeld. Veel doelpunten gemaakt. Ik was bezeten van doelpunten maken. Henk en ik hebben in 1 seizoen 67 doelpunten gemaakt. Henk op een heel andere manier dan ik natuurlijk. Hij had veel meer techniek en spelinzicht. Ik ben wel jaloers op hem geweest. In de positieve zin van het woord. Ik heb altijd tegen Henk opgekeken. Toen hij 9 jaar was deed hij al dingen met de bal waar ik nooit aan toe gekomen was. Daarom is het misschien zo dat Henk wel in het Nederlands elftal kwam en ik niet. Ik heb wel 21 keer in het Nederlands B-elftal gespeeld en 1 keer in het Nederlands amateurelftal. Ik heb altijd geprobeerd om in het Nederlands elftal te komen maar verder dan 2 keer reserve ben ik niet gekomen. Na die 2 keer werd ik niet meer geselekteerd. Waarom weet ik nog steeds niet. Pats, boem eruit en er nooit meer in. Een nadeel voor mij was ook dat er in het Nederlands team jongens liepen als Piet Kruiver en Tonnie van der Linden. Sterke voetballers en met meer techniek. Ik heb er werkelijk alles aan gedaan om er in te komen. Ik heb geleefd als een monnik. Jammer genoeg zat een grote internationale carrière er niet in. Maar toch ben ik tevreden als ik terugkijk. Alles heb ik op mijn mentaliteit bereikt. De jeugd waar U nu mee traint, hoe worden die getraind? Cees Groot: Ik verwacht van die jongens ook een mentaliteit die ik zelf ook gehad heb. Dat wil niet zeggen dat ik keihard ben, maar ze moeten er alles voor over hebben. Ze moeten leren afzien. En met afzien bedoel ik ook niet rondjes lopen tot ze erbij neervallen. Nee, afzien betekent voor mij bijv. als ze links minder kunnen trappen dan rechts, dan gaan we links trainen. En dat is ook uiterst vermoeiend. Ga zo maar door met koppen, traptechniek enz. Als je zo met die jongens bezig bent, dan lopen ze evengoed kilometers, alleen nu gaat dat met de bal. Jongens van 11 of 12 jaar hebben konditie genoeg, daar moet je mee gaan voetballen. Dan zijn ze ook gretig. Alleen maar lopen heeft iedere speler een hekel aan. Maar met die oefeningen ben ik wel hard. Ze moeten de basis onder de knie krijgen. Eén ding is als trainer ontzettend belangrijk, je moet met kinderen kunnen omgaan. Gelukkig kan ik dat. Mijn eerste jaar als trainer was ook met jongens uit een tehuis, de Vuurtoren, uit Amsterdam. Dit was een tehuis voor moeilijk opvoedbare kinderen. Daar leer je wel met kinderen omgaan. Een pracht jaar was dat. En nu is het nog leuk. Ik wil niets anders doen dan de jeugd trainen. Ik heb geen ambitie om A-trainer te worden. Nu ook begint bij de buitenwacht de erkenning te komen voor het werk van de jeugdtrainers. De spelers vinden het ook altijd de leukste tijd uit hun carrière. Vraag het maar aan ze. De bedoeling was om het gesprek tot 2 pagina's te beperken. Maar omdat er veel meer inzit komt het vervolg in de volgende Ajacied. TON LIMMEN 13

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 1981 | | pagina 15