Interview bij betrokken te zijn. De harde kern van hen die zich overgeven aan geweldpleging op de tribune, maar ook voor en na de wedstrijd, moet volgens prof. Rijsdorp vooral gezocht worden in een betrekkelijk kleine publieks- sector van jongere toeschouwers, die men gewoonlijk aanduidt met de term "fans", maar die men moet onderscheiden van de supporters. De laatste groep kan zich mogelijk wel emotioneel opstel len - heeft echter niet de grondslag gelegd voor het sportvandalisme, dat de laatste tijd de aan dacht van zoveel instanties binnen en buiten de sportwereld trekt. Prof. Rijsdorp: "Men zou in be paald opzicht de supporters en de fans kunnen vergelijken met de verhouding in een toonbankwin kel en in een cash-and-carry-bedrijfIn een toonbankwinkel is er in zekere zin een persoonlijke band tussen vaste klant en winkelier, met wederzijdse verplichtingen. In de cash-and-carry-zaak wordt ook gekocht en verkocht, maar daar valt iedere persoonlijke relatie weg. Men voelt zich niet bij de ander betrokken". Voetballers kunnen zich, kortom, wel voor duur geld van hot naar haar laten verkopen, maar daar mee wordt hun sociale rol en hun verhouding tot het publiek ontkend. Ze laten een ontheemd legi oen achter. Opmerkelijk in dit verband noemt prof. Rijsdorp de opkomst van de zaalsporten: klei nere speelruimten, spelers en publiek dichter opeen, verlies van de heiligheid van het speelveld, tempo, compactheid, korte aanvalsopbouw en voortdurende doelkansen. In een zaal voelt het pu bliek zich weer thuis. Geen vervreemding, geen vereenzaming. Zo gezien, komen de agressief aandoende pogingen van Johan Cruijff "over de streep" te trekken in een schrijnend licht te staan. Piet Snoeren Tscheu La Ling Ja, het moest er dan toch eens van komen, een interview met een van de meest grillige Ajacieden, door velen aanbeden en door an deren verguisd. De F-Side heeft in hem in ieder geval een nieuwe yell gevonden en bij tijden verbaast hij een ieder met fantastische momenten tegen zeer zwakke ogenblikken. We laten Tscheu zelf aan het woord: MILITAIRE DIENST "Ja, ik ben vlot uit de militaire dienst geko men, zo knap was dat niet, ik ben er gewoon niet geschikt voor, dus vanzelfsprekend ga je er dan uit, hè? Als je er geschikt voor bent, blijf je er meestal wel in. Tussen iemand die er geen zin in heeft en iemand die er niet voor geschikt is, zit een groot verschil natuurlijk. Kijk, iedereen heeft zo z'n mentaliteit; ik bv heb me nog nooit iets laten zeggen, dat me niet zint. Dat klinkt misschien wel eigenwijs, maar ja, ik zie de dienst in principe helemaal niet zitten, dat je daar met een geweertje loopt, terwijl als ze ergens in Europa op een knopje drukken, half Europa weg is, dan loop jij daar met een karabijn. Kijk, dat spreekt me al tegen en dat is wel een van de grootste factoren geweest. Daar komt dan nog bij, dat ik getrouwd ben geweest en een kind heb, dat ik twee of drie keer in de week haal en dat was niet meer mogelijk en dat stuitte me ook een beetje tegen de borst. Ja, het kostwinner schap heeft wel de doorslag gegeven. In de dienst maak je altijd wel leuke dingen mee, maar ik heb niks, dat ik zeg: Tjonge, wat heb ik toen gelachen Je lacht natuurlijk wel wat met de jongens, maar verder Ik heb in de Isabel-kazerne in Den Bosch geze ten. Als dagtaak had ik daar: een beetje mar cheren en gevulde koeken eten; het is gewoon nutteloos. De eerste vier weken heb ik bij Ajax gewoon meegespeeld, maar tijdens de topper tegen PSV werd ik gepasseerd, wat ove rigens niet terecht was, dat heeft Ivic later zelf ook wel toegegeven. In dienst heb je een heel andere training; overigens viel ik 's zon dags echt niet door de mand, dus ik vond het onzin om mij reserve te zetten en dat heb ik hem ook gezegd 5

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 1978 | | pagina 7