schijnlijk ook open voor beinvloeding door agressieve voorbeelden. Conclusie van dr. O. Wiegman: "Kleine kinderen die op de televisie naar een agressieve film heb ben gekeken, vertonen in het algemeen een grotere mate van agressie dan hun vriendjes die dat niet hebben gedaan, en, omgekeerd: kleine kinderen die hebben gekeken naar een film met een lieve, onschuldige inhoud, gedragen zich nc afloop in het algemeen positiever dan hun leeftijdge nootjes die de uitzending niet hebben gezien". Men kan zich afvragen, welke functie het medium televisie in deze heeft. Dr. Wiegman: "Een be langrijke vraag, vooral als men zich realiseert, welk een belangrijk deel van de vrije tijd er aan televisie-kijken wordt besteed. In Amerika bijvoorbeeld heeft een kind van 11 jaar gemiddeld meer tijd doorgebracht voor de buis dan op school En bovendien moet men bedenken dat de televisie uitmunt door agressieve momenten. Zo is vastgesteld, dat een doorsnee Amerikaans kind in de pe riode van 5 tot 14 jaar gemiddeld 13.000 doden op het scherm heeft zien vallen. Gezien de huidi ge stand van de wetenschap zijn wij van mening, dat een dergelijke overmaat aan geweld op de televisie een schadelijke invloed op met name jonge kinderen kan hebben. Vooral de ouders zullen zich van hun verantwoordelijkheid bewust moeten zijn, wanneer ze hun kinderen ongebreideld la ten volstoppen met gewelddadige scenesMaar los van ouders en andere opvoeders zouden wij ook graag zien, dat de mensen aan de bron, de programma-makers, zich meer met de problematiek van de agressie bezig zouden houden, want juist zij zijn het, die voor een belangrijk deel onze behoef ten prikkelen en bepalen. DrO. Wiegman voorziet zijn bevindingen van het volgende advies. "Je moet kinderen in elk ge val niet verbieden om naar bepaalde programma's te kijken, want daardoor maak je waarschijnlijk het kijken alleen maar aantrekkelijker en gaan ze bij vriendjes kijken. Ik zou ouders aan willen bevelen om na afloop van een agressieve uitzending de kinderen te begeleiden bij de verwerking van wat ze gezien hebben, door ze er bijvoorbeeld op te wijzen, dat het allemaal maar verzinsels zijn geweest" Dr. A. Hauber heeft een advies voor de agressie in het verkeer. "Hef de anonimiteit van de auto mobilist op", zegt hij, door boven de kentekenplaat de naam van de bezitter van het voertuig duidelijk aan te brengen - dit ter bestrijding van de agressiviteit in het verkeer". Dr. Hauber is als wetenschappelijk hoofdmedewerker verbonden aan het Criminologisch Instituut van de Leidse Uni versiteit. Hij heeft onderzoekingen verricht naar het gedrag van automobilisten en daarvoor enkele proeven gedaan. Conclusie: van de automobilisten die bij de proef waren betrokken, bleek ruim een kwart agressief. De uitingen daarvan liepen qua vorm en hevigheid uiteen. "In een aantal ge vallen uitte de agressie zich op niet-verbale wijze, bijvoorbeeld door het ballen van de vuist of het wijzen op het voorhoofd; soms waren het scheldwoorden of claxonades en af en toe moesten on ze medewerkers zelfs lopen voor hun leven. Het is daarbij opmerkelijk, dat we geen verschil in agressiviteit konden vinden tussen mannelijke en vrouwelijke automobilisten. In het verkeer zijn de vrouwen dus geëmancipeerd; van de aangeleerde minder agressieve vrouwelijke rol blijkt daar niets" Op grond van onze experimenten, aldus dr. Hauber, kunnen we vaststellen dat het stoppen voor een zebra bijna twee en een half maal zo vaak agressie oproept als het twee maal achter elkaar voor niets de telefoon moeten aannemen. Het heeft er dus alle schijn van, dat sommige mensen van gedrag veranderen als ze in een auto stappen. Logische vraag: wat kunnen we doen om agressie in het verkeer te verminderen? Dr. Hauber komt met een aantal aanbevelingen. Laat de automobilist leren zich te ontspannen, zegt hij. Ontspan ning is eigenlijk een noodzakelijke voorwaarde, omdat in een toestand van meer opwinding de kans op ruis, op verstoring van het waarnemen en het beoordelen het grootst is. Voorts dient bij het verkeersonderwijs - tot op heden een primair technische zaak - de menselijke kant centraal gesteld te worden; het deelnemen aan het verkeer als een vorm van samenspel met andere weggebruikers. Betrek ook de ouders bij de verkeersopvoeding en maak de reeds volwassen verkeersdeelnemers vertrouwd met de nieuwe verkeersmentaliteit door verlenging van het rijbewijs te koppelen aan een cursus. Laatste advies: beloon een veilig rijgedrag. "Verzekeringsmaatschap pijen zouden een op het voertuig aan te brengen vignet kunnen verstrekken waarbij het cijfer het aantal jaren aangeeft, dat men heeft gereden zonder anderen direct schade te berokkenen". Het geweld op en om het sportveld tenslotte, behandeld door prof. dr. K. Rijsdorp, hoogleraar in de Gymnologie (wetenschap van de lichamelijke opvoeding en de sport) aan de Utrechtse Universi teit. Hij hanteert het begrip vereenzaming als sleutel - de onmacht van het publiek er persoonlijk 4

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 1978 | | pagina 6