Om kwart voor zes liepen we van het hotel naar het Vasil levski-stadionJaap van Praag zat 's middags namelijk met het voltallige be stuur van Ajax in hetzelfde restaurant als waar wij gegeten hadden en had bij die gelegenheid beloofd dat we met z'n zeventienen naar de training konden komen kijken. Dat leverde echter heel wat moeilijkheden op; in eerste in stantie werden we niet binnengelaten, ook de verslaggevers niet. Jan en ik hadden kans ge zien om tussen de journalisten te gaan staan; de andere Ajax-supporters werden echter met de grote menigte Bulgaren, die ook graag naar de training wilden kijken, naar de andere kant van de straat gedreven. Een jongen van 15 jaar - die straks nog een keer een merkwaardige rol in dit verhaal zal spelen - en z'n vader, die thuis in Amsterdam een snackbar beheert, werden daar nog het slachtoffer van de niet af latende souvenirjagerij van de Bulgaren: petje kwijt, vlag kapot, shirt beschadigd, het be loofde niet veel goeds voor de volgende avond. Ze zijn er maar vandoor gegaan, terug naar het hotel en misten zodoende de training. Hier na werden Jan en ik ook naar de overkant ge jaagd, omdat we niet konden bewijzen dat we journalisten waren. We hebben toen in alge meen onbeschaafd Nederlands laten merken, dat we het daar niet mee eens waren. Nadat Ajax was aangekomen, kon Jaap van Praag ge lukkig alsnog bewerkstelligen, dat we het sta dion in konden gaan. En toen we binnen waren, zagen we dat al die Bulgaren die buiten ston den te wachten, toch kans zagen het stadion binnen te komen. Eén vak stroomde helemaal vol. Ze hadden waarschijnlijk een hek weten te forceren Diezelfde avond zijn we er weer met de bus op- uitgegaan, ditmaal naar een restaurant in een dorpje vlakbij Sofia - de naam is me ontscho ten - waar een folkloristische avond werd ge houden. Tot de gasten behoorden o.a. een ver zameling Russische artsen, die hun vrouwen hadden meegenomen en die daar deelnamen aan een medisch congres. De folkloristische groe pen kwamen aan de lopende band binnen. De ene groep was nog niet weg, of de volgende stond alweer op het podium. Die Russen die er waren konden trouwens ook behoorlijk zingen. Ze stonden onder leiding van een voorzanger d la Iwan Rebroff. Telkens als hij begon te zin gen, viel het hele koor in en af en toe gaf hij ook een solo weg. We konden bij hun gezang natuurlijk niet achter blijven en begonnen ons hele repertoire Ajax- en Nederlandse-Elftal- liederen af te draaien. Eerst zongen de Russen, dan wij, dan zij weer en dat ging een hele poos heen en weer, steeds weer gevolgd door wederzijds applaus. Tussen de bedrijven door speelde er ook nog een bandje, met een zange res die waarschijnlijk erg schor was, want je hoorde haar nauwelijks, bekende liedjes zoals "Que Sera". We zaten in dat restaurant aan tafels die flink gedekt stonden met voorraden drank en vlees (dat ditmaal wel warm was) die steeds weer werden aangevuld. Gedanst werd er ook nog, waarbij enkele Ajax-supporters een Russische ten dans uitnodigden. Toen we weer naar het hotel terugreden, was het wel bijzonder stil op straat, maar dat was geen wonder, want er valt 's nachts maar bitter weinig te beleven in Sofia, of het moet zijn in de nachtclub bij ons hotel, waarvoor de entree normaal 20 lewa bedroeg, maar voor ons als hotelgasten 8 lewa, waarvoor men dan nog enige drankjes kreeg ook. In die gelegenheid hebben we nog behoorlijk gelachen, toen een Bulgaar die 15-jarige Amsterdamse jongen, waarover ik het zoéven al had, voor een meis je aanzag (door het lange haar hoogstwaar schijnlijk) en hem ten dans uitnodigde. We bespaarden de Bulgaar de afgang door te zeg gen dat het een jongen was. Daarna schoof hij bij ons aan tafel aan en begonnen wij vragen te stellen over de manier van leven in Bulga rije. Sociale wetten, zoals W.W. en Z.W. kennen ze niet; een hond of kat heeft vrijwel niemand, om de doodeenvoudige reden dat ze het vlees, wat die beesten dan zouden moeten eten, zelf veel te hard nodig hebben. Toen hij hoorde, hoe goed wij het in het Westen hadden, liep hij meer huilend dan lachend weg. Om een uur of drie gingen we naar bed, want de volgende dag zou de zwaarste wel worden, zeker voor de diverse kelen, ten eerste omdat ze Ajax wel veelvuldig zouden aanmoedigen en ten tweede omdat de zenuwen er wel door heen zouden gieren. In de loop van de volgende ochtend hebben we onze bagage ingepakt en bij de receptie in be waring gegeven. Om een uur of twaalf zijn we toen met z'n zessen naar buiten gegaan en hebben we in de stad goed laten merken, dat Ajax die avond zou spelen. Vlaggen,toeters, petten en shawls, alles hadden we meegeno men. We hadden enorm veel bekijks, zeker toen ik een foto wilde maken en de andere vijf even gingen poseren. In die minuut die ik daarvoor nodig had, hadden zich een heleboel nieuwsgierige Bulgaren om ons heen verzameld. Een eindje verder, in een winkelstraat, ten- 12

AJAX ARCHIEF

Clubblad De Ajacied (1997-2009) | 1977 | | pagina 14