'Ajax-PSV kan alle
kanten opgaan'
Gerald Vanenburg wil terug de voetballerij in
ajaxlife
INTERVIEW Q
Gerald Vanenburg (55) werd met Ajax drie
keer landskampioen, met PSV zelfs vijf
keer. De voormalige dribbelkoning wil na
tien jaar zijn rentree in de voetballerij ma
ken. 'Als ik op een veld sta en een bal zie,
moet ik 'm aanraken.'
Hij klinkt opgewekt. Het gaat goed
met Gerald Vanenburg. Tien jaar
was hij redelijk uit beeld voor de
voetbalwereld, na zijn ontslag als
trainer van FC Eindhoven en zijn
korte avontuur als veldtrainer bij
Willem II. Hij was er wel even klaar
mee, en besloot zijn energie in een
private lodge in Zuid-Afrika te
stoppen.
"Ik moest mezelf weer opla
den. De één kan dat in een jaar, de
ander lukt het helemaal niet. In
eerste instantie had ik het idee om
nooit meer wat in het voetbal te
doen. Maar ik merkte dat ik gewoon
verschrikkelijk veel van het spel
letje hou. Ik ben altijd wedstrijden
blijven kijken. Nu wil ik er ook echt
weer iets in gaan doen."
Momenteel heeft hij een voet-
balschool in Alkmaar, met Sonny
Silooy: de Dutch Soccer Academy.
Daar leert hij talentvolle en min
der talentvolle voetballertjes de
basisprincipes van het spel. Hij wil
de kinderen vooral enthousiasme
ren. "Als ik op een veld sta en een
bal zie, moet ik 'm aanraken. Dat
is nooit veranderd. Nu hoop ik die
passie ook bij die kinderen te ver
groten. Het plezier staat voorop.
Ik denk dat als ik met echt topta
lent werk, ik ze naar een heel hoog
niveau kan tillen. Dat kan bij iedere
club die in talentontwikkeling op
mijn manier gelooft. Dus de laptop
laten we binnen. Maar ik vind het
even mooi als een vader na de clinic
belt en zegt dat zijn zoon voetbal
niet zo leuk vond maar dankzij onze
clinic buiten allemaal bewegingen
aan het oefenen is."
Vergelijken
Vanenburg praat vol enthousiasme.
Zo zal de Ajaxfan die de jaren tachtig
in De Meer bewust meemaakte hem
ook herkennen. Vanenburg was een
rasvoetballer, stond symbool voor
het voetbal op Voorland, met een
fluwelen techniek. En veel plezier.
Op zijn zeventiende debuteerde hij
in het eerste elftal. In zes jaar ver
overde hij met Ajax drie landstitels.
Er volgt echter een veelzeggende
stilte als we hem vragen met welke
huidige Ajacied hij zichzelf zou
vergelijken. Dribbelaar Frenkie de
Jong, assistkoning Hakim Ziyech?
Het blijkt een verkeerde vraag.
"Je moet spelers niet verge
lijken. Mensen doen dat altijd zo
graag, maar het kan gewoon niet
Iedereen heeft zijn eigen kwali
teiten. Daar moet je aandacht voor
hebben. Bij Ajax lopen genoeg spe
lers van wie ik kan genieten: David
Neres, Dusan Tadic, Donny van de
Beek, Hakim Ziyech, Frenkie de
Jong, Matthijs de Ligt. Het zijn stuk
voor stuk spelers die iets extra's
kunnen. Ik vind het leuk om naar
ze te kijken, maar ik ga ze niet met
anderen, of met mezelf vergelij
ken."
We hadden beter kunnen weten.
Als één speler ooit bijna gebukt ging
onder vergelijkingen, dan was het
Vanenburg zelf. Het was de keerzijde
van zijn talent: hij werd meteen
bestempeld als de nieuwe Johan
Cruijff. De superlatieven waren
niet aan te slepen. En Vanenburg
leverde. "Ik was bij 45 doelpunten
per seizoen betrokken, door te
scoren of de assist te geven. Dat
werd al snel als normaal ervaren,
'Ik vind het even mooi als een vader na de clinic belt en
zegt dat zijn zoon buiten allemaal bewegingen aan het
oefenen is'
maar dat was het natuurlijk niet."
De druk nam toe, en zijn rol
binnen het team veranderde.
Daarmee nam het plezier af. Zijn
eerste jaren had hij een vrije rol,
maar Cruijff zette hem meer aan
de zijkant. "Dat ging op zich goed,
maar als ik meer vrijheid had
gehad om ook in het centrum op
te duiken, had ik nog meer vanuit
mijn kracht kunnen spelen. Ik stond
te veel onder druk om er iets van te
zeggen, schikte me maar in de rol
die anderen voor ogen hadden voor
me."
Tot 1986. In de zomer stapte
hij over naar concurrent PSV. Hij
was niet de enige; van het PSV dat
twee jaar later de Europacup I zou
winnen, hadden Ronald Koeman,
S0ren Lerby, Frank Arnesen en Wim
Kieft evengoed een achtergrond bij
Ajax. "Maar zij waren andere types
dan ik," stelt Vanenburg. "Ik werd
gezien als een echte Ajaxspeler, dus
vonden ze het niet leuk dat ik juist
naar PSV ging."
Grip
In Eindhoven werd hij vijf keer
landskampioen en won hij dus in
1988 de Europacup I. Met Oranje
werd hij diezelfde zomer Europees
kampioen.
Er is geen speler die aan het
begin van zijn carrière niet tekent
voor zo'n palmares. Toch? "Als ik
het opnieuw mocht doen, had ik het
echt anders gedaan. Dan was ik na
drie jaar Ajax naar het buitenland
gegaan, zodat ik me nog beter had
ontwikkeld, in een andere cultuur,
bij een club met een andere filosofie.
Ik had in 1986 ook eerst bij AS Roma
getekend, maar besloot toch naar
PSV te gaan. Ja, ik won met PSV de
Europacup, maar misschien had
ik er in het buitenland wel drie
gewonnen."
Dat een Frenkie de Jong na dit
seizoen Ajax verlaat, snapt hij dan
ook wel. "Bij FC Barcelona zal hij
minder vrijgelaten worden dan nu
bij Ajax, maar dat is alleen maar
goed. Daar zal hij oplossingen
voor moeten verzinnen, wat weer
goed is voor zijn ontwikkeling.
Ik dacht daar ook steeds over na.
In onze tijd had je nog spelers
die de opdracht kregen om een
tegenstander continu te volgen, tot
in de kleedkamer aan toe. Ik had
vaak zo'n iemand tegenover me.
Dat zie je tegenwoordig eigenlijk
niet meer."
22-03-2019 J
'Ben de passie
nooit verloren'
Door Mike van Damme
GERALD VANENBURG
Wat verwacht Gerald Vanenburg van Ajax-PSV? De oud-middenvelder
durft eigenlijk geen voorspelling te doen. "Ik weet het echt niet, het
kan alle kanten opgaan."
"Ajax heeft er moeite mee als de tegenstander er kort op zit," gaat
hij verder. "Dat zag je in de uitwedstrijden tegen PSV en Feyenoord.
Er zijn in Nederland ook niet veel andere ploegen die dat echt goed
kunnen. Als PSV dat kan opbrengen, geef ik ze een goede kans. Maar
Ajax in Amsterdam... Als je ze even laat voetballen, heb je een groot
probleem."
Het drukke programma van Ajax is eerder een voor- dan nadeel
volgens Vanenburg. "Als je ontspannen een wedstrijd speelt, kost het
allemaal niet zoveel kracht. Kijk naar hoelang je vroeger op straat kon
voetballen. Ik kon dat een hele dag volhouden, omdat ik ontspannen
was. De zege op Real Madrid gaf Ajax nog eens een extra boost. Maar
nogmaals, het kan alle kanten opgaan. Hetzelfde geldt dus ook voor
het kampioenschap."