ajaxlife VERGETEN SEIZOEN Yl NIEUWE RUBRIEK: HET VERGETEN SUCCESSEIZOEN 1978/1979 Over de 'gouden' jaren van Ajax worden boeken vol geschreven. Het eveneens succesvolle seizoen 1978/1979 is juist in vergetelheid geraakt. Tot nu. In deel 1: hoge verwachtingen in de zomer van 1978. De voetbalwet die voorschrijft dat elke voorafgaande wedstrijd invloed heeft op de daaropvolgende is in bredere zin ook van toepassing: ieder voorafgaand seizoen heeft betekenis voor en laat zijn erfenis na in het volgend seizoen. Om het onderbelichte maar absoluut zeer interessante voet baljaar 1978/1979 van een goede context te voorzien, is het derhalve noodzakelijk om kort terug te blik ken op de jaargang daarvoor. Toen stond trainer Tomislav Ivic aan het roer en de Joegoslavische coach deed het voetbaltechnisch uitste kend in zijn tweede contractjaar bij Ajax. Hoewel 1976/1977 een kam pioensjaar was (de zeventiende landstitel), bestond er weerstand tegen de oefenmeester die zijn ploeg een voor Ajax ongewoon pragmatische speelstijl had opge legd. "Countervoetbal," bromden de Amsterdamse fans met enig afgrijzen. Maar Ivic moest wel, want de opdracht van het bestuur was simpel en franjeloos: hoe dan ook kampioen worden. De laatste titel was in 1973 behaald en dat was te lang geleden. Ivic wist wat hem te doen stond. Hij plooide zijn team naar de opdracht en het Ajaxpubliek wreef zich in de ogen: kleine overwinningen, het koeste ren van de voorsprong in plaats van die feestelijk uit te bouwen. Aan het slot van de missie was men tevre den met het eindresultaat, maar er klonk ook: "Op deze manier niet nog een keer!" Wasdom Weinigen doorzagen dat Ivic met zijn aanpak de basis had gelegd voor een spectaculair Ajax, gebaseerd op snelheid, beweging, techniek en initiatief. Meer dan eens wer velde Ajax in het seizoen 1977/1978; het rijkelijk aanwezige individuele talent kwam tot volle wasdom. Toch werd Ajax geen kampioen. De tweede plek achter PSV deed het elftal tekort, maar het publiek had genoten en zag in dat er veel moge lijkheden in het team zaten. En toen was Ivic weg. Zoals het vaker gaat, was dat een kwestie over honore ring, geld. Ivic wilde graag verder bouwen aan wat hij als 'zijn team' beschouwde, maar eiste een hoger salaris. De partijen kwamen er niet uit en Ivic vertrok (naar Ander- lecht), de spelers in verbijstering achterlatend: de man die zij als hun voetbalvader hadden omarmd, nam de wijk. Het Ajaxbestuur, nog onder leiding van voorzitter Jaap van Praag, ondernam vlot actie en stelde een nieuwe trainer aan: Cor Brom. Brom was Amsterdammer en daarbij een oude bekende van de club. Tussen 1966 en 1969 was hij, met assistent Han Grijzenhout, de rechterhand van grootmeester Rinus Michels. Brom kende daar voor een gemiddelde loopbaan als profvoetballer, onder meer bij BVC Amsterdam, Limburgia en Telstar. Na drie jaar Ajax verkoos de assis tent op eigen benen te gaan staan als trainer van Vitesse. Dat Ajax in de zomer van 1978 het oog juist op Brom liet vallen, had vooral te maken met de pres taties van het door hem getrainde Sparta. De Rotterdammers speel den zich met aantrekkelijk voetbal naar de vijfde plek in de eredivisie. Een toegevoegde motivatie was het dubbele gelijkspel tegen Ajax. Brom had natuurlijk wel oren naar een terugkeer naar zijn oude club. De aanstelling van Brom was een van de laatste officiële ver richtingen van het college Jaap van Praag. Na veertien jaar rege ren gaf Van Praag toe aan de ver leiding om op Europees niveau (Uefa) zijn ervaring te laten gel den. Met begrijpelijke emoties legde hij zijn taak in handen van Ton Harmsen, de nieuwe preses van Ajax die hijzelf naar voren had geschoven. Van Praag zou de club in elk geval in goede trainershan den achterlaten. Dat zijn opvol ger, de in de voetbalwereld nog onbekende Harmsen, zich met die erfenis wat gras voor de voe ten zag weggemaaid, speelde nog geen rol. Transfers In augustus 1978, een dikke maand na het slot van het WK in Argenti nië, ging Brom, met assistent-trai ner Bob Haarms aan zijn zijde, aan de slag. Binnen de selectie zat een aantal nieuwelingen, van wie Ray Clarke de meest opvallende was. Op de schouders van de Engelsman die er bij Sparta negentien had inge schoten, lag de zware taak om de naar Anderlecht vertrokken top schutter Ruud Geels op te volgen. Naast Clarke was ook Wim Meutstege van Sparta naar De Meer gekomen en werd het jonge ver dedigerstalent Piet Wijnberg aan de formatie toegevoegd. Ruud Krol was zonder meer de grote sterk- houder binnen de selectie, samen met Oranje-doelman Piet Schrij vers, de zich voortreffelijk ontwik kelende Denen Frank Arnesen en S0ren Lerby, Pim van Dord, Geert Meijer, Dick Schoenaker, Simon Tahamata en Tscheu la Ling. Het seizoen kon beginnen. Ajax deed dat, zonder veel acht te slaan op de onvermijdelijke erfe nis van het voorafgaande seizoen, vol verwachting en met typerend Amsterdams bravoure. Het was een nieuwe start, met een nieuw bestuur, nieuwe spelers en een nieuwe trainer. Dat Ajax het oog juist op Brom liet vallen, had vooral te maken met de prestaties van het door hem getrainde Sparta 24-07-2018 X# ERFENISSEN EN VERWACHTINGEN Met Cor Brom als hoofdtrainer moet Ajax in het seizoen 1978/1979 op jacht naar de landstitel. Door David Endt Het Ajax van 1978/1979. Boven (v.l.n.r.): Ruud Krol, Dick Schoenaker, Erwin Cramer, Piet Schrijvers, Hans Erkens, Tscheu la Ling en Pim van Dord. Midden (v.l.n.r.): Cor Brom (hoofdtrainer), Leo Beenhakker (assistent-trainer), Ray Clarke, Piet Wijnberg, Frank Arnesen, Peter Jager, Cor van den Brink, S0ren Lerby, Johan Zuidema, Chris Verkaik, Hans Wolff (fysiotherapeut) en Bob Haarms (assistent-trainer). Onder (v.l.n.r.): Simon Tahamata, Jan Everse, Ruud Kaiser, Rob Tervoort, Geert Meijer, Freek Lamain en Wim Meutstege.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2018 | | pagina 17