Hoe de nieuwe stadions, snel of pas na een tijd, steeds ons thuis werden ONDER/DE ajaxlife ONDER DE LOEP 1 T 16-02-2018 Ajax is rijk aan histori sche verhalen. Wij leg gen ze onder de loep. Dit keer: de verhuizing naar de Arena was zoveel pijnlijker dan die naar De Meer. ACHTERHAALD DOOR DAVID ENDT In 1934 verrees aan de ooit boerse Middenweg, gelegen aan de ooste lijke kant van Amsterdam, een heer lijk paleis. Het stak het iets verder stadwaarts gelegen kasteel Franken- dael wat betreft omvang en uitstra ling naar de kroon. Het paleis, dat gebouwd was op de plek waar lange tijd de boerderij Voorland verpie terde, lag in een grote tuin. Twee brede gazons lagen voor het symmetrische gebouw en aan weerszijden daarvan gaven twee opgangen toegang tot het domein. Bomen en perken rondom accentu eerden de landelijke sfeer en zorg den ervoor dat de omvang niet als te ingrijpend op de omgeving werd ervaren. Het centrale deel stak iets naar voren en werd visueel versterkt door twee lage torens die statigheid en de kracht toevoegden aan de bak stenen elegantie. Het paleis aan de Middenweg was een voetbalstadion. Een plaatje van een voetbalstadion, ontwor pen door architect en clublid Daan Roodenburgh. De constructie droeg onmiskenbaar de invloed van de architectonische stroming Amster damse School, zowel van buiten als van binnen. ONTVANGEN Blij en trots was Ajax met het fon kelnieuwe onderkomen, slechts een enkeling werd bij de bouw, ople vering en opening overmand door het sentiment van weemoed en nostalgie naar het vorige Ajaxhuis, het Houten Stadion, zoals dat werd genoemd, dat anderhalve kilometer verderop werd afgebroken. Het Ajax Stadion (de officiële benaming van het paleis) werd met open armen ontvangen en de opening was een bont festijn. Het nieuwe stadion gaf een extra dimensie aan de club die in de voorgaande jaren landelijk zo succesvol was geweest. Hier zou men tot in lengte van dagen willen blijven; ons paleis was ons thuis! Zo'n vijfentwintig jaar lang ver anderde er weinig aan het stadion dat al snel De Meer werd genoemd. Onvermijdelijk vroeg de veran derende tijd om aanpassingen, zo hier en daar. Hier werd een boom of plantsoentje opgeofferd voor iets meer parkeerruimte, daar ver rees een tribunedak boven de eerst onoverdekte lange zijde tegenover de eretribune. Van paleis tot ruimteschip Amsterdam-Oost, paleis De Meer. Nog zonder overdekking op de korte zijden én zonder lichtmasten. Ooit óns stadion. De fabelachtige mondiale successen die Ajax aan het eind van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig bereikte, stonden in con trast met de fraaie maar ruimtelijk beperkte locatie. Niemand die zich daar maar enigszins voor geneerde, het versterkte de eer: in deze idylli sche omgeving bleek het mogelijk wonderen te verrichten. Dat Ajax voor de grote wedstrijden de wijk nam naar het veel ruimere Olym pisch Stadion ondermijnde in geen geval het gevoel van 'thuis in De Meer'. In die voortvarende jaren zeven tig werd de elegantie van Rooden- burghs stadion stap voor stap aan gepast. Wat ooit ultramodern was, bleek veertig jaar later achterhaald. Aan de vier hoeken buiten het sta dion werden lichtmasten geplant, de voorgevel schoof een meter of tien naar voren waardoor de glazen fagade verdween, en iemand bedacht dat het stadion op het dak behoefte had aan de naam AJAX. Een feitelijk onnodige advertentie, geen denken aan dat zónder die letters iemand zou denken dat dit het voetbalterrein van Blauw Wit of SV Diemen zou zijn. Goede wijn behoeft geen krans. Maar velen vonden het mooi en het moet gezegd, zeker in de avond en nacht was de neonkroon op het dak een vast baken in de Watergraafs meer. Ajax barstte uit de voegen, steeds meer aanpassingen waren aan de orde om de behoefte aan ruimte en comfort tegemoet te komen. De oorspronkelijke schoonheid van het paleis verdween, maar De Meer bleef, ook in de functionelere aan kleding en hoe geïmproviseerd ook, de bakermat van Ajax. Natuurlijk werd er gedacht aan een qua omvang beter bij Ajax pas- send stadion. Maar als dat denken al werd uitgesproken, dan gebeurde dat fluisterend. Je kon op veel weer stand rekenen wanneer je sprak over bijvoorbeeld verhuizing naar het Olympisch Stadion. Ajax diende zijn afkomst (en daarmee werd Amster dam-Oost bedoeld) niet te verloo chenen. Het oude bolwerk aan de Middenweg mocht niet meer het charisma van een paleis bezitten, voor die uiterlijke schoonheid was sentimentele verbondenheid in de plaats gekomen. En dat woog zwaar. SENTIMENT Het vliegwiel van de ontwikkeling van de sport en de nadrukkelijke wens om gelijke tred te houden met de (internationale) top van het voet bal, maakte het onvermijdelijk dat Ajax naar een andere huisvesting ging omkijken. De club was inmid dels uitgegroeid tot een echt bedrijf en barstte in talloze opzichten uit zijn voegen. Veel meer dan in 1934 bij het ver laten van het Houten Stadion, leefde het sentiment van pijn en weerstand toen Ajax koos voor een nieuw huis: kon het Ajax Stadion, De Meer, niet worden herbouwd? Waarom moest de heilige grond worden verlaten voor een megalomaan aandoend stadion? De emotie gierde menigeen door het lijf, er was boosheid en ver- driet en de overgang naar de Amster dam Arena was voor velen een bijna traumatische ervaring. Hoe zou dit nieuwe, kil aandoende huis met het uiterlijk van een ruimteschip, ook een thuis kunnen worden? Sinds de overgang van Amster dam-Oost naar Zuidoost zijn inmid dels meer dan twee decennia ver streken. De Arena is zowaar tot een thuis geworden, al denken nog velen met een vleugje weemoed terug aan De Meer. Maar dit is de Johan Cruijff Arena, het stadion van Ajax, óns stadion. En, zo gaat het met voortschrijdende tijd, het stadion blijft zich aanpassen, moderniseren, opleuken en verbeteren. Amsterdam Zuidoost, ruimteschip Amsterdam Arena, nu óns stadion.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2018 | | pagina 13