Seizoenkaarthouder Jan Hartog zag Ajax nog voetballen in Houten Stadion Hartog, speler van Ajax? ajaxlife FANZONE I C 19-01-2018 M* Jan Hartog (95) miste in ruim zestig jaar geen thuiswedstrijd van Ajax. Tegenwoordig pakt hij iets minder vaak de fiets naar de Arena, maar ook in 2018 zit hij op de tribune van de club die hij in het Houten Stadion nog zag spelen. SCHOOLBORDEN Dat Jan Hartog fanatiek Ajaxsupporter is, mag duidelijk zijn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog dachten zijn leeftijdsgenoten in Twisk even zelfs dat hij een Ajaxspeler was. 'Soms liep ik stiekem over een van de balken heen, zodat ik op de bankjes langs het veld kon zitten. Die waren bedoeld voor de jeugdspelers van Ajax' Je stond slechts drie meter achter de keeper' DOOR MIKE VAN DAMME Het televisiemeubel in de huiska mer is net groot genoeg voor de tv die erop staat. 'Het glazen oog' noemt Jan Hartog het gevaarte. "Heb ik gekocht voor de uitwed strijden. Daar ga ik al een tijdje niet meer heen. De thuiswedstrijden wel, op zondagmiddag. De avond wedstrijden sla ik over. Is ook niet gezellig voor mijn vrouw als ik de hele avond weg ben." Hartog hoopte dat hij Ajax' oudste seizoenkaarthouder zou zijn, maar we moeten hem teleurstellen: er zijn nog een paar oudere suppor ters met een seizoenkaart op hun naam. Of zij net als Hartog nog trouw hun club bezoeken, of dat ze hun kaart uitlenen aan kinderen of kleinkinderen, is niet bekend. Hartog gaat dus veelal zelf. Dan pakt hij de fiets, vanuit Reigers bos. Nu het wat kouder is, pakt hij de metro. Tegen Feyenoord is hij er uiteraard ook bij. Hoeveel wed strijden de geboren Amsterdammer inmiddels heeft bijgewoond? "Dat weet ik niet, maar ik overdrijf niet als ik zeg dat ik ruim zestig jaar elke thuiswedstrijd ben geweest." DUIZEND De snelle rekenaar kan dan maar tot één conclusie komen: Hartog moet zo'n duizend wedstrijden hebben gezien in de Johan Cruijff Arena en De Meer, dat van 1934 tot 1996 Ajax' onderkomen was. Om het Olympisch Stadion niet te vergeten. "Daar zat je te ver van het veld," klinkt Hartog kritisch over het stadion waar Ajax de grootste successen boekte. "Onder de ere tribune leek het wel de paarden stallen van Napoleon. Maar het veld was eigenlijk altijd goed." Zijn eerste wedstrijden zag Hartog, als kleine jongen, nog in het Hou ten Stadion, dat eveneens aan de Middenweg lag, maar meer rich ting het centrum, aan het Christi- aan Huygensplein. "In het voorjaar van 1931 ging ik voor het eerst naar Ajax. Ik was acht jaar, vond het prachtig om op school te vertellen dat ik was geweest. Later ging ik met onze groenteboer naar uitwed strijden. Mijn vader was geen voet baller, maar een wielrenner." "Een staanplaats in het Hou ten Stadion kostte tien cent. Je liep eerst door een rood-wit hek, daarna kon je naar je tribune lopen. Ik ging zo vroeg mogelijk, want vooraan stond je maar drie meter van de keeper af. Tussen het veld en de tribune lag een slootje, waar een net overheen gespannen was, zodat de bal er niet in kon komen. Soms liep ik stiekem over een van de balken heen, zodat ik op de bankjes langs het veld kon zitten. Die waren bedoeld voor de jeugdspelers van Ajax." "Mijn oom heeft me ook wel eens meegenomen op de eretri bune. Daarvoor lag een pad van zwarte sintel. Daar heb ik de hele wedstrijd rondgelopen, zodat men sen konden zien dat ik een kaartje voor de eretribune had. Van de wedstrijd kreeg ik daardoor wel weinig mee." WEMBLEY Met zijn geheugen is, ondanks dat hij de honderd nadert, niets mis. Komt door de haring die hij elke dag at. Als zijn dochter, ook een fervent Ajacied, een anekdote wil vertellen, komt ze er bijna niet tus sen. Jan Hartog heeft ruim tachtig jaar aan Ajaxverhalen. Zijn mooiste wedstrijd? Natuurlijk de Europacupfinale in Londen, in 1971. "Op Wembley. Ik had nog nooit zo'n groot sta dion gezien. We gingen met een groepje supporters met de boot, vanuit Oostende. Kwamen we in Londen aan, bestond het hotel dat we hadden geboekt helemaal niet. Dus moesten we heel snel op zoek naar andere slaapplekken. Na de overwinning stond ik te rillen op mijn benen, van vreugde. Prachtig was het." De beste wedstrijd die hij zag, was tegen Feyenoord, in De Kuip, bijna een jaar later. Het werd 1-5. "Het was een warme dag, althans in het zuiden van het land. Ik moest voor mijn werk naar Maas tricht en Brabant, en had dus wat luchtige kleding aangedaan. Daarna reed ik meteen door naar Rotterdam. Maar daar was het 's avonds hartstikke koud. Ik heb me zitten verkleumen op de tribune." Gelukkig maakte Ajax er een galavoorstelling van tegen de aartsrivaal. "Ik heb de ploeg nooit zo goed zien spelen als in die wed strijd. Elke pass kwam aan. Het was echt genieten. Achter me kre gen twee zwagers nog ruzie met elkaar. De een was voor Ajax, de ander voor Feyenoord. Die ene zei: 'Je moet toch toegeven dat Ajax mooi voetbal speelt.' Werd die ander kwaad om, en hij ging zijn zwager zelfs te lijf." Vooral de verhalen uit de oudste dozen spreken tot de verbeelding. Waar Hartog tegenwoordig ook op zijn tablet de uitslagen bekijkt, ging hij in een ver verleden op zondag middag naar de sigarenboer om de hoek. "Daar hingen van die school borden, waar de uitslagen op wer den geschreven. Eerst alleen van Ajax en Blauw Wit, later ook van clubs als De Volewijckers, DWS en Zwarte Schapen. Dan keek ieder een in spanning, en was het daarna wel eens bekvechten met elkaar als de uitslag van de eigen ploeg tegen viel." De intimiteit is inmiddels weg, zegt hij dan. Hartog legde na zijn pensioen steevast een kaartje in het supportershome naast de Arena en later op De Toekomst. De deuren blijven bij Ajax tegenwoordig veelal gesloten. "Ik raak mijn kameraden kwijt, en niet alleen doordat ze overlijden. De club is professione ler, maar daardoor minder warm geworden." Zoals hij vroeger voetbal beleefde, gaat niet meer. Door andere tijden, maar ook door zijn eigen leeftijd. Ondanks dat Hartog nog immer vitaal is, en zelfs het eigen huishouden grotendeels voor zijn rekening neemt. De verhalen blijven. Nog één anekdote dan. "We leefden vroeger een hele week toe naar de Europacupwed- strijden. Namen we op donderdag vrij, zodat we na de wedstrijd naar de kroeg konden. Ging de deur om twaalf uur op slot, kwamen we 's ochtends pas weer buiten. Ik ging wel eens met de auto, die duwden we dan met een paar man naar huis. Prachtig was dat." "Ik heb bij DEC gespeeld, dat net als Ajax op Voorland speelde. Tijdens de oorlog moest ik onderduiken om niet voor de Duitsers te hoeven werken. Ik zat toen bij een familie in Twisk. Daar werd op straat fanatiek gevoetbald. Iemand had verteld dat ik uit Amsterdam kwam en voor Ajax voetbalde, dus mocht ik altijd meedoen. Ik voetbalde dus niet voor Ajax, maar naast Ajax. Ik heb ze maar in de waan gelaten, haha." Net als de jochies in 1924 (foto) stond Jan Hartog graag vooraan in het Houten Stadion. JAN HARTOG

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2018 | | pagina 15